Opinie

Brusselse voorstellen en slappe was

De eerste gespreksronde over de Europese hervormingsvoorstellen voor het beroep, is rond. Niet afgerond, dat is iets anders.

Het was op 10 februari in Brussel zeker geen gehaktdag voor het accountantsberoep. Maar wel een herinnering, namens de Commissie, dat business as usual geen optie is. Of de gehaktmolen alsnog in actie zal komen hangt in belangrijke mate af van de stellingnames van stakeholders over de green paper:het beroep zelve maar meer nog de gebruikers en toezichthouders. 

De reacties van met name investeerders waren op plaatsen indringend, maar in vergelijking met de Commissie-suggesties nog uiterst gematigd. 

De reacties van beroepszijde volgden grosso modo het stereotype patroon van die bij eerdere crises waarbij de wetgever dreigde in te grijpen in de autonomie van het beroep. De reacties betwisten zeker niet de door de Europese Commissie geformuleerde vernietigende probleemstelling - een beroep missing in action - maar dansen behendig om het centrale hervormingsthema en de voorgestelde correctiemaatregelen heen. 

Men gooit de Commissie/critici wat kruimels toe, doet vervolgens stilzwijgend alsof daarom het probleem niet meer bestaat, en mikt al doende zoveel mogelijk op handhaving van de ‘status quo plus'. 

Die ‘plus' zit ‘m in de mogelijkheid die iedere crisis biedt en die het beroep altijd gretig en succesvol heeft aangegrepen: uit de nood van de gebruikers een deugd voor eigen portemonnee te maken. "We kunnen best veel meer doen, als er maar vraag naar is: maatschappelijke rapportering en certificering, governance, risicomanagementcertificering etc." Tot dusver heeft dat altijd redelijk gewerkt, zie bijvoorbeeld de SOx-opbrengsten. 

En die ongelukkige slappe rug in onze kernfunctie op een moment waarbij het er echt om draaide, daar moeten we dan maar even niet over praten. 

De 2nd tier firms proberen een extra graantje mee te pikken door deze gelegenheid aan te grijpen om op de big four-opdrachtenbus te springen. 

Ik was lid van het ochtendpanel dat de maatschappelijke rol en onafhankelijkheid van de openbare accountant besprak. Als beroepscrises-‘ervaringsdeskundige' maar zeker niet als institutionele stakeholder. 

Ik heb daarom maar mijn eigen ‘stakeholderschap' gecreëerd, als belastingbetaler. Daar kon iedereen zich in herkennen. Want belastingbetaler zijn we allemaal en we kunnen allemaal de rekening van deze crisis zien oplopen. Voor Nederland zo'n 200 miljard aan staatsgaranties, waarbij we de geld-uit-lucht-makende monetaire machine van onze centrale banken maar even niet meetellen. 

De belastingbetaler een stem geven in deze consultatie zorgt ervoor dat we het oog houden op het kernprobleem. En het is een wake up call dat zich een nieuwe gebruiker heeft aangekondigd die direct belang heeft bij een effectief functionerend accountantsberoep, vooral bij de controle van ‘systemic' belangrijke cliënten. De belastingbetaler is immers ‘the last man standing' om de portemonnee te trekken als financiële poortwachters bij gevaar op hun handen blijven zitten. 

Mijn grote woord was er gauw uit: 

"Gegeven het recidivisme van het beroep in het voortdurend gebrek aan inhoudelijke ‘acte de presence'  als het werkelijk telt, heb ik mijn geloof verloren in een business model in een ‘for profit setting'. Een beroep dat met het ene oog kijkt naar eigen winst, en die over de afgelopen tien jaren heeft kunnen vertwee- of verdrievoudigen, en met het andere oog naar het publiek belang in haar taak besloten, zal nooit haar gebruikers recht in de ogen kunnen kijken. Het heeft in die lakmoesproef te vaak gefaald. Het is daarom tijd een ander bedrijfsmodel te overwegen, in een not-for-profit setting. Het is tijd voor een frontale lobotomie van het beroep".

Deze gedachte ging vergezeld van twee andere voorstellen - laaghangende vruchten, de een micro, de ander macro. 

Lezers van mijn blogs kennen (1) mijn sterke bezwaren tegen het wangedrocht van de cfo-functie in de top van financiële instellingen, vooral wanneer bonusgedreven, en (2) mijn aandringen om toezichthouders via ‘systemic assurance statements' meer verantwoordingsplichtig te maken en daarmee tevens hun professionele onafhankelijkheid te versterken. 

Ik claim dat deze drie eenvoudige maar indringende ingrepen, tegen minimale aanvullende kosten (if any) meer effect zullen hebben dan de voorstellen van de Commissie, die vrijwel alle meer procedures en kosten met zich meebrengen. Bovendien zijn ze eenvoudig te implementeren, als de wil er is. 

De Commissie-voorstellen zijn op hun beurt weer veel effectiever dan de overwegend slappewasvoorstellen die uit het beroep komen. Die kunnen wat marginaal-nuttig verschil uitmaken maar zijn overwegend cosmetisch en reactief en houden aan de top van de markt een inhoudelijk disfunctioneel beroep in stand, tegen geweldige maatschappelijke kosten. Totdat de volgende crisis weer aanleiding zal geven tot de zoveelste bezinning. 

En daarbij reken ik, zonder chauvinisme, het Plan van Aanpak en het ‘Kennis Delen-project' nog tot de beste voorstellen die uit het beroep zijn voorgekomen. 

Er staan ons nog interessante tijden te wachten. 

Jules Muis

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.