Tuchtrecht

Jaarrekening goedgekeurd op basis van intenties

De controlerend accountant van FC Twente keurde de jaarrekeningen van twee boekjaren goed zonder voldoende controlewerkzaamheden te hebben uitgevoerd. Hij nam genoegen met voornemens en intentieverklaringen en ging klakkeloos akkoord met aanzienlijk lagere afschrijvingen op het stadion.

Accountantskamer

Zaaknummers:
17/740 Wtra AK
Datum uitspraak:
08 juni 2018
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
tijdelijke doorhaling van 1 maand
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2018:38

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

FC Twente staat er in de seizoenen 2012/2013 en 2013/2014 ook buiten het veld niet al te best voor. De club heeft een schuld van twaalf miljoen euro aan investeerders, tegen een betrekkelijk hoge rente. De KNVB dreigt de club onder curatele te stellen. De Stichting FC Twente’95 is de enige aandeelhouder van twee dochtervennootschappen, waarbinnen het voetbalbedrijf wordt uitgeoefend. De jaarrekeningen van deze besloten vennootschappen en de stichting worden geconsolideerd. Het boekjaar van de club loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

De controlerend accountant geeft goedkeurende verklaringen af bij de jaarrekeningen 2012/2013 en 2013/2014. Een jaar nadat deze jaarrekeningen zijn uitgebracht, trekt het bestuur van FC Twente deze in. De accountant heeft de nieuwe jaarrekeningen dan al goedgekeurd. Zijn kantoor meldt de intrekkingen bij de AFM, die meteen gealarmeerd is.

Ingetrokken jaarrekening 2012/2013

In het bestuursverslag van FC Twente bij de ingetrokken jaarrekening over 2012/2013 staat onder meer dat de omzet bijna negen miljoen euro hoger eindigde dan in het voorafgaande boekjaar. Verklaring: een deel van de toekomstige tv-opbrengsten is gebruikt om de twaalf miljoen euro aan achtergestelde leningen extern te herfinancieren. De stichting heeft de toekomstige tv-opbrengsten overgedragen aan ‘een derde partij’.

De vraag is of die ‘derde’ partij niet zo innig verstrengeld is met de stichting dat die moet worden geconsolideerd. Tijdens de controle van de ingetrokken jaarrekening leest de accountant het memo dat een notaris hierover heeft gestuurd naar de financieel manager van FC Twente. De notaris plaatst enkele kanttekeningen bij de constructie.

De constructie komt erop neer dat de stichting twee miljoen van de jaarlijkse kasstroom aan tv-rechten wil overdragen aan een nieuwe bv. De bv betaalt hiervoor met overname van de twaalf miljoen schuld. De notaris zegt dat de balans van deze bv moet worden geconsolideerd in de groepsjaarrekening van FC Twente, omdat de bv organisatorisch is verbonden met de FC Twente-groep. Terwijl, zo begrijpt de notaris, het juist de bedoeling is de schulden van de groepsbalans te halen.

De notaris raadt aan:

  • een andere naam te kiezen voor de bv, omdat de voorgestelde naam verbondenheid suggereert;
  • te bepalen dat dezelfde personen binnen de bv niet dezelfde functies bekleden als bij FC Twente;
  • contractuele banden tussen de bv en FC Twente te vermijden (behalve de overname van de tv-rechten);
  • dat FC Twente niet bepaalt wie deel uitmaakt van de kring van aandeelhouders van de nieuwe bv.

De notaris komt met een stappenplan, waarin precies staat wat FC Twente moet doen voor de beoogde transactie. Eén van de aangeraden stappen: “Het verdient aanbeveling vooraf met de accountant af te stemmen hoe de exacte bewoordingen in de toelichting bij de jaarrekening moeten luiden.”

Consolideren of niet?

Uit de notulen van de pre audit meeting die enkele maanden later wordt gehouden, staat onder meer dat de aandeelhouders van de nieuwe entiteit (special purpose entity, SPE) betalen voor de tv-rechten en dat daarmee oude leningen kunnen worden afgelost. “Een kenmerk van deze entiteit is dat deze niet meegeconsolideerd hoeft te worden.” De FIFA-richtlijnen schrijven consolidatie weliswaar voor, maar de RJ en de KNVB volgens de accountant niet.

“De FIFA-richtlijnen zijn vooralsnog niet van toepassing. Wellicht dient hier in de toekomst wel rekening mee gehouden te worden. Met het fonds ontstaan echter wel verbonden partijen. Intentie is om deze constructie met zorg toe te lichten in de jaarrekening om negatieve media uitleg van de constructie te voorkomen.”

