Magazine

Geen herstel zonder aanpak kernprobleem

Zonder een radicale aanpak van het kernprobleem - de directe financiële band tussen controleur en gecontroleerde - zullen accountants het publieke vertrouwen nooit herwinnen, voorspelt André Bindenga. Laat de huidige kantoren zich gaan opstellen als pure dienstverleners en geef de wettelijke controle in handen van een internationale organisatie, gefinancierd uit heffingen bij de gecontroleerde ondernemingen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

André Bindenga

Schrijven over de toekomst van het accountantsberoep heb ik al meer gedaan. De eerste keer is nu bijna 35 jaar geleden, ongeveer in hetzelfde jaar als de publicatie van het in deze reeks al een paar keer aangehaalde rapport ‘De Accountant morgen’. Drie jaar geleden schreef ik over onafhankelijkheid in financiële zin. Bijna altijd kreeg ik kritisch commentaar van collega’s, maar merkwaardigerwijs waren niet-accountants soms heel positief over mijn schrifturen. Misschien gaat het nu weer zo.

Audit only firms

Wat schreef ik vroeger?
Ik voorzag een toenemende codificatie van grondslagen voor financiële rapportering en de controle daarvan. Daarbij zag ik een deprofessionalisering van het accountantsberoep en een vergaande commercialisering van de kantoren. Ik durf te stellen dat de huidige situatie bewijst dat ik er niet helemaal naast zat.

Wat schreef ik recent?
Teneinde geloofwaardig te blijven zullen de accountantskantoren terug moeten naar hun core business en er zal een tendens ontstaan naar audit only firms. Bovendien zal een oplossing gevonden moeten worden voor het vraagstuk van de betaling voor de diensten door de gecontroleerde. Vooral door toedoen van toezichthouders en de politiek gaat het al aardig in die richting.

Slechte naam

Wat schrijf ik nu?
Het accountantsberoep heeft een slechte naam gekregen als gevolg van enkele schandalen en déconfitures. Het publiek heeft het vertrouwen in accountants verloren. Ik denk dat de weg naar herstel van vertrouwen erg lang zal zijn en misschien bereikt het beroep de ooit verworven vertrouwenspositie wel nooit meer.

Kort zal ik ingaan op een aantal aspecten van de vertrouwenscrisis en het mogelijke herstel van het vertrouwen:

  • oorzaken van het verlies van vertrouwen in de financiële rapportering in het algemeen
  • oorzaken van het verlies van vertrouwen in controlerend accountants
  • acties om het vertrouwen te herstellen
  • het kernprobleem nader beschouwd
  • een toekomst?

Financiële rapportering

Schandalen rond financiële rapportering zijn van alle tijden. Beruchte voorbeelden uit het verre verleden zijn de déconfiture van de East India Company, het bedrog van luciferkoning Ivar Kreuger en de Rotterdamse Pincoffs-affaire. Recentere schandalen zijn het Maxwell-faillissement, Polly Peck en de Savings & Loan-gevallen. Deze zaken veroorzaakten destijds grote verontwaardiging bij het publiek, maar leidden nog niet direct tot een algehele afkeuring van financiële rapportering in het algemeen. De incorrecte rapportering door onder meer Enron, Worldcom, Ahold en Parmalat deed dat wel. Waarom hebben deze zaken zo veel meer aandacht gekregen?

Onmacht regelgeving

Ik meen dat dit komt door de onmacht van de regelgeving. De laatste decennia zijn de vormen van transacties en de mogelijkheden van financiering zo complex gevonden, dat de regelgeving het niet meer aan kan. Bovendien komen er dagelijks nieuwe vormen bij, zodat elke nieuwe regel al snel wordt achterhaald door de ontwikkelingen.

De financiële rapportering wordt daardoor in belangrijke mate afhankelijk van de goede trouw en integriteit van het management. De drijfveren van het management van ondernemingen worden sterk bepaald door de wens een goede performance te geven van hun acties. Hierdoor komt de integriteit wel eens in het gedrang. Door strakke regelgeving zou dit zijn op te lossen, maar helaas is dit laatste bij de huidige gecompliceerde werkelijkheid niet mogelijk.

