Opinie

Nogmaals witwassen en fiscaliteit

In oktober 2008 schreef ik een weblog over een uitspraak van de Hoge Raad. Strekking daarvan was dat fiscale misdrijven ook gelden als misdrijven die onder de strafrechtelijke witwasbepaling vallen. Ofwel: fiscale misdrijven kunnen ook worden aangepakt onder de noemer witwassen.

Het omgekeerde blijkt - vreemd genoeg - niet het geval te zijn: fiscale wetgeving blijkt niet (altijd) geschikt om witwassen aan te pakken. Dat blijkt uit twee - samenhangende - uitspraken die te vinden zijn op rechtspraak.nl, zoeknummers LJN BI4452 en LJN BI 4998.

De uitspraken gaan over het door een drugscrimineel ter beschikking stellen van gelden aan zijn levenspartner. Met haar en hun kind bracht - verleden tijd, want hij is inmiddels geliquideerd - hij de tijd door dat hij niet gedetineerd was. De dame in kwestie kreeg op haar bankrekening gelden van de drugscrimineel gestort. Deze werden aangewend voor hun gezamenlijke huishouding.

De fiscale vraag was of hier sprake was van inkomsten - de stortingen lagen tussen de 37.000 en 87.000 euro per jaar - van mevrouw, die belast zouden moeten worden, dan wel van schenkingen aan haar.

De rechters concludeerden dat de inspecteur in het ongelijk diende te worden gesteld. Noch inkomsten voor, noch schenkingen aan mevrouw. In de woorden van de rechters: 'Gezien het milieu waarin belanghebbende en [de drugscrimineel] verkeerden, de bedragen die daarin omgingen en de luxueuze levensstijl (...), acht de rechtbank aannemelijk dat voor [de drugscrimineel] een bedrag aan huishoudelijke uitgaven van 192.000 gulden op jaarbasis niet abnormaal hoog was. (...) Aannemelijk is dan ook dat [de drugscrimineel] deze gelden heeft verstrekt om belanghebbende in staat te stellen om de gezamenlijke huishouding overeenkomstig hun plaats in de samenleving te kunnen voeren.'

Daaraan vervolgens toevoegend: 'Niet van belang is dat de gelden die belanghebbende heeft ontvangen wellicht afkomstig waren uit een misdrijf'.

De insteek en motivering van de belastinginspecteur is in casu mogelijk verkeerd geweest. Hij had wellicht moeten aantonen dat de gelden geen legitieme fiscale bron kenden; ze waren naar zijn mening kennelijk afkomstig uit criminele activiteiten. En ze hadden daarom - bij de drugscrimineel dan wel zijn partner - belast moeten worden.

Belastingheffing die door de uitspraken thans achterwege blijft.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.