Nieuws

Rechter wijst miljoenenclaim tegen KPMG af

De Rechtbank Amsterdam heeft vorige week een claim van 9,7 miljoen euro tegen KPMG afgewezen. Als controlerend accountant van twee investeringsfondsen had KPMG verklaringen met oordeelonthouding afgegeven en die duidelijk toegelicht. De accountants waren niet verplicht nog apart te waarschuwen.

KPMG controleerde de jaarrekeningen 2007 en 2008 van Beaumont en van Brightwell, twee gelieerde investeringsfondsen die waren gevestigd op de Maagdeneilanden en later op Malta.

Beaumont sloot een ‘loan facility’-overeenkomst met het in Panama gevestigde Olsen Invest & Trade SA. Olsen mocht maximaal 16,4 miljoen lenen tegen een vaste rente van 6,875 procent. Van 2007 tot en met 2010 maakte Beaumont grote bedragen over naar Olsen, dat keurig rente betaalde. Beamont sloot ook een total return swap af met deze onderneming.

Over de jaren 2007 en 2008 kwam KPMG bij Beaumont en Brightwell met een oordeelonthouding, omdat de accountant te weinig informatie had. De accountant gaf later wel een goedkeurende controleverklaring af bij de jaarrekeningen 2009 en 2010 van Brightwell. In 2010 verplaatsten Beaumont en Brightwell hun zetel naar Malta; met ingang van boekjaar 2011 controleerde KPMG Malta de jaarrekeningen van Beaumont.

Toen Beaumont in de loop van 2013 onvoldoende middelen had om een uitkering te doen aan Brightwell, kon Brightwell op zijn beurt niet voldoen aan de verplichtingen aan zijn investeerders. Eén van de twee oprichters van de fondsen pleegde eind 2013 zelfmoord. De vader van de andere oprichter, die geld in de fondsen heeft zitten, diende een klacht in tegen de accountant van KPMG Amstelveen. Volgens de klager had de accountant onder meer moeten waarschuwen voor de fraude van de suïcidale oprichter/bestuurder.

Geen waarschuwingsplicht

De Accountantskamer verklaarde de klacht ongegrond. Toch claimde de vader/investeerder 10,8 miljoen dollar plus rente van KPMG, dat onrechtmatig zou hebben gehandeld door bij de controles niet te waarschuwen voor de kennelijke fraudes.

De Rechtbank Amsterdam heeft die claim op 18 mei jongstleden afgewezen. Net als de Accountantskamer vindt de rechtbank dat de accountant volgens de accountancynormen terecht een gemotiveerde verklaring van oordeelonthouding heeft afgegeven bij de jaarrekeningen 2007 en 2008 van Beaumont en Brightwell.

KPMG heeft namelijk onderzoek verricht naar Olsen en vragen gesteld over de Olsen-lening aan onder anderen de bestuurder van Beaumont. De antwoorden waren onvoldoende om tot een goedkeurende of afkeurende verklaring te komen. KPMG had dus vaktechnisch geen andere keuze dan een oordeelonthouding (zie punt 5.3).

Samen met de toelichting vindt de Rechtbank de oordeelonthouding zo duidelijk dat KPMG hiermee kon volstaan. De accountant had niet ook nog een waarschuwingsplicht. KPMG is op dit punt dus niet tekortgeschoten in zijn zorgplicht tegenover de eisende investeerder.

Met de twee goedkeurende verklaringen was ook niets mis. Toen KPMG de jaarrekeningen over 2009 en 2010 van Brightwell controleerde, was de Olsen-lening overgegaan naar Beaumont Cash Management (BCM), een dochter van Brightwell. Daarmee was de lening wat Brightwell betreft afgelost. Dit was ook duidelijk toegelicht. KPMG wist niet dat Olsen een lening had bij de bank, die daarvoor een pandrecht kreeg op het vermogen van BCM.  Gezien de aflossing was er ook geen reden om de Olsen lening te noemen onder het kopje Credit Risk, zo vindt ook de rechtbank (onder 5.7).

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.