Tuchtrecht

Goedgelovige accountant sluit ogen voor fraudesignalen

De controlerend accountant van vleesverwerker Weyl was zeer onoplettend en veel te onkritisch. Hij had meer oog moeten hebben voor de frauderisico's. Er zijn echter geen aanwijzingen dat hij op de hoogte was van de fraude.

Accountantskamer

Zaaknummers:
14/2716 resp. 15/151 en 15/714 Wtra AK
Datum uitspraak:
18 december 2015
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
twee doorhalingen, niet-herinschrijvingstermijn zes maanden
Status:
bevestigd, CBb 16 november 2017, 16/86, 16/87 en 16/88 resp. 16/89
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2015:153, ECLI:NL:TACAKN:2015:154, Samenvatting CBb-uitspraken

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant van KPMG geeft goedkeurende verklaringen af bij de jaarrekeningen 2008 en 2009 van rundvleesverwerker Weyl. Voordat hij zelf verantwoordelijk wordt voor de controle maakt hij deel uit van het controleteam. De leider van het toenmalige controleteam is commissaris en adviseur bij Weyl als zijn opvolger de boeken controleert.

Weyl wordt feitelijk geleid door één man: de directeur-eigenaar. Daarnaast is er een financieel directeur. De onderneming is sterk afhankelijk van de financiering door banken en de factoringmaatschappij. In 2010 uiten zij hun hevige twijfels aan de echtheid van de inkoopfacturen. De dga en de financieel directeur geven toe dat facturen nep zijn en dat de debiteurenpositie te hoog is weergegeven. De banken zetten de financiering stop en spoedig daarna gaat het bedrijf failliet.

Uit intern onderzoek van KPMG blijkt dat er van alles mis was met de financiële verantwoording en dat de controle op heel veel punten niet deugde. Uit het onderzoek dat EY later uitvoert in opdracht van de curatoren blijkt dat Weyl de resultaten in 2008 en 2009 met miljoenen euro’s heeft opgepoetst.

De dga en de financieel directeur zijn in 2012 door de strafrechter veroordeeld wegens belastingfraude. De celstraffen worden bevestigd in hoger beroep. In oktober 2014 vertrekt de controlepartner bij KPMG.

Namens enkele gedupeerden dient SOBI in 2014 een tuchtklacht in tegen de controlerend accountant. Na een schikking met KPMG trekt SOBI de klacht in. Op verzoek van de Accountantskamer neemt de Autoriteit Financiële Markten die klacht over.

In 2015 dienen zowel de curatoren als een collectief van crediteuren een klacht in tegen de accountant.

Klachten

AFM (14/2716 Wtra AK)

De accountant heeft:

  • ten onrechte goedkeurende verklaringen afgegeven bij de jaarrekeningen 2008 en 2009;
  • ten onrechte veertien concrete frauderisicofactoren genegeerd;
  • fouten in de jaarrekeningen niet opgemerkt, met name een te hoge post debiteuren, een te lage post crediteuren en te hoge voorraden, waardoor de winst en het eigen vermogen te hoog waren weergegeven;
  • noodzakelijke controlewerkzaamheden niet uitgevoerd;
  • geen aandacht besteed aan het grootboek waarin ‘correctieboekingen’ werden gedaan om de posten debiteuren en crediteuren te vervalsen;
  • uitsluitend aandacht gehad voor de spreadsheets die het management hem gaf;
  • onvoldoende geschikte controle-informatie verkregen voor de goedkeurende accountantsverklaringen;
  • de controle van de jaarrekeningen 2008 en 2009 te onkritisch uitgevoerd.

Curatoren (15/151 Wtra AK)

Voor zover de AFM hier al niet over heeft geklaagd, klagen de curatoren erover dat de accountant:

  • niet voldoende heeft doorgevraagd;
  • onvoldoende variatie heeft toegepast in de controle-aanpak;
  • het oordeel over de jaarrekeningen 2008 en 2009 onvoldoende heeft onderbouwd;
  • geen nadere stappen heeft gezet, terwijl hij wist van de fraude of die op zijn minst heeft vermoed;
  • ten onrechte toestemming heeft gegeven om de controleverklaring bij de jaarrekeningen 2008 en 2009 te openbaren;
  • ten onrechte heeft geweigerd een kopie te verstrekken van de tuchtklacht die begin 2014 tegen hem was ingediend.

