Opinie

Tuchtrechter beperkt beroepsgeheim accountants

De Accountantskamer bouwt de meldplicht voor 'omvangrijke' fraude op een vaag criterium.

Robbert-Jan Boswijk

De Accountantskamer heeft vorige maand in een tuchtprocedure tegen een accountant een opmerkelijke uitspraak gedaan. In commentaren wordt deze uitspraak gelezen als een inperking van de geheimhoudingsplicht van accountants.

Nieuw aan de uitspraak is dat de accountant bij een vermoeden van omvangrijke (fiscale) fraude een verplichting heeft dit aan de Belastingdienst te melden. Het is bekend dat de Belastingdienst dergelijke signalen aanmeldt bij het Openbaar Ministerie. De facto zal dit dus geen andere uitwerking hebben dan een directe aangifte van de accountant bij de Fiod of politie.

In een hoofdredactioneel commentaar juicht het FD (28 januari) deze rechtsontwikkeling toe. Mijns inziens zal de uitspraak echter leiden tot onzekerheid bij accountants hoe om te gaan met hun geheimhoudingsplicht. De uitspraak lijkt ook tegenstrijdig te zijn met eerdere uitspraken van de Accountantskamer en ook de uitleg van de Raad van Beroep (RvB) voor belastingadviseurs.

De kern van de geheimhoudingsverplichting is een bepaling in de Verordening Gedragscode voor accountants, waarin staat dat de accountant geen vertrouwelijke informatie buiten de accountantspraktijk bekendmaakt, tenzij hij gemachtigd is tot bekendmaking, dan wel op grond van de wet of beroepsregels daartoe een recht heeft of verplicht is.

Wettelijke verplichting tot bekendmaking doet zich voor bij de meldplicht uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).

Een plicht om te melden bij de Belastingdienst bestaat wettelijk niet. In de uitspraak van de Accountantskamer valt te lezen dat de accountant de ‘compliance officer’ van het kantoor heeft ingelicht, maar deze had nagelaten de melding te sturen aan de Financial Intelligence Unit (FIU, behandelt alle meldingen van ongebruikelijke transacties en vermoedens van fraude die op grond van de wet worden gedaan). De Accountantskamer rekent dit de accountant niet toe, maar komt toch tot een schending van integriteitseisen omdat op basis daarvan de verplichting zou bestaan om te melden bij de Belastingdienst.

De RvB voor belastingadviseurs heeft in 2013 een uitspraak gedaan die aantoont dat 'algemeen belang’ of 'integriteit’ niet snel als een wettelijke verplichting wordt gezien die doorbreking van de geheimhoudingsplicht toestaat.

In die zaak kwam de Fiod op bezoek bij een belastingadviseur (die dezelfde soort verplichting heeft) die een onjuiste VPB-aangifte had verzorgd met betrekking tot een herinvesteringsreserve. De accountant praatte honderduit en de RvB overwoog dat de afgelegde verklaringen de belangen van cliënt of de accountant zelf niet dienden. Hij had zich moeten beroepen op zijn geheimhoudingsplicht en moeten wachten op een wettelijke oproeping om te getuigen.

In mijn praktijk spreek ik regelmatig cliënten die geconfronteerd worden met 'lastige' vragen van hun accountants over betalingen aan zogenaamde consultants, herinvesteringen, btw-boekingen, et cetera. In al die gevallen geef ik aan dat het waarschijnlijk is dat de accountant reeds een melding heeft gedaan op grond van de Wwft bij het FIU.

De Accountantskamer lijkt met de uitspraak een duidelijk signaal te willen afgeven dat zij niet vertrouwt op het doen van melding en de mogelijke uiteindelijke afhandeling daarvan. Buiten de wet om creëert zij nu een verplichting met een vaag criterium: 'omvangrijke' fraude.

Op basis van de huidige verplichtingen mag een accountant echter geen 'aangifte' doen bij de Belastingdienst. Wat de accountant in deze zaak heeft gedaan, lijkt het enige juiste: al het werk neerleggen, de cliënt vragen om de aangifte te herstellen en mocht de cliënt dit weigeren, afscheid nemen. Daarnaast moet de melding worden gedaan bij de FIU.

Als dit niet afdoende is voor de Accountantskamer moet zij de wetgever vragen om een soortgelijke aangifteverplichting als nu voor ambtenaren geldt.

Robbert-Jan Boswijk is advocaat ondernemingsstrafrecht bij AKD Advocaten. De bijdrage is tevens geplaatst als opinie in Het Financieele Dagblad van 19 februari 2015.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.