Opinie

Partner-hoogleraar accountancy kan wél

Met verbazing heb ik in het Financieele Dagblad (12 september) het artikel gelezen over hoogleraren accountancy. Het artikel geeft een eenzijdig, onvolledig en vertekend beeld.

Ik ben zelf sinds 1999 hoogleraar aan de Universiteit Maastricht en vanaf 2007 tevens aan de Nyenrode Business Universiteit. Mijn hoogleraarschappen heb ik altijd gecombineerd met een functie bij een accountantskantoor, eerst bij Ernst & Young en daarna bij BDO. Hoewel ik mij niet direct aangesproken hoef te voelen, omdat ik immers niet (meer) verbonden ben aan een big four-kantoor, is mijn positie wel vergelijkbaar met die van mijn collega-hoogleraren bij de big four.

Ik vind dat het artikel een eenzijdig, onvolledig en vertekend beeld geeft en wel om de volgende redenen:

  • in het FD-artikel wordt ervan uitgegaan dat een hoogleraar alleen aan het maatschappelijk debat deelneemt als heel specifieke casussen tot op het bot worden uitgebeend en op een smeuïge en een min of meer populistische wijze de media worden in geslingerd met weinig aandacht voor nuances;
  • het deelnemen aan het maatschappelijke debat kan ook anders, primair op basis van onderzoek en de kennis en kunde die daarbij is opgedaan. Dat zijn hoogleraren aan hun stand verplicht. Graag verwijs ik in dit kader naar de talloze publicaties die in de afgelopen tien jaar van mijn hand zijn verschenen in de rubrieken Optiek en Recht en belastingen van uw krant. Ook is de afgelopen jaren in uw krant uitgebreid aandacht besteed aan de resultaten van mijn onderzoek, bijvoorbeeld naar de kwaliteit van de financiële verslaggeving van zowel beursfondsen als ondernemingen in het mkb en de rol van de accountant daarbij;
  • de taak van een hoogleraar is uiteraard veel breder dan alleen maar een bijdrage leveren aan het maatschappelijke debat. Dat laatste behoort mijns inziens een bijproduct te zijn van het wetenschappelijke werk van een hoogleraar, het doen van systematisch onderzoek naar fenomenen die zich op zijn vakgebied voordoen en daarover te doceren en te publiceren in wetenschappelijke en vaktijdschriften. Uitsluitend reageren op incidenten, omdat dat goed scoort in de media, is een hoogleraar onwaardig;
  • ik heb mij altijd volledig onpartijdig en onafhankelijk gevoeld in mijn wetenschappelijke werk. Nooit heb ik enige belemmering ervaren, noch bij Ernst & Young noch bij BDO.

Deze opiniebijdrage is ook verschenen als ingezonden brief in het Financieele Dagblad van 15 september 2011.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Prof. dr. Ruud Vergoossen RA is emeritus hoogleraar Nyenrode Business Universiteit, emeritus hoogleraar Universiteit Maastricht en oud-lid van de CEA.

Gerelateerd

6 reacties

Jo Vestjens

Ruud, Gezien de impact van het artikel in het FD (o.a. kamervragen) maak ik mij sterk voor het doen van een onderzoek, immers zoals jij aangeeft bestaat het wetenschappelijke werk van een hoogleraar met name uit het doen van systematisch onderzoek naar fenomenen die zich op zijn vakgebied voordoen. Overigens realiseer ik mij terdege dat het antwoord op de vraag bij welke accountant / bijzonder hoogleraar deze onderzoeksvraag mede afhankelijk is van de specifieke leerstoel die door hem/haar wordt bekleed. Overigens sluit ik niet uit dat dit mogelijk een mooi onderwerp is voor de verplichte EP 2012 (professioneel kritische instelling) dan wel een onderwerp voor accountants in opleiding.

Coen

Ik denk dat we moeten oppassen niet te verzanden in enkele details van het artikel. Daarnaast gaat het niet om de onafhankelijkheid die je zelf voelt, maar hoe er van buitenaf naar gekeken wordt. Toch wel een essentieel verschil. Daarmee begrijp ik het artikel zeer goed, want daarin wordt kortweg eigenlijk gesteld dat het erg raar is dat er zoveel discussie is omtrent het werk van accountants en de leraren, de vormers van de beroepsgroep van morgen, blijven stil in de discussie. Dan is natuurlijk een link naar Big-Four zo gelegd en heb je de schijn alweer tegen. Persoonlijk vind ik het erg raar dat dit verbazing oproept eigenlijk. Onze beroepsgroep ligt onder vuur en oplossingen komen er maar mondjesmaat of bijna eigenlijk niet. En de groep waarvan je het verwacht, de hoogleraren ofwel de vormers van de beroepsgroep van morgen, hoor je niet. Tuurlijk doen ze hun werk heus wel en hebben ze een mening die in de schoolbanken wordt geuit... daar gaat het niet om, het gaat om het publieke debat. Juist daarin blijft het stil en naar mijn mening zeer terecht zoals Marcel Pheiffer het stelt dat hij zich schaamt voor zijn vakgenoten. En het maakt daarin niet eens uit hoeveel papers er intern gemaakt worden of iets dergelijks, de buitenwereld, degene waar wij het idee bij hebben dat zij de gebruikers zijn, horen ons als gehele beroepsgroep te weinig na alle discussies. Zeker de mensen waar je het van verwacht, namelijk de hoogleraren. Stel ik voor om niet in de verdediging te schieten, maar de handschoen op te pakken en dus het publieke debat aan te gaan over de accountant van morgen die geleerd heeft van gisteren!

R Huizingh

Slip of the "pen".

D. Trigg

Betekent is met een T

R Huizingh

Ik heb eveneens het artikel met verbazing gelezen. Twee vragen kwamen spontaan bij mij op, namelijk: - Betekend dit dan ook dat leerstoelen vanuit bedrijfsleven ter discussie staan? - Waarom wordt er in het artikel gezocht naar sensatie, door het onderwerp links te laten liggen en over opdrachthonoraria te gaan schrijven.

Matthijs Pool

De 2e en 3e bullet raken de kern waar het gaat om een eventuele rol van een hoogleraar in het publieke debat. Populisten zijn er genoeg. Laat overigens onverlet dat ook binnen de kring van de wetenschappers er kritisch gekeken moet worden naar onafhankelijkheid en kwaliteit. Ook hier is de vanzelfsprekendheid voorbij.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.