Crediteurencollectief (15/714 Wtra AK)

Bovendien had de accountant de controle van de jaarrekeningen 2008 en 2009 niet mogen doen omdat hij niet onafhankelijk genoeg was nu zijn voorganger en voormalige teamleider verbonden was aan zowel KPMG als Weyl.

Oordeel

De klachten zijn gegrond. (Alleen de klacht van het crediteurencollectief ten aanzien van 2008 is niet-ontvankelijk, want te laat ingediend.)

Formaliteiten

De klacht van de AFM is op tijd ingediend. Omdat de AFM een eerder ingediende klacht heeft overgenomen, telt de datum waarop de klacht oorspronkelijk is ingediend. Dat de AFM de verwijten anders heeft geformuleerd dan SOBI maakt de klacht inhoudelijk niet nieuw.

Dat een collectief van crediteuren al een klacht heeft ingediend is geen reden om de klacht van de curatoren, die optreden namens crediteuren in het algemeen, niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen reden om de AFM-klacht bij voorbaat weg te wuiven omdat de accountant geen eerlijk proces gehad zou hebben. Volgens de accountant had hij via het interne onderzoek namelijk zelf belastend bewijs moeten leveren aan de klagende toezichthouder. Maar de Accountantskamer zegt dat KPMG het onderzoeksrapport aan de AFM heeft gegeven. Tot slot is ook de onduidelijkheid over hoe de fraude precies in elkaar stak geen beletsel om de klachten te behandelen.

Onafhankelijkheid

De accountant had de verbondenheid van zijn voormalig superieur en kantoorgenoot aan Weyl als commissaris moeten zien als een bedreiging voor zijn onafhankelijkheid. Hij heeft onder diens leiding in ieder geval meegewerkt aan de controles van de jaarrekeningen 2004, 2005 en 2006. Die jarenlange samenwerking zal, zeker nu de accountant hem is opgevolgd, hebben geleid tot een zekere vertrouwdheid, die ook nog bestond tijdens de controle van de jaarrekening 2009. De accountant heeft geen maatregelen getroffen om ongewenste beïnvloeding te voorkomen.

Frauderisico’s 2008

Bij de planning van de controle is het onderwerp fraude besproken in afwezigheid van de accountant. In de planning vormen de frauderisico’s geen aandachtspunten. Er is conform de Audit Checklist wel met de financieel directeur gesproken over fraude, maar van dat gesprek is geen verslag gemaakt. In ‘Planning Document NP’ is de onvolledige opbrengstverantwoording aangemerkt als frauderisico, maar uit het dossier blijkt niet tot welke (extra) controlewerkzaamheden dat heeft geleid.

De accountant wist dat de dga vanwege de bonus en financieringseisen baat had bij het opfleuren van de cijfers en wist ook dat de dga al twee keer strafrechtelijk was veroordeeld wegens belastingfraude. Desondanks schrijft de accountant in het planningsdocument dat het management “een integere indruk” maakt, zonder dit te onderbouwen.

Volgens Standaard 240 (paragraaf 77) had de accountant de aanvaardbaarheid van de geboekte journaalposten en andere correcties moeten onderzoeken. Handmatige memoriaalboekingen van meer dan 75 mille zijn echter niet geanalyseerd.

Frauderisico’s 2009

Bij de planning van de controle is het onderwerp fraude besproken, deze keer in aanwezigheid van de accountant. Maar de vragen naar de aanwezigheid van frauderisico’s zijn allemaal ontkennend beantwoord. Zelfs de vraag over vermoede of daadwerkelijke overtredingen dan wel fraude, terwijl de accountant van de twee veroordelingen wegens belastingfraude wist.

Er is ook deze keer met de financieel directeur gesproken over fraude en opnieuw geen gespreksverslag gemaakt.

