Nieuws

Nederlanders staan vaak nog wantrouwend tegenover AI

Ondanks de snelle opmars van kunstmatige intelligentie (AI) in de samenleving en op de werkvloer, blijft het vertrouwen van Nederlanders in AI achter. Een grote meerderheid maakt zich zorgen over de negatieve gevolgen van AI en verlangt naar betere wet- en regelgeving.

Dat blijkt uit recent internationaal onderzoek van de Universiteit van Melbourne in samenwerking met KPMG. Een derde van de Nederlanders (33 procent) is bereid AI te vertrouwen, tegenover 46 procent wereldwijd. Vergeleken met andere landen scoort Nederland laag op het gebied van AI-geletterdheid, vertrouwen en training. In opkomende economieën ligt het gebruik én vertrouwen hoger.

Hoewel 58 procent van de Nederlandse respondenten regelmatig persoonlijk of professioneel gebruikmaakt van AI en voordelen ervaart zoals efficiëntieverbetering en tijdswinst, maken meer mensen zich zorgen dan dat ze optimistisch zijn. Liefst 85 procent noemt negatieve gevolgen als belangrijke zorg en voor 49 procent wegen de voordelen van AI niet op tegen de risico's.

De grootste zorgen gaan over onnauwkeurige uitkomsten, verlies van controle, privacy en desinformatie. Zo zegt 72 procent onzeker te zijn of online informatie nog te vertrouwen is.

Wetgeving nodig voor vertrouwen

Volgens het onderzoek kan het vertrouwen in AI bevorderd worden door sterkere regelgeving. Een grote meerderheid van de Nederlanders (82 procent) zegt bereid te zijn AI meer te vertrouwen, als zeker is dat het gebruik goed wordt gereguleerd. Daarbij vraagt 85 procent expliciet om wetten en actie tegen AI-gegenereerde desinformatie. De voorkeur daarbij is internationale wetgeving, in samenwerking met overheden. Tegelijk is 89 procent zich niet bewust van bestaande regels of beleid op dit gebied.

Volgens Frank van Praat, partner Responsible AI bij KPMG, laat het onderzoek zien dat het vertrouwen in AI achter blijft bij het groeiende gebruik ervan. "In Nederland is er nog veel onbekendheid over bestaande AI-regelgeving, terwijl er veel vraag is naar regulering." Betere voorlichting en concrete actie zijn nodig, meent hij. "De EU AI Act is een belangrijke stap, maar we moeten nu vooral inzetten op de vertaling ervan naar de praktijk; zowel bij organisaties als voor burgers."

Werkvloer

Ook op de werkvloer groeit het gebruik van AI; 61 procent geeft aan dat hun organisatie AI inzet. Meer dan de helft van werkend Nederland gebruikt AI inmiddels voor het werk, veelal generatieve AI voor algemene doeleinden. Wel ontbreekt het vaak aan duidelijke richtlijnen: 69 procent stelt aan dat hun werkgever geen beleid heeft voor het gebruik van generatieve AI.

De helft van de Nederlanders geeft aan dat ze beperkte kennis hebben van AI en minder dan een kwart heeft al training gehad op dit gebied. Dat kan risico's voor organisaties meebrengen. Twee derde vertrouwt op AI-output zonder deze te controleren (66 procent) of maakt fouten door AI-gebruik (56 procent). Daarnaast geeft 49 procent toe AI weleens op een manier te gebruiken die in strijd is met het bedrijfsbeleid, als dat er is.

Mensenwerk

Hoewel AI ook steeds vaker wordt ingezet bij besluitvorming, willen Nederlanders dat mensen altijd eindverantwoordelijk blijven. 77 procent vindt dat AI een ondersteunende rol mag hebben in managementbesluiten, maar benadrukt dat de uiteindelijke controle bij de mens moet blijven. Het blijft immers mensenwerk. Dit onderstreept het belang van menselijke controle, ethische kaders en duidelijke richtlijnen bij de inzet van AI.

De Wereldwijde Vertrouwensmonitor 'Trust, attitudes and use of artificial intelligence' is gebaseerd op onderzoek onder 48.000 mensen uit 47 landen, waaronder Nederland.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.