Magazine

Discussie geheimhouding is onproductief

Bij de verantwoording van overheidsgelden past volledige openbaarheid, vindt Frank Galesloot. Het beroep op geheimhouding door accountants is onjuist.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Frank Galesloot

Met verwondering heb ik de column van NIVRA-directeur Gert Smit naar aanleiding van de discussie over de rol van de accountant in het onderzoek naar de hbo-fraude gelezen (‘de Accountant’, mei 2004). Natuurlijk is het goed dat accountants zich niet zonder meer laten gebruiken voor controles en enquêtes vanuit de rijksoverheid. Maar in het geval van de hbo-fraude gaat het wel om een onderzoek naar de bruikbaarheid van verklaringen van accountants over de verantwoording van publieke middelen. Als er één categorie mag worden genoemd die zonder meer bediend moet worden door de accountant bij het werkzaam zijn ten dienste van het ‘maatschappelijk verkeer’, dan is het de belastingbetaler wel.

Het is goed als accountants onder aanvoering van het NIVRA in dialoog gaan met de rijksoverheid over bruikbaarheid en reikwijdte van accountantsverklaringen. Daarbij mogen ze wat mij betreft ook best de gangbare praktijk van het Rijk om via protocollen en dergelijke pseudoregelgeving te lanceren aan de orde stellen.

Veel te vaak is het zo dat onduidelijkheden in regelgeving via de accountant moeten worden opgelost. Accountants laten zich daar ook voor gebruiken. Ze zouden mijns inziens in onduidelijke situaties beter kunnen weigeren accountantscontrole te verrichten omdat er toch niet uit komt wat de opdrachtgever wil. Dat lijkt me beter dan een discussie te beginnen met de enquêtecommissie hbo-fraude over het wel of niet openbaar zijn van dossierstukken. Zo’n discussie lijkt me niet productief en niet bijdragen aan de hoogst noodzakelijke vermaatschappelijking van de rol van de accountant die het gebruik van overheidsgelden controleert.

Onnodig veel weerstand tonen bij het toegankelijk maken van dossiers versterkt de (als negatief ervaren) geur van geheimzinnigheid rond accountants. Wat is er nu geheim aan een dossier over de controle van publieke middelen? Ik kan het niet bedenken. Bij de verantwoording van overheidsgelden past volledige (democratische) openbaarheid en accountants moeten daar geen GBR-discussie van maken. Gedrags- en beroepsregels moeten voortvloeien uit een gemeenschappelijk besef van de maatschappelijke rol van de accountant. Laten we die discussie opzoeken en daarna de GBR aanpassen, en niet andersom.

Noot
Frank Galesloot is directeur bedrijfsvoering/controller gemeente Deventer.

Reactie Gert Smit

Uiteraard zal het NIVRA de discussie met de overheid niet beperken tot het inzagerecht. Zoals Frank Galesloot reeds constateert heeft de vaak onduidelijke regelgeving die ten grondslag ligt aan met name rechtmatigheidsverklaringen onze bijzondere aandacht (zie ook ‘Op de korrel’ in het vorige nummer). Dit neemt echter niet weg dat er wel degelijk redenen zijn om het inzagerecht ook op de agenda te zetten. Niet vanwege de geheimhouding als onaantastbaar principe, wel vanuit de overweging dat onvoorwaardelijke openheid ook onnodige schade kan berokkenen aan publieke organisaties en functionarissen. Denk bijvoorbeeld aan de soms verdachtmakende werking van publiciteit, die het functioneren ernstig kan belemmeren.

Ik ben het dan ook niet eens met de suggestie dat volledige openbaarheid van toepassing moet zijn op controledossiers van publieke middelen. Ook in de publieke sfeer is een consciëntieuze behandeling, gebaseerd op vertrouwelijkheid, een belangrijk goed.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.