Opinie

Algoritmes mogen voor accountants geen geheimen hebben

Eind mei stelde regeringspartij VVD bij monde van Jan Middendorp voor dat accountants een oordeel geven over de eerlijkheid en betrouwbaarheid van uitkomsten van algoritmes die bedrijven en overheden inzetten bij het nemen van beslissingen.

Langs die weg kan bijvoorbeeld worden voorkomen dat een bedrijf op basis van de uitkomst van een algoritme de facto mensen discrimineert op grond van ras, godsdienst of geslacht. Mona de Boer en Jeroen Goudsmit gaven in hun opinie (ook opgenomen in NRC) aan dat accountants zo'n controle kunnen uitvoeren. Veel reacties waren negatief. Marcel Pheijffer merkte op dat bedrijven zelf zo'n verklaring niet aan kunnen, laat staan dat de accountant deze uitspraak zou kunnen verifiëren. Op 11 juni reageerde Jan Middendorp in het FD op de afhoudende reactie van Pheijffer om externe accountants een 'in-control-verklaring' te laten geven. Volgens hem onderstreept de reactie van Pheijffer juist hoe hard het nodig is om na te denken over de rol van de accountant in het kader van het gebruik van algoritmes.

Wie heeft er gelijk? Gelet op het dagelijks werk van de huidige accountant lijkt het voorstel van Jan Middendrop haalbaar. Wel is er behoefte aan een duidelijk stelsel van normen.

Wat is de rol van de accountant? De controlerend accountant verleent - onder meer - zekerheid omtrent de verwerking van economisch relevante gebeurtenissen in financiële verslagen. Naarmate de accountant risico’s beter kent, is deze in staat meer zekerheid te verlenen. Zo liep de accountant in de financiële crisis tegen de risicofactor 'illiquiditeit van de markt' aan, waardoor geheel volgens de regels tegen marktprijs gewaardeerde financiële activa ineens waardeloos bleken te zijn. Het zou in de opbouw naar de crisis wenselijk zijn geweest dat accountants de tekortkomingen van marktprijzen in kaart hadden gebracht. Accountants wisten dat wel, maar kwalificeerden hun goedkeurende verklaringen niet door te wijzen op de invloed van deze tekortkoming van marktprijzen.

Evengoed kunnen accountants hun ogen sluiten voor de uitkomsten van algoritmes, maar dat is opnieuw ongewenst. Immers, de inzet van een algoritme waarmee de facto racisme wordt bevorderd, moet om zowel maatschappelijke als bedrijfsmatige redenen worden afgewezen. Het bedrijfsrisico dat is verbonden met de inzet van het algoritme moet daarom in kaart worden gebracht. En dat kan ook.

We zijn allang niet meer in de situatie waar de certificerend accountant al het werk (kan) doen waarvoor hij/zij aftekent. De accountantscontrole van complexe (financiële) producten/diensten wordt uitgevoerd door (audit) teams waarin diverse specialisten zich verenigen, onder leiding van de aftekenende (certificerend) accountant. Denk aan financiële producten die de inzet van een actuaris vergen. Deze specialisten worden in de meeste gevallen gevonden in de eigen firma (advies) of daarbuiten.

In het kader van de financiële verslaggeving worden (uitkomsten van) algoritmes ook nu al door audit teams gecontroleerd. Waar het om gaat is dat de accountant in staat is assurance te geven bij inschattingen die het gecontroleerde bedrijf heeft gemaakt op basis van algoritmes. Dat betekent inderdaad dat wanneer het bedrijf  gebruikmaakt van algoritmen om bijvoorbeeld een noodzakelijke voorziening in te schatten, de controlerend accountant hierop een controle moet uitvoeren. Voor zover de kennis van de accountant tekort schiet zal deze gebruik maken van een programmeur. 

Nu zijn er duidelijke grenzen aan de mate waarin deze kennis van de accountant tekort mag schieten. Immers, om specialisten goed aan te kunnen sturen moet de accountant weten waar deze over praat. Om die reden zien we dat in diverse opleidingen plaats wordt gemaakt in onderwijsprogramma's om accountants in spe te bekwamen in programmeren en in het bredere vakgebied van data-science. Met toestemming van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding  (CEA) worden onderwerpen die traditioneel onder de vakgebieden Internal Controls en Controleleer vielen, vervangen door onderwerpen die onder de noemer data-science vallen. Met dit instrumentarium is de accountant die schoolbanken verlaat voldoende geëquipeerd om de effecten van algoritmes op de financiële verslaggeving op zijn waarde te schatten.

Maar het werk van de accountant reikt verder dan de inschatting van de effecten van algoritmes op financiële verslaggeving. Sterker, dit werk wordt al gedaan door en voor accountants.

Om te beginnen zou de accountant kunnen vaststellen of uitkomsten van algoritmes ook worden gescreend, voor zij worden omgezet in beslissingen die klanten, leveranciers en andere belanghebbenden raken. Zo’n screening is vergelijkbaar met het handmatig ingrijpen van een door een computer bestuurde auto. Steekproeven kunnen vervolgens worden gebruikt om vast te stellen of de inzet van algoritmes tot ongewenste uitkomsten leidt voor belanghebbenden.

Samengevat: omdat de accountant al de nodige ervaring heeft met de controle op uitkomsten van algoritmes in de financiële verslaggeving, ligt het voor de hand dat deze taak zich ook uitstrekt tot de maatschappelijke gevolgen van algoritmes; juist omdat zich hierin een serieus bedrijfsrisico manifesteert. Het voorstel van de VVD om de accountant hierop te laten controleren lijkt daarom uitvoerbaar.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.