Volgens de notulen van de pre audit meeting is de omzetverantwoording een ander key risk. Zo vindt de controleleider extra aandacht nodig voor:

  • de juistheid van de manier waarop de omzet wordt genomen;
  • het moment waarop die omzet wordt verantwoord in de verslaggeving;
  • de juistheid van debiteuren;
  • de juistheid van de vooruit gefactureerde omzet (waaronder een vooruit gefactureerd bedrag van 4,6 miljoen euro);
  • het moment waarop de omzet van “samengestelde transacties (m.b.t. spelers)” wordt genomen.

In het ‘werkprogramma gebeurtenissen na balansdatum’ schrijft de accountant dat de tv-deal pas wordt uitgewerkt na de balansdatum. Maar “gezien de impact van de deal en het feit dat de besluitvorming voor balansdatum plaats heeft gevonden, is deze verwerkt in de balans per 30-06-2013”.

In het accountantsverslag 2012/2013 schrijft de accountant over de verwerking van de tv-deal: “Als gevolg van deze transactie verbetert de verhouding eigen vermogen – vreemd vermogen. Tevens betekent deze transactie een forse verlaging van de financieringslasten de komende jaren.” Bovendien verbetert de transactie de vermogenspositie van één van de dochter-bv’s “aangezien de achtergestelde leningen oorspronkelijk op de balans van deze groepsmaatschappij stonden”.

Over de consolidatie schrijft de accountant dat de investeringsmaatschappij, de SPE dus, moet worden meegeconsolideerd in de jaarrekening van de FC als deze zou kwalificeren als groepsmaatschappij. Maar bij consolidatie zou de transactie geen enkele impact hebben op de balansverhoudingen van de stichting. “Vermeldenswaardig is het daarom dat de structurering zodanig is dat de investeringsmaatschappij niet kwalificeert als groepsmaatschappij.”

Na overleg met de notaris en het financieel management concludeert de accountant dat deze vennootschap niet hoeft te worden aangemerkt als groepsmaatschappij als bestuurders en commissarissen alleen deelnemen in het kapitaal. Mede omdat:

  • het bestuur van de SPE niet bestaat uit personen die betrokken zijn bij de stichting en haar deelnemingen;
  • er buiten de overname van de tv-rechten geen andere contractuele banden bestaan tussen de investeringsmaatschappij en de stichting.

Op 7 januari 2014 wordt de SPE opgericht. De aandeelhouders zijn vier bv’s. Drie van die vier bv’s waren tijdens de oprichting ook bestuurder of commissaris van FC Twente. Eén van de dochter-bv’s van de FC heeft vijf dezelfde bestuursleden en commissarissen. Een dag later wordt de schuldoverdracht tussen deze dochter-bv en de SPE geformaliseerd. Volgens de cessieovereenkomst wordt de schuldovername geacht “effectief te zijn per 30 juni 2013”.

In maart 2014 brengt een ander accountantskantoor een assurance-rapport over de transactie uit aan de KNVB. Gezien de samenloop van functies en de statutaire bepalingen van de SPE concludeert het kantoor dat sprake is van een groepsmaatschappij en dus van consolidatieplicht.

Op verzoek van FC Twente komt een tweede accountantskantoor in juni 2014 met een accounting analyse. Dit kantoor concludeert onder meer dat:

  • de achtergestelde schulden vanaf 22 januari 2014 niet langer op de balans van FC Twente hoeven worden opgenomen;
  • de uitgestelde omzet uit de verkoop van de tv-rechten niet onmiddellijk kan worden genomen;
  • er een aanvullend voorstel ligt om in de statuten van de STAK van de SPE op te nemen dat:
    • een rechter of de voorzitter van de KvK bij afwezigheid van het bestuur een nieuwe bestuurder benoemt;
    • de certificaathouders alleen de eerste bestuurder benoemen.

Met deze aanpassingen wordt volgens dit tweede accountantskantoor alle schijn van verbondenheid voorkomen.

