Opinie

AFM-rapport: gitzwarte bladzijde accountantsberoep

Ik was zeventien jaar, jong en onbedorven. Stond voor mijn beroepskeuze en koos voor de accountancy. Tien jaar later mocht ik mij registeraccountant noemen. Ik was trots, mijn ouders nog trotser.

Ik ben nu 42, het jonge is eraf en over die andere kwalificatie - onbedorven - laat ik mij niet meer uit. Wel over de trots. Die is weg en vervangen door schaamte. Plaatsvervangende schaamte wel te verstaan. Opgebouwd gedurende een reeks van jaren. De boekhoudschandalen en de rol van een aantal accountants(kantoren) droegen daar aan bij.

Maar met name het gebrek aan daadkracht binnen de beroepsgroep om te reageren op misstanden binnen het beroep. Het gebrek aan zelfkritiek en zelfreinigend vermogen bij het Accounting Establishment. Zij zetten zich liever aan het downplayen van kritiek. Of schrijven fraaie volzinnen in transparantieverslagen over de kwaliteit van de accountantscontrole en het bewaken van audit quality binnen de kantoren. Of ze tonen zich 'gelukkig' met een confronterend AFM-rapport waaruit lessen kunnen worden getrokken.

De AFM heeft er wederom korte metten mee gemaakt. Wijst op de noodzaak tot ‘fundamentele verbeteringen accountantscontrole' en een even fundamentele 'gedragsverandering'. Bij meerdere big four-kantoren is de 'tone-at-the-top voor verbetering vatbaar'. De toezichthouder heeft bij 29 van de 46 accountantscontroles 'relevante bevindingen' - veelal in de vorm van ontoereikende controle-informatie - aangetroffen.

De AFM is nog niet klaar met de sector en zal formele handhavingsmaatregelen treffen. Bijvoorbeeld bestuurlijke boetes. Wederom zijn een of meer externe accountants uitgeschreven. Ook worden er tuchtklachten ingediend. In de toekomst zal worden gekeken naar het ‘beoordelings-, belonings-, benoemings- en sanctiebeleid' binnen de kantoren.

De reacties vanuit de kantoren zijn ook nu weer voorspelbaar en zullen ongetwijfeld als volgt luiden: 'We nemen de kritiek ter harte en hebben al diverse verbeteringen binnen onze organisatie aangebracht.'

Bovendien zullen ze de kritiek van de AFM zeker niet op alle punten onderschrijven. Stellen dat bepaalde bevindingen (nog) voor discussie vatbaar zijn.

Maar zal dat ook gelden voor hetgeen in het AFM-rapport staat over incidentonderzoeken? Incidenten die door de accountantsorganisaties aan de AFM hadden moeten worden gemeld, hetgeen echter niet geschiedde. Incidenten die bijvoorbeeld zien op het niet afstand nemen van goedkeurende verklaringen bij foutieve jaarrekeningen. Of op het antedateren van wezenlijke controle-informatie. Of onderzoeken naar onafhankelijkheidsissues, onder meer rond het houden van financiële belangen in de controlecliënt. Niet door 'gewone' accountants maar door (mede)beleidsbepalers.

Ik ben benieuwd of dit soort zaken nog weg te poetsen zijn. De kantoren hebben er de kans voor, daar de AFM stelt: 'Het opleggen van een formele handhavingsmaatregel is een zorgvuldig proces dat de nodige tijd in beslag neemt, in het bijzonder vanwege de noodzakelijke afstemming van de feiten (hoor en wederhoor).'

Voor het trekken van definitieve conclusies is het nog te vroeg. Maar ik verwacht niet dat de AFM lichtvaardig heeft gehandeld. Ik verwacht niet dat accountantsorganisaties externe accountants uitschrijven zonder dat daartoe aanleiding bestaat.

Thans ligt een wetsvoorstel voor inzake de organisatie van het accountantsberoep. Ik hoop en verwacht dat de politieke vertegenwoordigers goede nota nemen van het AFM-rapport. En ook van de eerdere AFM-wens om haar toezichtsbevoegdheden - met name als het gaat om toezicht op de externe verslaggeving en die op het accountantsberoep - te verruimen.

Dat het AFM-toezicht nodig is en dat niet louter kan worden vertrouwd op het kwaliteitsbeheersingssysteem van accountantsorganisaties moge inmiddels wel duidelijk zijn.

Maar het zit nog dieper: het huidige organisatiemodel van de accountantskantoren en de manier waarop er uitvoering aan wordt gegeven is failliet. Geen weldenkend mens zou - indien het opnieuw in de steigers zou mogen worden gezet - het accountantsberoep inrichten op de manier waarop het thans is georganiseerd.

Ondertussen voel ik mij als een CDA-er wiens interne kritiek niet wordt gehoord. Die een roepende in een woestijn is. Die slechts door het stellen van externe daden iets in beweging kan zetten.

Ik overweeg wel eens een daad te stellen en mij (vrijwillig) uit het register te laten schrappen. Omdat ik er niet langer bij wil horen. De enige reden dat ik het niet doe is dat dan mijn slagkracht ten aanzien van het beroep zal verminderen.

Nu ik dus nog steeds accountant ben en blijf, kan ik mij slechts schamen. Plaatsvervangende schaamte, voor al die collega's en accountantsorganisaties die het AFM-rapport aangaat. Ik hoop dat zij zich net zo schamen als ik.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.