Mkb

Micro-rechtspersoon stuit op obstakels

Bij de introductie van de micro-onderneming werd aangekondigd dat ruim 650.000 ondernemingen voor dat regime in aanmerking zouden komen. Consolidatieverplichtingen en het pensioen in eigen beheer kunnen echter roet in het eten gooien.

John Weerdenburg

Onder een micro-onderneming (verder: microrechtspersoon) verstaan we een rechtspersoon die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking, heeft voldaan aan twee of drie van de volgende vereisten (artikel 2:395a BW lid 1):

  • de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan 350 duizend euro;
  • de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan 700 duizend euro;
  • het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan tien.

Artikel 2:395a lid 2 voegt daaraan toe dat 'voor de toepassing van lid 1 worden meegeteld de waarde van de activa, de netto-omzet en het getal der werknemers van groepsmaatschappijen, die in de consolidatie zouden moeten worden betrokken als de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening zou moeten opmaken'.

 Ja, u leest het goed: voor de beoordeling van de grootte van een rechtspersoon moet deze geconsolideerd worden bekeken.

Wat betekent dit voor de praktijk? U moet, ook al is er geen sprake van een consolidatieverplichting, voor de beoordeling van de groottecriteria de waarde van de activa, de netto-omzet en het gemiddeld aantal werknemers van de groepsmaatschappijen meetellen, als zou de vennootschap een geconsolideerde jaarrekening opmaken (RJ-Uiting 2015-9 C2.105).

'Veel ondernemingen die vennootschappelijk 'micro' zijn, zullen toch geen beroep kunnen doen op de vrijstellingen.'

De gevolgen hiervan ziet u in bijgaand schema. Een en ander betekent dat veel ondernemingen die vennootschappelijk 'micro' zijn, toch geen beroep zullen kunnen doen op de vrijstellingen (de bepalingen van artikel 2: 395a BW).

Effecten artikel 2:395a lid 2 

 

Vennootschap

Aandeel

holding

Enkelvoudig

regime

Geconsolideerd

regime

Conclusie

Holding

Dochter

100%

micro

micro

micro

micro

micro

Holding

Dochter

100%

micro

micro

klein

klein

micro

Holding

Dochter

100%

micro

klein

klein

klein

klein

Holding 1

Holding 2

Holding 3

Dochter

33,33%

33,33%

33,33%

micro

micro

micro

micro

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

micro

micro

micro

micro

Holding 1

Holding 2

Dochter

75%

25%

micro

micro

micro

klein

n.v.t.

klein

micro

micro

RJ-waarde

In RJ-Uiting 2015-9 C2.303 wordt vermeld dat waardering tegen marktwaarde niet is toegestaan voor een microrechtspersoon. Hierbij wordt verwezen naar het Besluit Actuele Waarde.

Hoe moet dit worden uitgelegd voor een pensioen in eigen beheer? Als deze post is opgenomen in de jaarrekening op fiscale grondslag - en dus is gewaardeerd tegen fiscale waarde (vier procent, geen indexering en geen leeftijdsterugstellingen) - dan is geen sprake van marktwaarde.

Maar als het pensioen tegen RJ-waarde is opgenomen, moet dit dan worden uitgelegd als marktwaarde? De RJ heeft zich hier niet expliciet over uitgesproken. Ik kan niet anders concluderen dan dat een onderneming met een pensioen in eigen beheer, gewaardeerd tegen RJ-waarde, niet in aanmerking komt voor de status van microrechtspersoon. Mogelijk geldt dit ook als ingegane stam- en lijfrenteverplichtingen tegen RJ-waarde zijn gewaardeerd.

'Een onderneming met een pensioen in eigen beheer, gewaardeerd tegen RJ-waarde, komt niet in aanmerking voor de status van microrechtspersoon.'

Gebruikers

Het regime 'microrechtspersoon' zal het meest worden gebruikt als de dga (bestuurder én aandeelhouder) de enige gebruiker van de verslaggeving is. Zeker als deze gebruiker toegang heeft tot de onderbouwing van deze rapportage, ofwel de financiële administratie.

Naar mijn mening heeft de RJ dit argument gebruikt bij de keuze de grondslagen en de toelichtingen weg te laten bij de micro-onderneming. Zijn er andere belanghebbende(n), zoals een bankier, dan is deze verslaggeving niet toereikend en zal snel worden gekozen voor het regime 'kleine rechtspersoon'. Deze externe partijen willen het benodigde inzicht in de jaarrekening hebben. Hierbij is een toelichting met grondslagen van waardering en resultaatbepaling, zekerheden en overige informatie essentieel.

Kostenverhogend

Nemen we de hier genoemde argumenten in ogenschouw, dan zal een groot aantal van de eerder genoemde 650.000 ondernemingen afvallen. Over blijven dan vennootschappen met een zeer beperkte gebruikerskring, die daarnaast minimale verslaggeving willen. De NBA stelt voor die vennootschappen te verplichten Standaard 4410H toe te passen, maar dat  gaat veel te ver. Zo'n verplichting werkt kostenverhogend, waardoor een groot deel van de beoogde lastenverlichting teniet wordt gedaan.

'Over blijven dan vennootschappen met een zeer beperkte gebruikerskring, die daarnaast minimale verslaggeving willen.'

Die kostenverhoging is mogelijk een reden voor veel kleine ondernemers naar een administratiekantoor over te stappen. Óf om hun accountant de opdracht te verstrekken alleen maar de aangifte vennootschapsbelasting te verzorgen. Daarin is meer informatie opgenomen dan in de verslaggeving van de microrechtspersoon. De publicatieverplichtingen (voor een microrechtspersoon) zijn dan op eenvoudige wijze uit deze aangifte te halen.

John Weerdenburg AA is mede-oprichter van adviesorganisatie Auxilium Adviesgroep BV te Leusden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.