Je kunt moeilijk volhouden dat de sector met zijn vingers heeft zitten draaien, meent Berry Wammes. Maar soms worden goede bedoelingen anders begrepen.
Discussie ColumnGoed bedoeld is niet altijd goed begrepen
In aanloop naar het parlementair debat over ons beroep publiceerde ik recentelijk een analyse over Wirecard. Daarin maakte ik een vergelijking tussen het Duitse en Nederlandse stelsel van controle en toezicht, uitvallend in het voordeel van Nederland. Op dat artikel ontving ik enkele geprikkelde reacties. Die betroffen niet zozeer de inhoud maar vooral mijn vermeende intentie: naïef, rationaliseren van de status quo, opportunistisch, om maar eens wat te noemen. Mijn eerste reactie is dan dat ik bij mezelf te rade ga. Zie ik wat over het hoofd? Verdedig ik blind gevestigde belangen? Praat ik ongewenste zaken goed? Heb ik een roze bril op? Ik kom dan toch tot de conclusie dat ik oprecht heb gepoogd een feitelijke bijdrage te leveren aan een belangrijk debat. Uiteraard niet perfect, hier en daar subjectief en zeker niet volledig. Dat kan worden betwist en je hoopt ook dat er een stevig debat ontstaat. Maar het wordt lastig praten als de intentie niet wordt vertrouwd.
Dat gevoel kwam terug na lezing van het interview met de kwartiermakers in het FD. Het gevoel van urgentie zou ontbreken bij accountants en de sector is vooral de laatste jaren zelfgenoegzaam. Als deel van diezelfde sector voelde ik me daardoor aangesproken. Toch herkende ik de conclusie niet. Dat zeg ik met enige schroom, want het kan onmiddellijk het verwijt opleveren dat ik hiermee precies bewijs wat de auteurs zeggen. Maar omdat ik de afgelopen jaren dag in dag uit in het oog van de storm heb gezeten, durf ik mijn constatering toch wel te uiten. Misschien is er niet bij iedereen dezelfde graad van urgentie, maar om me heen zie ik vandaag de dag nog steeds professionals met een voortdurende drive tot verbetering, professionals die zich nog steeds en in dezelfde mate als vijf jaar geleden persoonlijk aangesproken voelen als hen laksheid wordt verweten. En die met graagte hun cv aanbieden als stuurgroep of kwartiermakers vragen om een bijdrage te leveren aan het verbeterproces.
Het kan natuurlijk zijn dat de kwartiermakers hier andere ervaringen hebben. Er is ook geen sprake van één sector die collectief dezelfde kant op beweegt, een differentiatie die minister Hoekstra afgelopen maandag in het overleg met de Tweede Kamer nog eens benadrukte. En zelfs in gesprek met accountants van goede wil kunnen intenties altijd nog worden misverstaan. Dat is inherent aan dit soort processen en één van de redenen dat ze moeizaam verlopen.
Illustratief is een anekdote uit hetzelfde FD-artikel, waarin wordt beschreven dat er een door de sector samengestelde werkgroep klaar zou hebben gestaan om het thema AQI's naar zich toe te trekken. De werkelijkheid die ik heb gezien was anders, namelijk dat de Stuurgroep Publiek Belang (waarin kantoren en beroepsorganisatie samenwerken aan het hervormingsprogramma) het belangrijk vond dat de kwartiermakers een vliegende start kregen. Vervolgens kreeg een werkgroep de opdracht om in een kort tijdsbestek een gedetailleerde evaluatie te maken van nationale en internationale 'best' en 'bad' practices. Die werd bewust zonder aanbevelingen aan de kwartiermakers overhandigd, want we wilden hen vrij laten om zelf sturing te geven aan het vervolg.
Zoals gezegd hebben de kwartiermakers dit aanbod mogelijk anders ervaren. De oplossing is dan om die uiteenlopende percepties en veronderstellingen actief en op open wijze met elkaar bespreken. Dat is geen softe aanpak maar harde noodzaak: we hebben elkaar de komende jaren hard nodig en effectief samenwerken kan alleen op basis van begrip en vertrouwen.
De auditsector staat te trappelen om te laten zien waarom Nederland kan rekenen op zijn accountants, zegt Marco van der Vegte elders op deze site. De NBA is daar onderdeel van en heeft de afgelopen maanden veel energie besteed aan een andere crisis, Covid-19. Gelet op het resultaat, een goed onderbouwde controle-aanpak, door minister Koolmees recentelijk gepresenteerd aan het Nederlandse parlement, kun je moeilijk volhouden dat de sector met zijn vingers heeft zitten draaien. Tegelijkertijd pakken we de audit hervorming onvermoeid op. Samen met de kwartiermakers. Niet omdat het moet, maar omdat het ertoe doet.
Wat vindt u van deze column?
ReageerGerelateerd
Iets minder dominee, iets meer koopman
Joris Joppe werd blij van een leergang voor accountants, maar dat gevoel verdween de dag erna bij het lezen van de krant.
FAR-conferentie over relatie tussen cultuur en controlekwaliteit
De jaarlijkse conferentie van de Foundation for Auditing Research (FAR) staat geheel in het teken van de relatie tussen de cultuur binnen accountantskantoren en...
Tweede Kamer heeft veel vragen over nieuwe accountantswet
De vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer heeft, als voorbereiding op de behandeling van de Wijzigingswet accountancysector, een flink aantal vragen...
AFM-jaarverslag: Accountant opereert in 'systeem met kwetsbaarheden'
Het accountantsberoep is volop in transitie, maar tegelijk opereert de accountant in een "systeem met kwetsbaarheden". Wel heeft het beroep "significante stappen"...
Wie niet betaalt, maar wel bepaalt
Om audits van topkwaliteit te kunnen leveren moet de prijs omhoog, meent Jan Bouwens. De discussie zou moeten gaan over wie het verschil moet bijbetalen.