Het risico dat het management medewerkers van de administratie onder druk zette bepaalde boekingen uit te voeren, bestond volgens de accountant niet. Als je langere tijd bij een cliënt over de vloer komt “voel je dat” volgens de accountant. In de analyse van de handmatige journaalposten schrijft de accountant onder meer: “Het risico dat er frauduleuze boekingen worden gemaakt, is laag.” Uit het dossier blijkt niet dat deze posten zijn onderzocht en welke informatie hierover is gevraagd bij de Weyl-medewerkers die betrokken waren bij de financiële rapportage. Of de autorisatie en onderbouwing van de handmatige journaalposten zijn gecontroleerd valt ook niet op te maken uit het dossier.

De accountant heeft kortom:

  • geen oog gehad voor inherente risico’s;
  • geen oog gehad voor adequate waarborgen in de interne beheersing;
  • volgens het dossier helemaal geen frauderisico’s onderkend;
  • ten aanzien van het frauderisico niet gedaan wat hij volgens de controleaanpak van plan was.

Goederenbeweging 2008

De uitgaande goederenbeweging van de Nederlandse slachterij was in 2008 76.626.125 kilo, terwijl er volgens het financiële programma van Oracle 75.441.294 kilo is verkocht. Het verschil van 1.184.831 kilo wordt toegeschreven aan “indroogverlies”, meer verkoop dan verwacht en op voorraad was, “verkocht vet uitsnijderij” en de verkoop van kilo’s water dat in bepaalde vleessoorten wordt geïnjecteerd. Bij de Duitse slachterij van Weyl is het verschil aanzienlijk kleiner: 3.835 kilogram op bijna 22 miljoen kilo. De verschillen zijn niet gecontroleerd.

De goederenbewegingen van de twee slachterijen worden weergegeven in kilo’s, terwijl de accountant de aansluiting van het verkochte aantal kilo’s heeft gemaakt in euro’s. De accountant heeft de goederenbeweging wel in kilogrammen geanalyseerd maar heeft geen aansluiting gemaakt met de geldbewegingen.

Goederenbeweging 2009

De uitgaande goederenbeweging van de Nederlandse vestiging is 97.801.370 kilo, terwijl er volgens Oracle 96.163.658 kilo is verkocht. Het verschil van 1.637.712 kilo wordt deels toegeschreven aan “indroogverschillen” en meer verkoop dan mocht worden verwacht c.q. in voorraad was. Bij de Duitse slachterij van Weyl waren de cijfers sluitend. De verklaring voor de verschillen in Nederland zijn niet getoetst.

Voorraden 2008

In Oracle werd geen subadministratie van de voorraden bijgehouden. Weyl hield een extracomptabele administratie bij in kilo’s aan de hand van de opgaven van de externe vrieshuizen, waarna Weyl de voorraden waardeerde en boekte in de financiële administratie.

De accountant vond het risico dat er geen voorraden waren of dat die onjuist waren gewaardeerd “significant” en had zich voorgenomen een en ander te controleren.

Voor zover er interne beheersingsmaatregelen voor de post voorraden bestonden, werden die niet effectief bevonden. Uit het controledossier blijkt echter niet in hoeverre de accountant extra (gegevensgerichte) werkzaamheden heeft uitgevoerd. Wel blijkt dat de accountant bijvoorbeeld:

  • bij een cijferanalyse heeft vastgesteld dat twintig geselecteerde artikelen voor in totaal 1,26 miljoen euro waren overgewaardeerd en dat bedrag na een gesprek met de directie zonder nadere toelichting is verminderd met 1 miljoen euro;
  • de voorgenomen cijferbeoordeling van de ‘inventarisatieverschillen’ op de grootboekrekening achterwege heeft gelaten;
  • de interne voorraadinventarisatie niet heeft uitgevoerd (het is althans niet duidelijk hoe);
  • tegenstrijdige informatie over verouderde voorraden niet tegen het licht heeft gehouden;
  • de voorgenomen controle van de de incourante voorraden niet heeft uitgevoerd.

