Magazine

'Internationale convergentie veel sterker dan verwacht'

Gert Karreman stelt vast dat de opleiding van accountants “internationaal stevig op de agenda is gekomen”. Wereldwijd zijn de beroepsorganisaties bezig de deskundigheid op te vijzelen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

William Rothuizen

Gert Karreman herinnert eraan dat op IFAC-wereldconferenties van zo'n tien jaar geleden de opleiding nauwelijks aan de orde kwam. “Men ging ervan uit dat het met het onderwijs wel goed zat. Maar dat is nu totaal anders. Op de agenda van het wereldcongres van november in Istanbul stonden veel onderwerpen die rechtstreeks te maken hadden met de opleiding of met de deskundigheden die in de verschillende sectoren nodig zijn.”

Als iemand hem in de tweede helft van de jaren negentig had gevraagd of er internationale standaarden voor het onderwijs komen, dan had hij gezegd: de eerste twintig jaar nog niet. “En nu is iedereen die standaarden aan het toepassen!”

Azië-crisis

Toch is de vaart waarmee het onderwijs in de aandacht kwam en de noodzaak van standaarden werd ingezien goed te verklaren. Karreman wijst in dat verband op twee gebeurtenissen. De Azië-crisis en later de schandalen rond Enron en andere bedrijven riepen twijfels op over de deskundigheid van accountants: hoe konden zij dit laten gebeuren?

Karreman: “Er kwam een Public Accountants Oversight Board en er groeide een brede erkenning dat op diverse terreinen internationale standaarden nodig waren. Door de toenemende nadruk op deskundigheid en daarop te kunnen worden aangesproken kreeg onderwijs automatisch meer aandacht. Als het beroep met internationale standaarden werkt is het logisch dat ook het accountantsonderwijs die benadering krijgt. De IFAC International Education Standards zijn sinds 2005 toch nog onverwacht snel verplicht gesteld.”

Benchmark Balkan

In zijn proefschrift van 2002 (zie kader) had Karreman de accountantsopleidingen van een groot aantal landen geïnventariseerd. “Ik hoop dat er iets mee gebeurt”, zei hij in ‘de Accountant’ van februari 2003. Zijn wens ging in vervulling. In 2004 werd hij uitgenodigd in Moskou te komen spreken op een congres. Daar werd hem door de United States Agency for International Development en de ontwikkelingsorganisatie Carana gevraagd een benchmark-methode te ontwerpen voor de opleiding van accountants op de Balkan. Weer zocht Karreman deskundige medewerking, advies en commentaar in het netwerk van het IFAC Education Committee.

“Het was een pilot, bedoeld om wereldwijd te kunnen toepassen”, zegt hij. “Je werkt in tien Balkanlanden die elk een eigen beroepsorganisatie hebben. Gezamenlijk hebben ze een redelijk sterke regionale beroepsorganisatie, onze partner in het benchmark-project. We inventariseerden de stand van het accountantsonderwijs: wat is er wel, wat is er niet, wat moet er gebeuren en is daar externe hulp bij nodig?” Het eindrapport werd aangeboden aan US AID. Het project kreeg aandacht van de Wereldbank en van andere hulporganisaties. De South-East European Partnership for Accountancy Development organiseerde naar aanleiding van het project een congres waar over hulp bij verdere verbetering werd gesproken.

“We kijken nu of we de methode kunnen verbreden”, zegt Karreman. “We werken ook mee aan een project van de Wereldbank in Azerbeidzjan. Zo zien we hoe het zich als een olievlek uitbreidt.”

