Opinie

Oude wijn in oude zakken

Je zou er slapeloze nachten krijgen: van de manier waarop wij registeraccountants met onze kennis en kunde en met elkaar omgaan. De leer van het gewekte wantrouwen lijkt zo langzamerhand ons handelen te bepalen.

Jan Thijs Drupsteen

Wantrouwen naar derden, die gebruikmaken van onze werkzaamheden en die ons verkeerd zouden kunnen begrijpen, waardoor we in onze uitingen bijna meer aandacht besteden aan wat we niet gedaan hebben dan aan wat we wel hebben gedaan.

Wantrouwen tussen de AFM (deels registeraccountants) en het NIVRA, dat ertoe heeft geleid dat veel energie wordt gestoken in het afbakenen van het territorium, terwijl deze energie ook in het gezamenlijk bewaken van de kwaliteit van het werk zou kunnen worden gestoken.

Wantrouwen tussen grote kantoren, kleine kantoren, éénpitters, openbaar accountants, accountants in business en hoe we elkaar ook willen aanduiden, over de manier waarop we gebruik kunnen maken van onze titel.

Dat wantrouwen staat wat mij betreft haaks op het vertrouwen dat wij moeten opwekken. Wij verdienen ons geld door onze kennis en kunde op het gebied van financiën en organisatie aan te wenden. De mensen die ons vragen zetten ons in als expert. Zij vinden dat onze kennis en kunde ons kwalificeert om te voorzien in hun behoefte aan deskundigheid.

Daarbij gaat het niet om de vraag in welke rol we optreden: controlerend accountant, intern accountant, overheidsaccountant, samensteller, controller, financieel directeur, consultant etc. Het gaat er om dat we de kennis en kunde hebben.

Als ik naar een visboer ga wil ik lekker eten en de kapper moet er voor zorgen dat ik er verzorgd uitzie. Ik vertrouw erop dat zij de kennis en kunde hebben om mij te geven waarom ik vraag. En ondertussen zoek ik de zekerheid dat het goed is. Ik ga naar de kapper die me de vorige keer goed heeft geknipt en vraag vervolgens aan anderen of mijn haar goed zit. Ik koop mijn vis bij de visboer die me de vorige keer zo'n goed recept gaf en vraag aan de mensen die komen eten of het lekker is. Ik kan relatief makkelijk vaststellen dat ik krijg wat ik hebben wil.

Voor onze cliënten is dat moeilijker. Niet elke aandeelhouder van een beursfonds kiest zijn eigen accountant en het is erg moeilijk om vast te stellen dat we ons werk goed hebben gedaan. En dus moeten wij aantonen dat de kwaliteit is gewaarborgd.

Nationaal maar zeker ook internationaal wordt de noodzaak door accountants uitgevoerde van jaarrekeningcontroles onderkend. Gebruikers mogen ontevreden zijn over het product, over het afwentelen van verantwoordelijkheden, over de afstandelijkheid van de accountant tegenover de onderneming, maar toch wil men de verklaring. Het feit dat registeraccountants de kennis en kunde hebben om deze controles uit te voeren maakt dat wij een vertrouwensrol kunnen spelen in de financiële wereld. Het maakt ook dat registeraccountants kwalificeren om in allerlei andere financiële (advies) functies actief te zijn.

De discussie tussen De Wakkere Accountant en het NIVRA gaat met name over de vraag wat er moet worden gedaan om deze positie te bewaken. Hoe onderhouden we onze kennis en kunde en hoe voorkom je reputatieschade. En dan gaat het volgens mij te vaak over de vraag: Hoe houden we vast aan onze oude waarden. De visies daarop lijken lijnrecht op elkaar te staan.

Maar wat echt jammer is, is het feit dat de discussie met name gevoerd wordt door collega's die hun vijftigste en soms hun zestigste verjaardag al (lang geleden) gevierd hebben. Nu wantrouw ik deze leeftijdscategorie niet, deze mensen hebben ons beroep en onze reputatie opgebouwd, maar mijn toekomst houd ik graag zelf in de hand. Ik wil mijn titel over twintig jaar nog kunnen gebruiken en wil graag actief anticiperen op de toekomst. Door te participeren in de discussie werk ik mee aan mijn carrière.

De vraag naar onze diensten wordt steeds meer internationaal bepaald. Dat betekent ook dat we internationaal aangesloten moeten zijn. Het NIVRA-lidmaatschap van IFAC is dan ook een logische zaak. En daarmee krijgen we lusten maar ook lasten. Laten we als twintigers, dertigers en veertigers nadenken hoe we daar invloed op kunnen uitoefenen. Hoe kunnen wij binnen IFAC zorgen dat de regelgeving voor accountants in Nederland acceptabel en toepasbaar is. En dat betekent dan dus ook ervoor zorgen dat de regels voor 'accountants in business' voldoen aan wat praktisch nodig is, en er voor zorgen dat voor de samenstellingspraktijk internationaal kantoorregels worden opgesteld die zijn gebaseerd op de risico's waarmee deze kantoren te maken hebben, en niet meer dan dat.

Kortom, hoe maken wij ons beroep klaar voor de komende dertig of veertig jaar. Ik roep mijn leeftijdsgenoten op om meer dan nu het geval is te participeren in deze discussie.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Thijs Drupsteen is hoofd Vaktechniek bij de NBA en secretaris van het Adviescollege voor Beroepsreglementering. Hij schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.