Falen accountants

Als de regelgeving niet waterdicht kan zijn, is er altijd nog het professionele, deskundige en onafhankelijke oordeel van de controlerend accountant. Blijkbaar is hier ook iets mee aan de hand. De afname van de geloofwaardigheid in de financiële rapportering gaat gepaard met twijfels over de competentie en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant.

Vooral in Nederland had de bedrijfseconomie een belangrijke plaats in de ontwikkeling van de deskundigheid van accountants. De grondslagen van de jaarrekening kwamen voort uit bedrijfseconomische principes. Dit is thans niet meer het geval. De huidige accountant wordt vooral kennis van wet- en regelgeving bijgebracht, hetgeen buiten Nederland al veel langer gebruikelijk is. De deskundigheid van de controlerend accountant is daarom steeds meer specifiek gericht op het al dan niet toelaatbaar zijn van verslaggevingsgebruiken volgens de regelgeving. Aangezien de regelgeving faalt, falen ook de controlerende accountants.

Wiens brood ...

De discussie over de onafhankelijkheid werd al langer gevoerd, maar is verhevigd als gevolg van de recente schandalen. Het is een lang bestaande gewoonte dat er een sterke relatie is tussen het management van een organisatie en de controlerend accountant. Zowel de individuele accountant als de firma waartoe hij behoort, is voor zijn inkomen afhankelijk van het management. De grote firma’s van vandaag de dag verkopen niet alleen audits maar ook aanvullende diensten. Het zijn grote commerciële bedrijven geworden, die streven naar winst. Op zich is dit in onze vrije wereld alleszins toelaatbaar, maar het probleem is dat controlerend accountants beweren dat zij hun werkzaamheden verrichten voor het naamloze financieel-economische verkeer, voor de belangen van het publiek in het algemeen. Dit publiek gelooft niet meer in de onafhankelijke positie en zegt van de controlerend accountant: ‘Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt’.

Acties

De laatste jaren zijn vele acties ondernomen om het vertrouwen in de financiële verslaggeving en de controlerende accountants te herstellen. In de eerste plaats moet natuurlijk de invoering van de International Financial Reporting Standards voor beursgenoteerde ondernemingen worden genoemd. Daarnaast proberen de Financial Accounting Standards Board en de International Accounting Standards Board zoveel mogelijk tot congruentie van de standaarden te komen. De discussies over de regels voor financiële instrumenten blijven echter voortduren en regels zullen nooit afdoende kunnen worden geformuleerd.

In de tweede plaats alle acties om de onafhankelijkheid en kwaliteit van de controlerend accountant te waarborgen. In de Verenigde Staten kan in dit verband de oprichting van de Pubic Company Accounting Oversight Board (PCAOB) worden genoemd, in Europa de lopende herziening van de Achtste Richtlijn. In Nederland is er de nieuwe Wet toezicht
accountantsorganisaties en in internationaal verband de oprichting van de Public Interest Oversight Board van de International Federation of Accountants. Het klinkt allemaal indrukwekkend!

Onafhankelijkheid

Om de onafhankelijkheid te bevorderen wordt de nadruk gelegd op de betekenis van een audit committee. De primaire contacten van de accountant over zijn benoeming, zijn auditplan, zijn declaratie en eventuele andere vormen van dienstverlening zouden moeten lopen via het audit committee, of in elk geval de toezichthouders op het management en niet het management zelf. Het publiceren van de gedeclareerde bedragen voor de audit en voor andere diensten en de periodieke rotatie van de verantwoordelijke partner zou eveneens de onafhankelijkheid bevorderen.

Vele maatregelen zijn ook voorgesteld om de kwaliteit van de accountantswerkzaamheden te waarborgen. Kwaliteitscontrole binnen de firma, tussen firma’s onderling en door derden zijn versterkt, respectievelijk in gang gezet.