Voorraden 2009

Volgens de accountant heeft hij de voorraden in 2009 op dezelfde manier gecontroleerd als in 2008. Ook nu zag hij op voorhand significante risico’s. Volgens het controledossier heeft hij daarom drie lijncontroles uitgevoerd om de interne beheersing te testen. Voor zover de resultaten daarvan zijn gedocumenteerd werd één van de beheersingsmaatregelen aangemerkt als effectief, terwijl die in 2008 nog als ineffectief werd bestempeld.

Wat betreft de gegevensgerichte werkzaamheden ontbreekt een overzicht van de ‘inkopen in kilogrammen conform de crediteurenadministratie’. De raad van commissarissen vond de voorraad met 5000 ton te hoog, omdat 3300 ton daarvan uit laagwaardige snippers bestond en omdat grote afnemers minder afnemen omdat het vlees bijvoorbeeld niet geleverd kon worden op de gewenste temperatuur.

De commmissarissen vroegen zich af of je die voorraad niet beter kon “dumpen met verlies”. De accountant heeft de voorraadwaarde daarna wel getoetst aan de laatste verkoopprijzen.

Onduidelijk is echter in hoeverre hij rekening heeft gehouden met de opmerkingen van de raad van commissarissen. In het controledossier staat ook niets over controle van de ouderdom en de (in)courantheid van de voorraden.

Kostprijs

De accountant baseerde zijn conclusie over de kosten van grond- en hulpstoffen op een ogenschijnlijk aannemelijke marge. Het verband tussen de verantwoorde kostprijs - die te laag was door de frauduleuze boekingen - en de uitgaande geldstroom is echter niet vastgesteld. Voor zover de fraude bij Weyl de winst- en verliesrekening raakte, had die met name effect op de de verantwoorde kostprijs.

Debiteuren en factoring 2008

Volgens de consolidatiestaat en saldibalans bedroeg het debiteurensaldo ultimo 2008 12.637.000 euro:

  • 60.550.000 euro aan debiteuren;
  • minus 1.500.000 aan voorziening dubieuze debiteuren;
  • minus 14.809.000 euro aan ‘unapplied receipts’;
  • minus 32.012.000 voor de factoringmaatschappij.

De nettovordering op de grootste debiteur, Weyl Rusland - geen groepsmaatschappij -, was 2.725.215 euro.

Volgens het planningdocument was de waardering van vorderingen een significant risico. De accountant heeft de autorisatie van facturen echter niet beoordeeld. Verder zijn de volgende onderdelen onvoldoende gecontroleerd:

  • de aansluiting van de saldibalans op de subadministratie over de ouderdom van de voorraden;
  • het debiteurensaldo van begin 2008 dat niet aansloot op dat van ultimo 2007;
  • een saldobevestiging van Weyl Rusland;
  • een tussenrekening waarop ‘niet-afgeletterde’ ontvangsten stonden;
  • de debiteurensaldi die de directie opgaf;

Debiteuren en factoring 2009

De accountant zegt dat hij deze posten in 2009 op dezelfde manier heeft gecontroleerd als in 2008. Volgens de consolidatiestaat en saldibalans bedroeg het debiteurensaldo ultimo 2009 8,8 miljoen euro:

  • 54.336.000 euro aan debiteuren;
  • minus 850.000 aan voorziening dubieuze debiteuren;
  • minus 4.864.000 euro aan ‘unapplied receipts’;
  • minus 38.164.000 voor de factoringmaatschappij.

De nettovordering op de grootste debiteur (Weyl Rusland) was 2.624.526 euro.

Hoewel er met drie van deze posten iets vreemds aan de hand is, heeft de accountant ze niet nader bekeken:

  • er zit een verschil van 33 mille tussen de nettovordering op Weyl Rusland en de saldobevestiging door dit bedrijf;
  • een groot deel van de ‘unapplied receipts’ betreft de jaren 2003 tot en met 2008; in feite was er in 2009 een debetpost van 4.851.993 euro;
  • de factoringmaatschappij heeft feitelijk een krediet verstrekt van 39,3 miljoen euro, zodat de kredietlimiet van 36 miljoen euro is overschreden.