Nieuwe jaarrekening 2013/2014

Volgens het werkprogramma ‘Consolidatie’ bij de ingetrokken jaarrekening is de SPE geen groepsmaatschappij. Maar: “Ten aanzien van de knvb-staten worden deze entiteiten wel aangemerkt alszijnde meeconsolideren.” In een memo voor in het controledossier van de nieuwe jaarrekening 2013/2014 legt de accountant daarentegen uit waarom de SPE bij nader inzien toch is meegeconsolideerd. Daarin staat onder meer dat:

  • FC Twente het advies van het tweede accountantskantoor over de STAK niet heeft opgevolgd;
  • de spelregels die de notaris had opgesteld “ook niet specifiek worden nageleefd”;
  • er vijftien maanden na de oprichting van de SPE geen STAK is;
  • de SPE dus geconsolideerd moet worden in de jaarrekening van de dochter-bv van FC Twente.

In het controledossier 2013/2014 speelt nog een ander punt: de waardering van het stadion. Volgens een WOZ-beschikking zou het stadion op 1 januari 2013 39.499.000 euro waard zijn.
Volgens het ‘werkprogramma schattingen’ en het ‘sectiememo schattingen’ is voor het stadion een restwaarde ingevoerd van ‘21 mio’ – op basis van een schattingspercentage van 50 (sic) - terwijl de restwaarde voorheen slechts twee miljoen euro was. Volgens de schattingswijziging worden de verbouwingen (keuken/catering/stoeltjes etc.) niet langer in tien jaar maar in twintig jaar afgeschreven.

De afschrijvingen over 2013/2014 vallen 1,1 miljoen euro lager uit, omdat het bestuur – in tegenstelling tot voorgaande jaren - wel een restwaarde hanteert, te weten de genoemde twintig miljoen. De redenen daarvoor zijn:

  • de huidige staat van het stadion;
  • de fiscale regelgeving voor afschrijvingen op bedrijfsgebouwen.

Volgens het besprekingsverslag van de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling zijn “wij” het eens met de – beste - inschatting van het management. De toelichting wordt akkoord bevonden en ook de schattingswijze is “adequaat toegelicht”.  De AFM denkt daar anders over en dient een klacht in tegen de accountant.

Klacht

De accountant heeft:

a. de controlewerkzaamheden ten aanzien van de verwerking van de transactie in de ingetrokken jaarrekening 2012/2013 onvoldoende uitgevoerd op verschillende onderdelen:

  1. de controle van de boeking in de netto-omzet van twaalf miljoen euro uit de overdracht van toekomstige tv-gelden aan de verbonden partij;
  2. de controle van de afboeking van de achtergestelde schulden van twaalf miljoen euro als gevolg van de overname door de verbonden partij;
  3. de controle van de saldering van de vordering op de verbonden partij met de schuld uit de overname van de achtergestelde schulden;
  4. de controle van de autorisatie, goedkeuring en schriftelijke bevestiging van de transactie met de verbonden partij;
  5. de controle van de toelichting in de jaarrekening van de transactie met de verbonden partij;
  6. de professioneel-kritische opvolging van de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling;

b. onvoldoende controlewerkzaamheden uitgevoerd om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen over de consolidatieplicht van de SPE in de ingetrokken jaarrekening 2013/2014;

c. onvoldoende controlewerkzaamheden uitgevoerd om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen over de schatting van de restwaarde van het stadion van FC Twente in de ingetrokken jaarrekening 2013/2014.

Oordeel

De klacht is gegrond.

Controle ingetrokken jaarrekening 2012/2013

Op de balansdatum van boekjaar 2012/2013 bestond de entiteit waaraan FC Twente de toekomstige tv-gelden wilde overdragen nog niet. Op dat moment ontbrak ook een ondertekende overeenkomst voor de overdracht van de tv-gelden en de overname van de schulden. Aangezien de transactie op de balansdatum niet was geëffectueerd, had de accountant de verwerking van deze voorgenomen transactie in de jaarrekening niet mogen aanvaarden. Dit is namelijk in strijd met het ‘toerekeningsbeginsel’, dat inhoudt dat de gevolgen van transacties en andere gebeurtenissen in de jaarrekening worden verwerkt op het moment dat die transacties en gebeurtenissen zich hebben voorgedaan (zie RJ 930.22).

Verwerking als gebeurtenis na balansdatum was evenmin aanvaardbaar. Immers, alleen gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden verwerkt in de jaarrekening (zie RJ 160.103). In dit geval was de feitelijke situatie op de balansdatum nu juist dat de entiteit, waaraan de tv-gelden en schulden zouden worden overgedragen, nog niet was opgericht en dat de beoogde transactie niet was geëffectueerd.

