Jan Bouwens

Om audits van topkwaliteit te kunnen leveren moet de prijs omhoog, meent Jan Bouwens. De discussie zou moeten gaan over wie het verschil moet bijbetalen.

Discussie Column

Wie niet betaalt, maar wel bepaalt

In zijn recente paper dat hij bij de FAR publiceert, probeert Jere Francis uit te leggen waarom audits gereguleerd zijn. Audits zijn gereguleerd, omdat gecontroleerde bedrijven en hun aandeelhouders structureel genoegen nemen met een lager niveau van zekerheid dan de samenleving wil. De samenleving vraagt een hoger niveau van zekerheid, omdat zij (bijvoorbeeld toekomstige aandeelhouders, banken, werknemers, klanten) zich hiermee kan verzekeren tegen mogelijk verlies in de toekomst.

Wet- en regelgeving motiveren auditors om minimumniveaus van zekerheid (en dus auditkwaliteit) te leveren. Aangezien auditors gemiddeld een audit van hogere kwaliteit produceren dan de contractpartijen eisen, wat hogere kosten met zich meebrengt dan de gecontroleerde bereid is te betalen, is de vraag wie de rekening betaalt om het tekort te compenseren. De gecontroleerde, de samenleving, toekomstige aandeelhouders, banken?

Op dit moment ligt de bal bij de auditor. Deze moet onderhandelen met de te controleren bedrijven over een redelijke prijs. Deze prijs ligt echter hoger dan voor de gecontroleerde op basis van zijn vraag voldoende zou zijn. Zie hier de constante spanning die op het systeem wordt gezet.

Het is in dat verband goed om de ontwikkelingen van het afgelopen halfjaar in beeld te brengen. De kwartiermakers kwamen met een advies waarin vooral de accountants worden aangespoord om de kwaliteit te verhogen. "De beste remedie tegen meer regels is wel om met daden te laten zien dat deze niet nodig zijn", schrijven zij eind 2023.

In zijn reactie heeft minister Van Weyenberg van Financiën in de Wijzigingswet accountancysector de kwaliteit van de controle een hoofdrol gegeven. Hij heeft bepaald dat de kwaliteit van de wettelijke controle voorop moet staan, heeft daartoe de medeverantwoordelijkheid van de accountantsorganisatie voor die kwaliteit in de wet verduidelijkt (bijvoorbeeld door kwaliteitsindicatoren te stellen). Hij heeft gevraagd aan de NBA om in gesprek te gaan met de kantoren over maatregelen tegen commerciële prikkels (zoals prestatieafhankelijke beloning). De NBA heeft deze oproep ter harte genomen en wil zo ver gaan dat men regelgeving aan kantoren kan opleggen. Dezelfde NBA krijgt veel tegendruk uit de kantoren om dit voornemen zo snel mogelijk onder in een la te laten verdwijnen.

De weeffout in het systeem lijkt te zitten in het structurele gat tussen de vraag (van aandeelhouders) en een te duur aanbod. Wat is dan de oplossing? We zouden de kwaliteitsverwachtingen kunnen temperen, door ons te conformeren aan wat de kwaliteitsuitkomst is van vraag en aanbod. Als dat niet kan, moet er iemand zijn die het verschil wil bijleggen, om topkwaliteit in alle gevallen te kunnen leveren. Wie wil vrijwillig het verschil goedmaken?

De discussie die we nu al jaren voeren over kwaliteit, moet gaan over wie het verschil moet betalen. Het is duidelijk dat een deel van de kosten niet zal worden betaald door aandeelhouders. Vraag is: Kunnen we condities scheppen waarin de anderen die profiteren van een goede controle hieraan meebetalen?

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.