Magazine

Op naar de certificerende RC

De Vereniging van Registercontrollers staat ‘op de kaart’ maar heeft nog vele wensen. Zoals verder groeien naar drieduizend leden en van het Controllers Instituut een professionele beroepsorganisatie maken. ‘Dubbelvoorzitter’ Jan Kooiker over de plannen, het certificeermonopolie van accountants en ‘wezenlijke gesprekken’ met het NIVRA.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2003

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Peter van Rietschoten

Vereniging van Registercontrollers nog lang niet ‘uitgegroeid’

Deze maand viert de Vereniging van Registercontrollers (VRC) haar vijftiende verjaardag. De statutaire doelen zoals die in 1988 zijn vastgelegd, komen in het kort neer op ‘waarborgen en bewaken van de kwaliteit van de RC-opleidingen en RC-titel’ en het ‘bevorderen van een goede beroepsuitoefening’. Aan VRC-voorzitter Jan Kooiker de vraag of die doelen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Zijn antwoord is een onomwonden ‘veel meer’.

Kooiker, in het dagelijks leven algemeen directeur van NS-dochter Servex die op alle stations al het ‘eten en drinken’ verzorgt: “De titel RC is een herkenbaar dienstmerk geworden. Een nieuwe beroepsgroep is zichtbaar. De RC is op de arbeidsmarkt geen onbekende meer: kijk maar in de personeelsadvertenties, praat maar met de headhunters. Er is ten opzichte van de certificerende RA dan ook een duidelijk profiel neergezet. Er zijn inmiddels negen opleidingen voor RC met zevenhonderd studenten; daaruit blijkt dat de behoefte aan een gerichte opleiding voor financieel manager er wel degelijk is en toeneemt.”

Salarissprong

Een en ander valt inderdaad op te maken uit wat cijfers: het ledenaantal van de VRC is elke vijf jaar ongeveer verdubbeld en ligt nu rond de 1.600. Kooiker acht het niet onwaarschijnlijk dat de twintigste verjaardag van de VRC in 2008 zal worden gevierd door drieduizend leden.

Aan wat er is bereikt is trouwens nog wel het een en ander toe te voegen. Kooiker: “Onmiskenbaar hebben de RC-titel en de VRC eraan bijgedragen dat er een goede doorstroom van de betrokkenen heeft plaatsgevonden naar de zwaardere functies in het financiële management. Vastgesteld is ook dat zich bij velen - vaak al tijdens hun postdoctorale opleiding - een salarissprong heeft voorgedaan en dat men van functie en/of werkkring is veranderd.”

Controllers Instituut

Daarnaast mag niet onvermeld blijven dat de VRC samen met NIVRA-overlegorgaan FINAD - registeraccountants in het financieel
management - het samenwerkingsverband Controllers Instituut (CI) heeft opgericht. Kooiker, tevens voorzitter van het CI: “Ook het CI richt zich op de kwaliteit van de beroepsuitoefening van zowel RC’s als RA’s in het financieel management. Omdat er veel praktische overeenkomsten zijn is het CI tot stand gekomen.”

“VRC en FINAD hebben in het Controllers Instituut een stevig programma van cursussen ontwikkeld, waarvan het Financial Executive Program samen met het INSEAD wordt verzorgd”, vervolgt Kooiker. “En ook binnen de VRC is het besef ontstaan dat permanente educatie geen voorrecht is, maar een noodzaak, een plicht.”

Professioneel

Gevraagd naar beleidsspeerpunten en doelstellingen van de VRC voor de komende jaren, blijft Kooiker eerst even bij het CI. “Deze organisatie wordt wellicht de operationele unit van de twee afzonderlijke diploma-instellingen VRC en FINAD/NIVRA. Uiteindelijk willen we toe naar een professionele beroepsorganisatie voor de RA’s en RC’s, waarmee we zowel nationaal als internationaal voor de leden van betekenis kunnen zijn.”

Dat zal onder meer betekenen dat het CI een meer professionele back office gaat krijgen, meer gaat doen aan onderzoek en publicaties, meer gaat participeren in de meningsvorming over het financieel management en meer ook een vereniging wil worden voor de financiële manager. Kooiker over dat laatste: “Financiële managers hebben - zeker als ze als registercontroller werkzaam zijn - in feite een nogal specialistische functie. Naast vakmatige input hebben ze ook behoefte aan een klankbord, een platform waar ze ervaringen kunnen uitwisselen en kunnen bijtanken. Dat willen we ook meer gaan bieden.”

Kwaliteitscontrole

Een derde, maar zeker niet het onbelangrijkste, toekomstdoel van de VRC is het veel actiever zijn in de kwaliteitscontrole van de opleidingen. Daarbij gaat de vereniging uit van de beleidskeuze om de kwaliteit van de (nu negen) opleidingen niet te laten bepalen door het zogenaamde MBA-model - waarin de markt de waarde van een opleiding bepaalt - maar één ‘programma van eisen’ als vertrekpunt en toetsingskader te gebruiken.