Op de balansdatum en op de datum waarop de jaarrekening werd opgesteld, kon de accountant niet vaststellen wie de bestuurders zouden worden van de op te richten SPE. Dat betekent dat het niet zeker was of de entiteit aangemerkt moest worden als een verbonden partij en of de entiteit behoorde tot de consolidatiekring van FC Twente. Of de risico’s van de tv-geldenopbrengst en de schulden ook echt buiten de kring van FC Twente zouden kunnen worden gebracht, stond evenmin vast. Daarom was het op de balansdatum ook onzeker dat de balansposten en de toelichting daarop overeenstemden met de eisen van (artikel 2:381 lid 1) van het Burgerlijk Wetboek en met de RJ 217, 330 en 290.

Ook toen de accountant zijn goedkeurende verklaring afgaf in oktober 2013 was nog onzeker:

  • wie de bestuurders van de entiteit zouden worden;
  • wanneer het contract voor de overname van de tv-opbrengsten en de schulden zou worden getekend.

Van het contract was zelfs geen concept voorhanden. De accountant had wél een concept van de cessie-overeenkomst, maar daarin wordt een andere bv genoemd als SPE. Bij het afgeven van de goedkeurende verklaring had de accountant ook nog geen getekende (vernieuwde) overeenkomsten van geldlening tussen de investeerders en de SPE. Die overeenkomsten zijn pas opgemaakt en ondertekend op 27 en 22 januari 2014.

In de tuchtprocedure zegt de accountant dat hij bij de controle is nagegaan of de stappen uit het memo van de notaris waren gezet. Maar op de balansdatum noch bij het afgeven van de goedkeurende verklaring was dit het geval. Eén van die stappen is dat de entiteit al opgericht moest zijn en dat er een bestuurder van buiten de FC Twente-kring aangewezen moest zijn. De SPE is pas op 7 januari 2014 opgericht en de bestuurders zijn toen pas benoemd.

In het memo van de notaris stond ook dat met alle schuldeisers van de dochter-bv van FC Twente moest worden overlegd over de gevolgen van het vervallen van de achtergestelde vordering. Dat is niet gebeurd. Verder heeft de accountant in zijn controledossier niet vastgelegd waarom hij niet is nagegaan waarom hij vond er geen sprake was van een (potentieel) tegenstrijdig belang.

De accountant heeft niet toegelicht waarom de akkoordverklaringen van alle commissarissen van één van de dochter-bv’s in oktober 2013 voldoende waren om de onzekerheden weg te nemen over de overdracht van de risico’s met betrekking tot de tv-gelden en de overname van de schulden. De accountant kon pas later vaststellen of was voldaan aan de eisen die RJ 270 stelt aan de opbrengstverantwoording. De benodigde overeenkomsten waren niet voorhanden op de balansdatum en bij het afgeven van de goedkeurende verklaring.

Volgens de accountant was er geen enkele indicatie dat de transactie niet zou doorgaan, omdat:

  • alle partijen de intentie hadden om de transactie te laten vallen in 2012/2013;
  • de commissarissen zich in oktober 2013 akkoord hadden verklaard.

De Accountantskamer wuift dit verweer weg: jaarrekeningen worden niet opgesteld op basis van intenties maar op basis van feitelijke transacties en gebeurtenissen.

Kortom, bij het goedkeuren van de jaarrekening 2012/2013 had de accountant niet voldoende geschikte controle-informatie. De accountant heeft in het controledossier ook onvoldoende vastgelegd wat zijn overwegingen waren en daardoor niet voldaan aan NV COS 230.

Opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling 

Als reactie op de vragen en opmerkingen van de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar e-mailde de accountant terug: “Volgt”. Er volgde echter niets. Op grond van (paragraaf 19 onder c van) NV COS 220 had de accountant de controleverklaring niet mogen afgeven voordat de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling was afgerond.

Consolidatieplicht 2013/2014

De accountant heeft onvoldoende vastgelegd waarom hij het niet-consolideren aanvaardbaar vond, nu twee andere accountantskantoren er in hun rapporten voor waarschuwden en de notaris in zijn memo een compleet stappenplan uiteenzette. Uit zijn eigen aantekeningen blijkt dat het advies over de STAK en de spelregels van de notaris in elk geval aan de orde hadden moeten komen voor het afgeven van de controleverklaring. Dit is niet gebeurd. De accountant heeft dus geen toereikende controlewerkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de consolidatieplicht en beschikte daardoor niet over voldoende en geschikte controle-informatie.