Over schouder

Behalve de education standards heeft IFAC ook een verplicht compliance-programma ingesteld: de beroepsorganisaties moeten op alle terreinen die ze afdekken aangeven waar ze staan en wat ze denken te gaan doen op terreinen die ze niet afdekken. Dat heeft volgens Karreman tot gevolg dat de gedachte over benchmarking een veel breder toepassingsgebied lijkt te gaan krijgen dan hij en zijn collega's dachten toen ze ermee begonnen. Ook groeit het besef dat benchmarken niet hetzelfde is als zelf verklaren dat je overal aan voldoet, maar dat het ook betekent dat externe deskundigen over je schouder meekijken of het klopt. “Ik zie in diverse regio's in de wereld dat iedereen zo doordrongen is van de noodzaak om te ontwikkelen dat er in het algemeen zeer kritisch naar de eigen situatie wordt gekeken”, zegt Karreman. “Maar het heeft ook weinig zin om te zeggen dat je beter bent dan je bent, want dan kun je ook niet om de hulp vragen die je echt nodig hebt.”

Vervolgonderzoek

Voor Karreman doemen er na zijn proefschrift terreinen van vervolgonderzoek op. Daarbij ontstond de behoefte activiteiten als benchmarking onder te brengen in een aparte instelling. Dat werd het Center for Global Accounting Education Benchmarking and Research (CGAEBR). Het kreeg onderdak aan de DePaul University in Chicago en krijgt een Europese poot in Leiden, waarin ook het NIVRA zal gaan samenwerken. Het draait om het doorgaan met de netwerkbenadering, het bundelen van deskundigheid, het uitwisselen van informatie en het meewerken aan programma's. Karreman noemt drie terreinen van onderzoek.

Eén, de compliance-informatie van IFAC. Welke landen hebben de opleiding in orde en welke niet? Wat zijn de regionale verschillen? Wat is de invloed van verschillen in wetgeving? Hoe is de samenwerking met IFAC enz. De uitkomsten kunnen IFAC helpen prioriteiten te stellen.

Twee, hoe ontwikkelt zich de internationale erkenning van diploma's? Met wat voor soort universitaire vooropleiding komt men tot de accountantskwalificatie? Waar komen de mensen vandaan die in de toekomst nodig zullen zijn?

Drie, IFAC heeft een request for proposal uitgestuurd om een education paper te maken voor voortgezette educatie. Onderzocht moet worden hoe men in die voortgezette educatie competenties getoetst krijgt. Op dat gebied wordt nog weinig gedaan.

Karreman: “Als we op die drie terreinen een bijdrage kunnen leveren zullen we het tevreden gevoel hebben dat we iets nuttigs hebben gedaan.”

Gert Karreman

Gert Karreman was van 1979 tot 1998 directeur onderwijs bij het NIVRA en maakte in die periode deel uit van het IFAC Education Committee. Daarna wijdde hij zich aan een onderzoek naar de invloed van de globalisering op het accountancyonderwijs in een aantal landen. Hij kreeg daarbij medewerking van mensen uit het netwerk van het IFAC Education Committee en andere betrokkenen. In 2002 promoveerde hij op het proefschrift The Impact of Globalisation on Accountancy Education.

World Congress of Accountants

Op het World Congress of Accountants in Istanbul werd een update van Karremans studie gepresenteerd. Daarbij kon worden vastgesteld dat de destijds betrokken beroepsorganisaties allemaal bezig zijn de deskundigheid op te vijzelen, zowel in ontwikkelingsen voormalige Oostbloklanden als in de Verenigde Staten en Europa. Ook maken alle beroepsorganisaties veel werk van voortgezette educatie, daarbij duidelijk aangestuurd door IFAC. Verder is de conclusie dat de universitaire programma's meer worden aangestuurd door algemene ontwikkelingen dan door de beroepsorganisaties. Maar van een grote divergentie is hier geen sprake. Karreman zegt verrast te zijn door de internationale convergentie van de accountantsopleidingen: “Die is veel sterker dan ik had verwacht. Dat kan de internationale uitwisseling van accountants vergemakkelijken. De education standards zijn nu beschikbaar. Het zou goed zijn als IFAC ook de convergentie nadrukkelijker zou gaan ondersteunen.”

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.