Opinie

Plaats accountant terug in functie van balanscommissaris

Herinvoering van de 'oude' functie van balanscommissaris lost veel problemen op rond toezicht op vennootschappen en kan het 'gat' in de verwachtingen over het accountantsberoep dichten.

Al meer dan een eeuw geleden werd ervoor gepleit het interne toezicht op ondernemingen te verbeteren. Dat gebeurt nu weer. In Het Financieele Dagblad van 6 februari 2014 bepleit Marry de Gaay Fortman een eigen onderzoeksbudget voor de raad van commissarissen om het functioneren van deze toezichthouder te verbeteren.

Hoewel zij en andere betrokkenen zich dat wellicht niet bewust zijn is een dergelijk pleidooi al meer dan honderd jaar geleden gehouden. En met resultaat. In continentaal Europa deden zich aan het eind van de 19de eeuw, net als nu, een aantal schandalen rond vennootschappen voor. Het bekendste voorbeeld daarvan in Nederland was ongetwijfeld de Pinckoffs-affaire met de Rotterdamse Handels Vereeniging.

Dit leidde onder meer tot de aanstelling van de zogenoemde 'balanscommissaris' die toezicht hield op de financiën van de vennootschap. In Nederland ontwikkelde die functie van balanscommissaris zich in de daarop volgende jaren echter naar Angelsaksisch voorbeeld tot de functie van een accountant die buiten de vennootschap staat en zich beperkt tot de controle van de jaarrekening.

In bijvoorbeeld Frankrijk is de herkomst van de functie van de accountant nog duidelijk in de naam herkenbaar. Men noemt hem daar 'commissaire aux comptes'. Ook in België werd de accountant tot voor vijf jaar aangeduid als commissaris bedrijfsrevisor. Overigens is ook in die landen de functie inmiddels meer in de richting van het Angelsaksische model geëvolueerd.

In de jaren negentig is in accountantskringen uitvoerig gedebatteerd over de zogenoemde 'expectation gap', het verschijnsel dat het maatschappelijk verkeer meer verwacht dan de accountant kan waar maken. Mijn analyse, die overigens niet door iedereen gedeeld werd, is steeds geweest dat het publiek van de accountant niet slechts 'controle' verwacht maar ook ‘toezicht'.

De beperking door de accountant tot het verstrekken van 'assurance' bij de jaarrekening en het feit dat in de Angelsaksische wereld het toezicht doorgaans niet in een afzonderlijk orgaan is ondergebracht, heeft er volgens mij toe bijgedragen dat de behoefte ontstond aan 'audit committees'. In feite lijkt de taak van zo'n commissie op die van de balanscommissaris. Het onderzoek naar in het bijzonder de financiële verantwoording gebeurt in die commissie immers nadrukkelijk in samenspraak met de accountant.

Door de accountant weer terug te plaatsen in zijn functie van balanscommissaris, binnen een raad van commissarissen, indien die aanwezig is, worden naar mijn oordeel veel problemen opgelost die thans rond het toezicht op vennootschappen bestaan. De balanscommissaris/ accountant doet wat, blijkens vele publicaties in financiële bladen, van hem wordt verwacht: hij controleert niet alleen, maar houdt ook toezicht.

Ook kan hij vanuit zijn toezichthoudende rol - ingebed in een orgaan van de vennootschap - 'spreken', zoals bijvoorbeeld Eumedion blijkens publicaties op 9 oktober 2013 in deze krant graag zou willen. Bij kleine vennootschappen zonder raad van commissarissen, kan de balanscommissaris over de schouder van de ondernemer meekijken en zodoende ook voor enig toezicht in die sector zorgen.

De raad van commissarissen heeft in deze constructie een commissaris in zijn midden die beschikt over een organisatie die ingericht is om (snel) nader onderzoek te doen, zoals in het eerder aangehaald artikel wordt bepleit.

Indien voor nader onderzoek andere dan accountantsdeskundigheid is gewenst, kan die op eenvoudige wijze van derden worden betrokken. De budgettaire ruimte voor de kosten kan op gelijke wijze worden ingericht als die op dit moment voor accountantskosten is voorzien.

Ongetwijfeld zal tegengeworpen worden dat de onafhankelijkheid van de accountant als balanscommissaris in het geding zal zijn. Er is immers een grote groep accountants die menen dat de onafhankelijkheid van de accountant een andere is dan die van de commissaris. Dit omdat de eerstgenoemde los zou staan van de vennootschap. De vraag is echter of de accountantsonafhankelijkheid wel daadwerkelijk zo veel anders is dan de onafhankelijkheid die de commissaris in acht moet nemen.

Een consequentie van het optreden als balanscommissaris zou wel moeten zijn dat dit ook de enige activiteit van de balanscommissaris in relatie tot de vennootschap is. Dat sluit goed aan op hetgeen Paul Koster in het FD van 3 februari 2014 stelde en het hoofdredactioneel commentaar daarop in dezelfde editie van het FD. 

De bovengenoemde benadering gebaseerd op de wensen in de markt biedt naar mijn oordeel de kans om met de herinvoering van de balanscommissaris het toezicht op vennootschappen te verbeteren en tegelijkertijd het in de jaren negentig geconstateerde en nog altijd bestaande gat in de verwachtingen van derden ten aanzien van het accountantsberoep alsnog te dichten. Zou het niet de moeite waard zijn om langs deze weg een nieuw 'businessmodel' voor het getergde en wellicht beschadigde accountantsberoep te ontwikkelen?

Deze bijdrage is tevens verschenen als opinie in Het Financieele Dagblad van 21 februari 2014.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Peter van der Zanden was veertig werkzaam in het openbare accountantsvak bij Ernst & Young en haar rechtsvoorgangers. Sinds 1993 is hij parttime hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Sinds 2006 is Van der Zanden raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Den Haag.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.