Crediteuren 2008

Net als bij bovengenoemde posten had de accountant ook op deze jaarrekeningpost onvoldoende toereikende controle-informatie. “Met name het niet verrichten van controlewerkzaamheden omtrent de volledigheid van de verantwoorde inkoopfacturen is daarbij opmerkelijk.”

Volgens de accountant:

  • werden de vee-leveranties gecontroleerd door vast te stellen dat de slachtdata juist en volledig in Oracle terechtkwamen;
  • werd via lijncontroles vastgesteld dat de inkoopfacturen in het grootboek werden verantwoord;
  • zat deze stroom “dicht” op het punt van volledigheid;
  • heeft hij hierop geen voortgezette controle uitgevoerd, omdat dat niet zinvol was nu Weyl zelf de inkoopfacturen voor vee-leveranties opstelde;
  • werden de facturen voor de overige inkopen ontvangen door het directiesecretariaat en doorgeleid naar de financiële administratie, waar ze in Oracle werden geboekt;
  • werd op de overige inkopen wel een voortgezette controle uitgevoerd en werd de specificatie van de crediteuren kritisch beoordeeld.

Vooraf zag de accountant de volledigheid van de schulden als “een significant risico”. Een “attentiepunt” voor de controle was ook dat de omvang van de crediteuren daalde ten opzichte van de kostprijs van de omzet, terwijl een stijging voor de hand lag omdat de bedrijfsactiviteiten toenamen. Toch heeft hij een en ander onvoldoende gecontroleerd.

Verder heeft de accountant:

  • voor de lijncontrole inkoop maar een transactie bekeken;
  • niet gekeken naar debetbedragen, vreemde valuta, IC-schulden en overige posten;
  • bij de aansluiting van de saldibalans op de subadministratie crediteuren niet gekeken waar de informatie van de directie hierover vandaan kwam en of die juist en volledig was, terwijl er een verschil van in totaal 731.000 euro was;
  • er geen rekening mee gehouden dat de directie bedragen in Oracle kon veranderen;
  • de juistheid en volledigheid van een facturenlijst niet onderzocht.

Crediteuren 2009

Vooraf zag de accountant bij het crediteurensaldo significante risico’s en daarom was hij van plan de werking van de interne beheersingsmaatregelen te testen. Die test had echter weinig om het lijf, omdat die zich beperkte tot vier lijncontroles van de “betaling van onjuiste prijzen”, “onrechtmatige betalingen (als gevolg van ongeautoriseerde factuur)” en “onrechtmatige betalingen (handmatige)”.

Bij de aansluiting van de saldibalans op de subadministratie is een verschil gevonden van 788.000 euro. Het is niet duidelijk in hoeverre de accountant dit heeft onderzocht.

Uit de cijferbeoordeling van de crediteurensaldi ultimo 2008 en 2009 bleek dat de verhouding tussen crediteuren en de kostprijs omzet was gestegen van 10,3% tot 13,3%. De accountant schrijft daarover na een gesprek met de financieel directeur in het dossier. “De toename in de crediteuren komt doordat Weyl in 2009 meer ingekocht en geproduceerd (50%) heeft. Dit ligt in lijn met de verwachtingen. Derhalve akkoord.” De accountant heeft deze toelichting echter niet geverifieerd.

Bij de voortgezette controle verwijst het controledossier naar twee facturenoverzichten. De herkomst, juistheid en volledigheid hiervan is echter niet onderzocht.

Continuïteit

De jaarrekening 2009 is op basis van continuïteit opgesteld. Weyl had de kredietlimiet met 3,3 miljoen euro overschreden. Bij overschrijding van de limiet kon de financier het gehele bedrag direct opeisen. Omdat Weyl sterk afhankelijk was van externe financiering was dit een bedreiging voor de continuïteit. Van de accountant had mogen worden verwacht dat hij:

  • had onderzocht of en, zo ja, welke gevolgen de factoringmaatschappij verbond aan de limietoverschrijding;
  • had verlangd dat Weyl een nadere analyse van de continuïteitsvooruitzichten had gemaakt;
  • die analyse vervolgens diepgaand had beoordeeld.

