Nieuws

Minister wil extra inzet accountantsberoep bij kwaliteitsverbetering

Minister Steven van Weyenberg van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanbevelingen van de Kwartiermakers toekomst accountancysector. De minister wil dat het beroep zich meer inzet voor kwaliteitsverbetering. Hij spreekt daarbij ook nadrukkelijk de NBA aan.

De minister bedankt in zijn appreciatie van de slotrapportage de beide kwartiermakers voor hun "goede en grondige werk en de geboekte resultaten". Voor Van Weyenberg staat op basis van die rapportage wel vast dat "forse extra inzet door de sector vereist is".

De kwartiermakers zijn "niet onverdeeld positief" over de veranderbereidheid van de sector, aldus de minister. "Zij vinden het tempo van verandering te laag en vinden dat er meer stappen moeten worden gezet dan tot nu toe gedaan. Zij stellen dat er geen reden is om de externe interventies te verminderen."

Teleurstellend

Die conclusies van de kwartiermakers zijn teleurstellend, stelt de minister, die daarom zowel de accountantsorganisaties als de NBA oproept om "voortvarend aan de slag te gaan met de aanbevelingen uit de slotrapportage". Het wetsvoorstel voor de Wijzigingswet accountancysector noemt hij zijn eigen "aandeel in de externe interventies".

De minister waarschuwt de sector ook: "Ik ben het met de kwartiermakers eens dat aanvullende regels nu niet nodig zijn, maar ik sluit deze niet uit als de sector de handschoen zelf niet oppakt en niet op afzienbare termijn voortgang boekt." Volgens hem mag de samenleving meer vooruitgang van het accountantsberoep verwachten.

Prikkels beperken

Omdat de kwaliteit van de wettelijke controle voorop moet staan, heeft de minister in het wetsvoorstel de medeverantwoordelijkheid van de accountantsorganisatie voor die kwaliteit verduidelijkt. Ook wil hij dat de NBA in gesprek gaat met de kantoren over maatregelen die commerciële prikkels kunnen beperken, zoals de variabele beloning in de auditpraktijk en bij bestuurders. "Externe interventies, zoals wettelijke verplichtingen, zouden hier niet nodig moeten hoeven zijn, maar ik sluit die ook niet uit", zo dreigt de minister opnieuw.

Om te controleren of en in hoeverre de sector de aanbevelingen van de kwartiermakers heeft ingevoerd en of de kwaliteit van de wettelijke controle is verbeterd, wil de minister drie jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel een evaluatie laten verrichten.

Oob-markt

Om de schaarste op de oob-markt te verkleinen suggeren de kwartiermakers om de regels te vereenvoudigen voor het verkrijgen van een oob-vergunning. De minister snapt dat, maar hecht wel belang aan de extra Nederlandse waarborgen voor de controlekwaliteit bij de financiële verantwoording van oob's. "Vanwege dat belang is het wat mij betreft nu niet verstandig afbreuk te doen aan die extra waarborgen."

De recente verhoging van de wettelijke controlegrenzen kan helpen om de druk op de sector iets te verlichten, meent hij.

NBA

De minister memoreert ook de kritiek van de kwartiermakers op de positie van de NBA, die een publiekrechtelijke organisatie met verordenende bevoegdheden is, maar ook een ledenorganisatie die wordt gefinancierd met contributies van accountants. Volgens de kwartiermakers maakt dat de NBA "kwetsbaar en vatbaar voor behoudzucht" en de voortgang "ondanks alle goede wil" traag. Stukken "verwateren" in de consultatie onder de leden. "Een toenemende onafhankelijkheid en afdoende financiering is wenselijk. Dat moet doorzettingskracht bevorderen."

Van Weyenberg noemt het "teleurstellend" dat stukken van de NBA rondom thema's als fraude en geheimhouding vaak een lange doorlooptijd hebben en uiteindelijk "resulteren in een consensusdocument waarin geen kleur meer wordt bekend".

Om voldoende vertrouwen te houden in de beroepsregulering "is een sterke en onafhankelijke publiekrechtelijke beroepsorganisatie nodig", aldus de minister. "Daarom ben ik als systeemverantwoordelijke voornemens om te onderzoeken of de kwaliteit van het huidige stelsel van beroepsreglementering voldoende geborgd is. Zo niet, dan zal ik bezien wat nodig is om dit te verbeteren. Ik zal de NBA op een passende wijze betrekken bij dit onderzoek."

Opleiding

De minister geeft in de brief tevens aandacht aan toezichthouder AFM en aan de rol van de gecontroleerde onderneming. De nieuwe verklaring omtrent risicobeheersing (VOR) kan een bijdrage leveren aan een kwalitatief goede controleketen, denkt hij. 

De opleiding tot accountant moet aantrekkelijker worden, aldus Van Weyenberg, ook omdat het "belangrijk is dat er voldoende controlecapaciteit aanwezig blijft in de markt". Hij verwijst naar de adviezen van de Expertgroep Educatie rondom het beroepsprofiel en de opleiding. "Van de belangrijkste actoren, namelijk de accountantsorganisaties, de NBA en de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding verwacht ik dat zij, in samenspraak met de opleidingsinstituten, op korte termijn met concrete en tijdgebonden plannen komen om het advies om te zetten in een ambitieus plan van aanpak en dat zij een onafhankelijke voorzitter of aanjager aandragen voor de regievoering op deze aanbevelingen", aldus de minister. Hij vraagt de NBA om een plan van aanpak en zal de voortgang "kritisch blijven volgen".

Concrete stappen

Van Weyenberg kijkt uit naar de behandeling van het wetsvoorstel, schrijft hij in de brief aan de Tweede Kamer. Ook zal hij de voortgang van de opvolging van de aanbevelingen van de kwartiermakers monitoren en in gesprek blijven met betrokkenen.

De minister verwacht dat de sector dit jaar "concrete stappen" zet rondom de aanbevelingen van de kwartiermakers. Uiterlijk eind dit jaar praat hij de Kamer daarover bij.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.