Een papieren tijger, of in de praktijk ook echt te realiseren? Kooiker: “Naast de visitatieronde die elke vijf jaar wordt gehouden, inventariseren we vanaf nu jaarlijks of de kwaliteitseisen voor de instromende studenten door de opleidingen worden gehandhaafd en er vinden meer bezoeken door VRC-commissies ter plekke plaats. We gaan ons tevens meer richten op het opvragen en analyseren van studieresultaten, op onderzoek naar de programma’s en de organisatie van de opleidingen, op meer betrokkenheid bij de curatoria van de opleidende instellingen en op meer overleg met alle instellingen die de RC-opleiding verzorgen.”

‘Spraakmakend’

Een vierde beleidslijn om tot het gewenste professionele niveau te komen, is volgens Kooiker het jaarlijks organiseren van een ‘spraakmakend’ congres. Hij wijst op het recente congres dat eind november heeft plaatsgevonden en als thema had ‘Verbinden of gebonden?’. Kooiker: “Ook de RC heeft veel te maken gekregen met de vraagstukken over corporate governance; heeft veel meer te maken met loyaliteit, met tegenstrijdige belangen, met ethische vragen en conflicten. Het thema geeft eigenlijk heel goed aan wat voor de RC de komende jaren de uitdagingen zijn, en ook waardoor het beroep - als het goed wordt uitgeoefend - aan belang zal winnen.”

Voor zoveel dynamische plannen zijn de nodige middelen nodig - is dat aspect al geregeld? Kooiker knikt: “De betrokken partijen zullen inderdaad ook materieel in de toekomst van VRC en CI moeten investeren. De VRC-leden zullen meer contributie moeten gaan betalen aan het CI en ook het FINAD zal hierover met het NIVRA in gesprek moeten gaan. De nogal formele opstelling van het NIVRA remt momenteel de verdere ontwikkeling van het CI. We hebben plannen en komen binnenkort met voorstellen.”

Gaan RC’s certificeren?

Waar zoveel dynamiek is en waar het eigen werkveld en dat van aanliggende functies zo sterk in beweging is, mag een gedachte worden verondersteld over de beëindiging van het certificeermonopolie van RA’s en AA’s. Kooiker kiest ervoor een persoonlijk standpunt af te geven. “Dat monopolie opheffen vind ik geen rare ontwikkeling. In Europees verband lijkt mij dit op termijn sowieso moeilijk vol te houden. Daarnaast lijkt het mij voor de kwaliteit van de controle alleen maar goed als daarbij een wat meer generalistische benadering wordt gevolgd. Aan een goede accountantscontrole kunnen, mits de kwaliteit en de kaders in acht worden genomen, ook vertegenwoordigers uit geheel andere disciplines een duidelijke bijdrage leveren, RC’s dus ook. Je zou zelfs kunnen denken aan een soortgelijke opzet als organisaties die andere bedrijven controleren alvorens een ISO-certificaat af te geven.”

Kooiker is tevens van mening dat ook de interne controle niet veel langer meer enkel en alleen het werkterrein van de RA en AA is. RC’s kunnen volgens hem beslist nog iets toevoegen aan de wijze waarop operational audits worden opgezet en uitgevoerd.

Verder met NIVRA

Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat Kooiker verwacht dat de belangstelling voor de RC-opleiding zowel in absolute zin als in vergelijking met de RA-opleiding zal toenemen. Het werkterrein gaat immers breder worden, de duur van de RC-opleiding is korter, mede doordat voor RA’s na afronding van de opleiding nog een stageverplichting geldt.

“De opleiding tot RA is toch in de eerste plaats gericht op het controleren van de jaarrekening. De RC-opleiding is breder. Eerlijk gezegd kan ik van iemand die financieel manager wil worden de keuze voor de RC-route beter begrijpen dan wanneer hij of zij voor de RA-route kiest.”

Smeult hier een mogelijke discussie met NIVRA over ‘wel of niet samen verder’? Kooiker schudt beslist het hoofd: “Nee, absoluut niet. Vooral via de samenwerking met het FINAD in het CI is de relatie met NIVRA meer dan prima. We zijn volledig gelijkwaardig aan elkaar, de contacten zijn goed, de wederzijdse inzichten botsen geenszins.”

Grote dochters

Maar voor de lange termijn - ‘pakweg zo’n jaar of tien tot vijftien’ - en met het oog op het beleidsvoornemen van het CI om uit te groeien tot een professionele beroepsorganisatie, denkt Kooiker dat het NIVRA er niet aan zal ontkomen duidelijk te maken wat deze organisatie is c.q. wil zijn: een koepelorganisatie of primair ‘de organisatie voor controlerende accountants’. En dan zal ook duidelijk (moeten) worden hoe CI en NIVRA tegenover elkaar staan: collega’s of concurrenten.

Kooiker spreekt voorkeur noch verwachting uit. Wel wil hij kwijt dat de VRC alle vrijheid wil hebben en houden om over de beroepsuitoefening van de RC te kunnen ‘voelen, denken en doen’, en dat als dat niet onder de paraplu van het NIVRA kan, dan kan inderdaad de weg van de zelfstandigheid worden ingegaan. “Dochters worden immers groot.”

Hij benadrukt dat de samenwerking met het FINAD in het Controllers Instituut uitstekend is, maar verwacht dat de veranderingen in de certificeerbevoegdheden en de gewenste financiële bijdrage van het NIVRA aan de toekomst van het CI tot ‘wezenlijke gesprekken’ zullen leiden.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.