Ontslag rechtspersoon bestuurder: geen einde managementovereenkomst
Recentelijk heeft het Hof Amsterdam geoordeeld dat ontslag van een rechtspersoon bestuurder niet automatisch leidt tot einde van de managementovereenkomst.
Welke gevolgen heeft deze uitspraak?
Casus
Nadat H.W. Holding B.V. (hierna: H.W. Holding) - één van de drie bestuurders van RDH Beheer B.V. (hierna: RDH Beheer) - zonder toestemming geld uit de vennootschap had opgenomen, is deze, na besluit daartoe van de algemene vergadering van aandeelhouders, ontslagen als bestuurder van RDH Beheer. De vraag was of het besluit tot het ontslag van H.W. Holding als bestuurder ook beëindiging van de managementovereenkomst met RDH Beheer tot gevolg had.
Oordeel Hof
Het Hof Amsterdam vond van niet. Het Hof oordeelde dat de zogenaamde 15 april-arresten van de Hoge Raad niet van toepassing waren op de managementovereenkomst. In deze arresten heeft de Hoge Raad geoordeeld dat door een rechtsgeldig ontslag van een bestuurder door een bevoegd orgaan in beginsel ook een einde wordt gemaakt aan de arbeidsovereenkomst. Dit volgt, volgens de Hoge Raad, uit de wetsgeschiedenis van de artikelen 2:134 en 2:224 BW. Deze bewerkstelligen dat door een ontslagbesluit ook een einde komt aan de arbeidsovereenkomst.
Het Hof vond dat de omstandigheden die in de 15 april-arresten aan de orde waren, niet zonder meer op één lijn kunnen worden gesteld met de situatie die in dit geval aan de orde was.
Ten eerste zagen die arresten op een natuurlijke persoon die zowel werknemer als bestuurder was. Tussen H.W. Holding en RDH Beheer bestond echter geen arbeidsovereenkomst, maar een managementovereenkomst, ook wel overeenkomst van opdracht.
Ook de artikelen 2:134 en 2:224 BW waren volgens het Hof hier niet van toepassing. Er was namelijk geen sprake van een arbeidsovereenkomst in de zin van die bepalingen en daarvan kon ook geen sprake zijn omdat bestuurder H.W. Holding een rechtspersoon was. Daarom moet het antwoord op de vraag welke gevolgen het ontslagbesluit heeft voor de verhouding tussen H.W. Holding en RDH Beheer, gevonden worden aan de hand van hetgeen is overeengekomen in de overeenkomst van opdracht en de op de overeenkomst van opdracht toepasselijke wetsbepalingen.
Conclusie
Deze uitspraak van het Hof lijkt er dus op te wijzen dat een bestuurder rechtspersoon met een managementovereenkomst meer bescherming geniet dat een bestuurder natuurlijke persoon met een arbeidsovereenkomst.
Een andere belangrijke les is dat de vennootschap er goed aan doet om het einde van de managementovereenkomst, bij ontslag van de rechtspersoon bestuurder, goed te regelen, door deze aan elkaar te koppelen. Bijvoorbeeld door de bepaling op te nemen dat ieder ontslag van de bestuurder rechtspersoon automatisch leidt tot einde van de managementovereenkomst.
(Deze bijdrage is geschreven door Carolin Vethanayagam, met dank aan Jan Peter de Man, beiden werkzaam als advocaat bij Justion Advocaten, vestiging Rotterdam.)
Gerelateerd
UWV verdubbelt tijdelijk beslistermijn voor WIA-beoordelingen
Uitkeringsinstantie UWV verlengt de beslistermijn voor WIA-beoordelingen en herbeoordelingen met ingang van het nieuwe jaar tijdelijk van acht naar zestien weken....
Loonkloof tussen mannen en vrouwen nog altijd ruim 10 procent
Maandag 24 november is dit jaar uitgeroepen tot 'Equal Pay Day'. Volgens vakbond FNV verdienen vrouwen in Nederland gemiddeld nog altijd 10,5 procent minder dan...
Hoge Raad: dertien jaar lang uitzendkracht inhuren is te lang
Een uitzendkracht dertien jaar onafgebroken inhuren is te lang. Dat besliste de Hoge Raad in een zaak die was aangespannen door een werknemer die meermaals vroeg...
Equal Pay Day is geen feestdag
Het vraagstuk van gelijke beloning zou een nobrainer moeten zijn. In plaats daarvan worstelen vrouwen in de accountancy met een loonkloof en een babyboete.
Kabinet houdt vast aan regeling huisvestingskosten arbeidsmigranten
Het kabinet heeft besloten dat werkgevers maximaal 25 procent van het minimumloon in rekening mogen brengen voor huisvestingskosten van arbeidsmigranten. De geplande...
