Opinie

Professional judgment

Accountants presenteren zich als professionals. Aan accountantsoordelen wordt waarde gehecht. Vooral de aanhangers van een op principes gebaseerde benadering van regelgeving gaan er prat op dat niet alles in regels behoeft te worden gevat.

Zij hebben niet zoveel op met materiële toetsing van derden, bijvoorbeeld toezichthouders, van hun oordelen. Deze zijn immers tot stand gekomen op basis van professional judgment.

Maar weten accountants en regelgevers eigenlijk wel wat dat is? Bestaat er internationaal overeenstemming over wat een belangrijke pilaar onder het accountantsberoep dient te zijn? Volgens mij niet. Een korte verkenning maakt dit duidelijk.

Verenigde Staten

Een adviescommissie ten behoeve van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission, onder leiding van Robert Pozen, bracht eind vorige week een draft decision memo uit. Eerder deze week verscheen daarover op deze site al een bericht. Daarin werd onder meer gerefereerd aan het feit dat het (Amerikaanse) verslaggevingsstelsel meer principle based zou moeten worden. De desbetreffende commissie, de Advisory Committee on Improvements to Financial Reporting (CIFR), stelt voorts voor te komen tot een Framework for Professional Judgment in Accounting.

Het bericht intrigeert me. Principle based aan de ene kant en een nieuw Framework voor het oordelen over de toepassing van die principes aan de andere kant, past dat eigenlijk wel?

Daarom heb ik het memo van de CIFR er maar eens bij gepakt. Het gaat om een lijvig document van meer dan honderd pagina's. Wel negen pagina's gaan over de professionele oordeelsvorming en het bijpassende raamwerk. De tekst is in de bekende Amerikaanse stijl: lange zinnen, rekening houdend met zoveel mogelijk 'mitsen en maaren' en uiteraard ontbreken de disclaimers niet. Een voorbeeldpassage:

The Concept of Professional Judgment
Professional judgment, with respect to accounting matters, should be the outcome of a process in which a person or persons with the appropriate level of knowledge, experience, and objectivity forms an opinion based on the relevant facts and circumstances within the context provided by applicable accounting standards. Professional judgments could differ between knowledgeable, experienced, and objective persons. Such differences between reasonable professional judgments do not, in themselves, suggest that one judgment is wrong and the other is correct. Therefore, those who evaluate judgments should evaluate the reasonableness of the judgment, and should not base their evaluation on whether the judgment is different from the opinion that would have been reached by the evaluator.
This framework would serve as the primary, though not exclusive, approach to evaluating the process of making professional judgments. While regulators would strongly support the principles of this framework, the mere completion of the process outlined in the framework in making a judgment would not prevent an auditor and/or regulator from asking appropriate questions about the judgment or asking companies to correct unreasonable judgments. A judgment framework would not eliminate debate, nor should it attempt to do so. Rather, it organizes analysis and focuses preparers and others on areas to be addressed thereby improving the quality of the judgment and likelihood that auditors and regulators will accept the judgment. Conversely, not following the framework would not imply that the judgment is unreasonable.

Europa

In Europa speelt een soortgelijke discussie. In oktober 2007 bracht de Fédération des Experts Comptables Européens (FEE) een rapport uit getiteld 'Selected issues in relation to financial statement audits'. Belangrijke onderwerpen daarin zijn de inherente beperkingen van de controle en - wederom - de professionele oordeelsvorming. Ten aanzien van dat laatste onderwerp is de toonzetting en wijze van formuleren wezenlijk anders. Positiever getint. Wederom een voorbeeldpassage:

Professional judgment is one of the strengths of the audit process as it allows the auditor to tailor their approach to the entity being audited. It is not a 'black box' incapable of challenge by regulators. Rather, it is governed by reference to what informed professional opinion would regard as being reasonable in the circumstances which can be challenged, and cannot be advanced to support positions that other professionals would regard as unreasonable. Accordingly, audit quality can be measured against ISAs and hence effectively regulated by individuals with the required knowledge, training and experience in accounting and auditing.

IAASB

Het onderwerp professionele oordeelsvorming is ook in breed internationaal verband, binnen de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB), een onderwerp dat uitvoerig wordt besproken. Dit het kader van de revisie van ISA 200, een controlestandaard die ziet op de doelstelling en algemene uitgangspunten van de controle van financiële overzichten. Een passage:

Professional judgment is a personal quality, and judgments may therefore differ between experienced auditors. However, training and experience are intended to promote consistency of judgment such that the exercise of professional judgment in any particular case may be regarded as reasonable if other experienced auditors can agree that this is the case. Any such agreement on whether a judgment is reasonable is based on the facts and circumstances at the time the judgment was made.

Zo zien we dat een uitvoerige bespreking niet altijd een concreet handvat oplevert. Want komen we - accountants, regelgevers, toezichthouders en andere deelnemers aan het maatschappelijk verkeer - hier nu zoveel verder mee? Nee dus. Reden voor mij - als lid van de IAASB - om niet voor de herziene ISA 200 te stemmen. Overigens als enig lid, van in totaal achttien.

Conclusie

Mijn korte verkenning laat zien dat er internationaal geen overeenstemming bestaat over wat onder professionele oordeelsvorming moet worden verstaan. Teleurstellend? Omdat we als accountants en in de opleiding zo vaak en vooral ook zo makkelijk aan dit begrip refereren?

Of valt het mee, en moeten we ons als accountants er niet aan wagen dit begrip in een definitie te vatten? Is het aan gebruikers van onze diensten, aan toezichthouders en tuchtrechters om uiteindelijk te bepalen of ons oordeel professioneel is?

Eigenlijk kan ik met die laatste zienswijze het best uit de voeten. Ik kan leven met de tucht van de markt. Dat stimuleert mij tot de - naar mijn mening - beste prestaties. Ik kan leven met het oordeel van een toezichthouder, mits er checks & balances in het systeem bestaan. Bijvoorbeeld in de vorm van beroepsmogelijkheden. En ik kan ook leven met het oordeel van de tuchtrechter. 'Adel verplicht'. We behoren immers niet voor niets tot een stand.

Maar wat is nu eigenlijk Uw professioneel oordeel in deze?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.