Kernprobleem

Ik wil niet ontkennen dat bovenstaande acties resultaat hebben gehad. Men hoort de laatste tijd steeds vaker dat accountants meer hun rug recht houden en niet met alle wensen van de cliënt meegaan. Ook de versteviging van de band met commissarissen of audit committee heeft plaatsgevonden. Toch is er nog steeds een spanning tussen het commerciële belang en het vaktechnische belang. Het publiek vindt nog steeds dat de accountant klantgericht is, blijkend uit de onderlinge concurrentie om opdrachten binnen te halen. Het maatschappelijk verkeer staat ondanks alles niet op de eerste plaats.

Publiek

Ik ben dan ook van mening dat alle acties en maatregelen het vertrouwen niet zullen herstellen als het kernprobleem niet wordt opgelost. Het staat immers buiten kijf dat de controlerend accountant voor zijn inkomen afhankelijk is van zijn cliënt. Zo lang als deze situatie blijft bestaan, is het vrijwel niet mogelijk dat het publiek weer vertrouwen in het accountantsberoep krijgt. Het publiek gelooft niet zo in de vastheid van karakter die accountants moeten bezitten om het hoofd te kunnen bieden aan de financiële afhankelijkheid van de cliënt.

Een toekomst?

Zie ik een herstel van vertrouwen? Het is mogelijk dat het ongenoegen wegebt en dat de genoemde acties en maatregelen succes hebben. Toch geloof ik dat dit geen oplossing voor de lange termijn is. Het kernprobleem zal dan moeten worden opgelost.

Een mogelijkheid hiervoor is dat de huidige kantoren zich gaan opstellen als zuiver zakelijke financiële dienstverleners. Er is in de markt duidelijk een behoefte aan dit soort organisaties voor allerlei vormen van financieeleconomische en administratieve adviezen en ondersteuning. Zij zijn er voor de klant zoals ook andere dienstverleners. Zij bieden als diensverlening ook audits aan op financieel terrein en eveneens op andere gebieden.

Wereldwijde audit-organisatie

Deze organisaties worden echter niet meer ingeschakeld voor de diensten die thans bekend staan als wettelijke controles. Deze vorm van audit is voorbehouden aan geregistreerde en gelicentieerde accountants die onderdeel zijn van een wereldwijde onder internationaal toezicht staande audit-organisatie.

De accountants die daar in dienst zijn worden op passende wijze gehonoreerd, zoals gebruikelijk bij internationale organisaties. De inkomsten worden verkregen uit heffingen bij de gecontroleerde ondernemingen. Het toezicht zou in principe kunnen worden uitgeoefend door een internationale beurstoezichthouder. De wettelijke controles zouden dan in deze optiek alleen beursgenoteerde ondernemingen zijn, waar het publiek belang evident is. In Europa zal hiervoor nog wel een wijziging van de Achtste Richtlijn nodig zijn.

Andere wegen

Ik ben mij er van bewust dat dit een nog ververwijderde toekomstdroom is. Toch zie ik een intensievere samenwerking binnen de internationale organisatie van beurstoezichthouders IOSCO ontstaan, en een toenadering tussen de Amerikaanse SEC en de Europese CESR. Waarom zou dit over tien jaar niet kunnen leiden tot een internationale toezichthouder?

Ook zie ik een afname van de animo bij jongeren om controlerend accountant te worden bij één van de kantoren. Men gaat liever de zakelijke dienstverlening in. Waarom zou dit niet uiteindelijk de noodzaak met zich meebrengen om andere wegen te zoeken voor de uitvoering van de wettelijke controle?

André Bindenga

André Bindenga was bijna veertig jaar werkzaam als openbaar accountant. Hij was voorzitter van de raad van bestuur van Ernst & Young en voorzitter van het Koninklijk NIVRA. Ook zat hij vijf jaar in de board van de International Federation of Accountants. Hij was meer dan twintig jaar hoogleraar accountancy. Na zijn pensionering werd hij onder meer lid van de raad van toezicht van de Autoriteit Financiële Markten.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.