Op de zitting heeft de accountant erkend dat hij voor de inschatting van de continuïteit door Weyl geen afzonderlijke controlewerkzaamheden heeft uitgevoerd. Op dit punt had hij dus niet voldoende en geschikte controle-informatie.

Fraude

De accountant heeft de waardekringloop op meerdere onderdelen “volstrekt onvoldoende” onderzocht. De verbandscontrole was feitelijk inhouds- en zinloos. De controle is ontoereikend opgezet en uitgevoerd. Als de accountant de controles wel zorgvuldig en deskundig had gepland en uitgevoerd, professioneel-kritisch te werk was gegaan en voldoende en geschikte controle-informatie had gehad dan had hij de ongegronde correctieboekingen in de grootboekrekeningen voorraden/inkopen, debiteuren en crediteuren blootgelegd. De Accountantskamer gelooft echter niet dat de accountant wist van de fraude of fraude vermoedde. Het verwijt dat hij niet heeft voldaan aan de fraudemeldplicht van artikel 30 Wta is daarom ongegrond.

Conclusie

De accountant heeft:

  • op meerdere majeure onderdelen van de jaarrekeningen 2008 en 2009 en de toelichting daarop onvoldoende controlewerkzaamheden uitgevoerd;
  • de controle te oppervlakkig en kritiekloos gepland en uitgevoerd;
  • een goedkeurende verklaring in het maatschappelijk verkeer gebracht zonder deugdelijke grondslag.

Maatregel

In beide zaken een doorhaling, waarbij de accountant zich niet binnen drie – dus in totaal zes – maanden mag laten herinschrijven.

De verzuimen van de accountant zijn “veelomvattend, ernstig en verstrekkend”. Zij hebben zich voorgedaan bij de controle van twee opvolgende jaarrekeningen, terwijl de accountant wist dat een goedkeurende verklaring van essentieel belang was voor met name de financiers van wie Weyl zeer afhankelijk was en voor anderen die met Weyl in zee wilden gaan.

Van de accountant had “een hoge mate van oplettendheid en een professioneel-kritische opstelling mogen worden verwacht”, omdat:

  • bovengenoemde jaarrekeningposten belangrijk waren;
  • de gebrekkige administratieve organisatie risico’s met zich meebracht;
  • de onderneming in feite werd geleid door één persoon wiens verleden twijfel opriep over zijn integriteit;
  • Weyl zeer afhankelijk was van externe financiering en daarom in de tweede helft van 2009 opnieuw meer krediet noodzakelijk vond.

Door zijn kerntaak als controlerend accountant te veronachtzamen, heeft de accountant het deskundigheids- en zorgvuldigheidsbeginsel geschonden, het maatschappelijk vertrouwen in de beroepsgroep in hoge mate geschaad en zo ook het professionaliteitsbeginsel overtreden.

De accountant lijkt niet te beseffen dat hij anders had moeten handelen en dat het essentieel is dat het maatschappelijk verkeer erop moet kunnen vertrouwen dat een controlerend accountant een objectief oordeel geeft. Daarvoor is het cruciaal dat de accountant zowel qua geesteshouding (‘in wezen’) als naar buiten (‘in schijn’) onafhankelijk is van zijn controlecliënt.

Het is “zeer zorgwekkend” dat de accountant zonder meer heeft geaccepteerd dat zijn oude chef, die jarenlang controlerend accountant was van Weyl, is toegetreden tot de raad van commissarissen. De schijnconstructie, waarbij de voormalige chef zogenaamd “adviseur van Weyl” was en nog een e-mailadres had bij KPMG, om te voldoen aan de vereiste “afkoelingsperiode” van twee jaar, had de accountant niet mogen pikken. De accountant heeft desondanks de controles van de jaarrekeningen uitgevoerd, zonder adequate waarborgen en zonder afdoende vastleggingen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.