Afschrijvingen stadion

Uit de (toelichting op de) jaarrekening 2013/2014 blijkt dat de restwaarde van het stadion door de schattingswijziging is verhoogd van nihil tot twintig miljoen euro en dat de jaarlijkse afschrijving 1,1 miljoen lager uitvalt. De accountant heeft zelf vastgesteld dat hierbij het risico bestaat van een afwijking van materieel belang. De accountant had dus één of meer acties moeten ondernemen uit paragraaf 13 van standaard NV COS 540, maar heeft dat niet gedaan.

De Accountantskamer laat buiten beschouwing of de WOZ-waarde een juist uitgangspunt is geweest voor de schatting. Maar het gehanteerde schattingspercentage van 50 procent om tot de restwaarde te komen, is niet onderbouwd. Uit een besprekingsverslag blijkt dat de accountant zijn toetsing heeft beperkt tot de toelichting door het management van FC Twente en dat hij instemt met de inschatting van het management. Nadere controle en controle-informatie ontbreekt. De accountant heeft weliswaar een globale becijfering gemaakt op basis van de exit yield-methode, maar heeft niet vastgelegd waarom een verwachte exit yield van 4,5 procent destijds een aanvaardbaar criterium zou zijn geweest. Ook hier heeft de accountant onvoldoende controlewerkzaamheden uitgevoerd, zodat hij niet voldoende geschikte controle-informatie had.

Meewerken met AFM

De accountant beklaagt zich erover dat hij bezig was de AFM juist en volledig te informeren, terwijl de toezichthouder al in het geniep een tuchtklacht voorbereidde. Volgens de Accountantskamer kan de AFM na het afronden van het onderzoek gewoon een klacht indienen, ook al werkte de accountant volledig mee.

Maatregel

Tijdelijke doorhaling voor een maand.

Op drie onderdelen had de accountant geen of ontoereikende controle-informatie. Daardoor heeft hij de kerntaak als controlerend accountant veronachtzaamd en de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid, respectievelijk vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. Verder heeft hij vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de beroepsgroep geschaad en daardoor ook het fundamentele beginsel van professioneel gedrag respectievelijk professionaliteit overtreden.

De accountant heeft te kennen gegeven dat hij lering heeft getrokken uit de verwijten. Verder weegt mee dat zijn toenmalige werkgever al “een aantal maatregelen” heeft opgelegd en de accountant niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld.

Annotatie Lex van Almelo

Deze casus leent zich voortreffelijk voor het werkcollege ‘cijfers oppoetsen’. Ik moest denken aan Enron, waar de financiële master mind Andy Fastow ook gretig gebruik maakte van special purpose entities. Enron in Enschede.

De houding van de accountant bij de financiële U-bocht van FC Twente was serviel. Met de formaliteiten zou het wel goed komen. En “gezien de impact van de deal” en het feit dat het besluit over de deals vóór de balansdatum was genomen, ging de accountant ermee akkoord dat de papieren transactie al per 30 juni 2013 in de balans werd verwerkt. Als men hem had opgesteld was de accountant bij wijze van spreken nog in het doel gaan staan.

Zo’n kwinkslag is normaal gesproken ongepast, omdat achteraf oordelen nu eenmaal gemakkelijk is. Maar de accountant wás gewaarschuwd. Eerst door een notaris, later door twee andere accountantskantoren. Hij heeft niettemin meegewerkt aan het koken van de boeken. Want door de transactie verbeterde de verhouding eigen vermogen : vreemd vermogen, hoefde de FC veel minder rente te betalen en konden de achtergestelde leningen van de balans van de groepsmaatschappij af. Het was, om met Andy Fastow te spreken, ‘fucking genius’.

Maar goed, de accountant heeft lering getrokken uit de verwijten en de regels voor consolideren zijn weer eens onderstreept. Fijntjes zegt de Accountantskamer dat de jaarrekening een getrouw beeld moet geven van de stand van zaken op de balansdatum en niet van de voornemens die op dat moment zijn uitgesproken. Gebeurtenissen na balansdatum verwerken is alleen geoorloofd als die gebeurtenissen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum.

Ook leert deze zaak dat je als accountant kunt worden afgerekend op een ingetrokken jaarrekening als je die eerder hebt voorzien van een goedkeurende verklaring.

Tot slot, de passage over de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling is wat raadselachtig in de uitspraak terecht gekomen. Ik begrijp dat de okb’er vragen en commentaar had en dat de accountant met vijf letters (“volgt”) aangaf, dat hij erop zou terugkomen. Erop terugkomen moet dan wel voordat je de jaarrekening goedkeurt, want vóór de afronding van een okb mag je een controleverklaring niet afgeven.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.