Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

In het najaar van 2004 komt een toetsingsteam van de NOvAA de praktijk toetsen van een accountant-administratieconsulent. De bevindingen zijn negatief, net als het eindoordeel van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening. De Raad geeft de accountant twee jaar de tijd om zijn stelsel van kwaliteitsbeheersing te verbeteren.

Ultimo 2008 blijkt bij de hertoetsing dat de accountant niet heeft voldaan aan zijn PE-verplichting en dat zijn dossiers grote tekortkomingen vertonen.

Bij de inbreng van onroerend goed heeft hij verzuimd een deskundige te raadplegen.

Begin 2009 komt de Raad met een negatief eindoordeel over de accountantspraktijk èn het aanbod om een verbeterplan in te dienen.

De accountant laat per e-mail weten dat hij bezig is met een plan en dit een week later zal toesturen.

Anderhalve maand later schrijft de accountant aan de Raad dat hij wegens langdurige ziekte niet in staat is geweest de nodige verbeteringen in zijn dossiers en jaarrekeningen door te voeren. Hij verwacht daarmee eind oktober klaar te zijn en dan kan de aanvullende tussentijdse toetsing plaatsvinden. Ondertussen zal hij beginnen met het halen van de vereiste PE-punten.

De Raad verzoekt hem binnen twee weken zijn toezegging na te komen om het verbeterplan in te dienen.

De accountant levert nu tijdig een verbeterplan in, maar moet dit volgens de Raad aanpassen.

Ondanks herhaald aandringen van de Raad is er begin 2010 nog geen aangepast verbeterplan. De Raad ziet weinig heil in de voorgenomen aanvullende tussentijdse toetsing en komt in mei 2010 met een definitief negatief eindoordeel.

Klacht

De NOvAA klaagt er onder meer over dat:

• de accountant niet heeft voldaan aan zijn PE-verplichting
• de accountant ondanks een toezegging en herhaald verzoek geen goed te keuren verbeterplan heeft ingediend
• het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing op een groot aantal onderdelen niet voldoet aan de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing
• de accountant ten onrechte geen deskundige heeft geraadpleegd bij het opstellen van een inbrengverklaring

Oordeel

De klacht is op alle onderdelen gegrond.

Dat de accountant vanaf medio 2007 een burnout heeft (gehad) en het daarna te druk had voor permanente educatie is geen goede reden om de PE-verplichtingen niet na te komen. Temeer omdat de accountant ook geen verzoek om vrijstelling heeft ingediend. Die vrijstelling zou hij trouwens niet hebben gekregen voor de "drukke werkzaamheden".

Eerst een verbeterplan toezeggen en dat daarna niet leveren is in strijd met het beginsel van professioneel gedrag.

En omdat de accountant zich niet verweert tegen de klacht van de NOvAA zijn ook de klachtonderdelen over het gebrekkige interne kwaliteitssysteem en bijbehorende tekortkomingen gegrond.

Maatregel

Al met al vindt de Accountantskamer een doorhaling voor tien jaar passend en geboden.

De Accountantskamer ziet geen aanleiding om de accountant naast deze "ultieme maatregel" ook nog de gebruikelijke boete op te leggen voor het niet voldoen aan de PE-verplichtingen.