Marcel Pheijffer

Marcel Pheijffer vroeg eind vorig jaar om input voor een nieuw boek over fraude. Hij kreeg de nodige reacties, maar er mag nog meer bij.

Discussie Column

Een boek over fraude: veel reacties, maar er ontbreekt nog wat

Vlak voor de Kerst schreef ik een column waarin ik mijn voornemen aankondigde in de toekomst een boek over fraude te gaan schrijven. Ik vroeg de lezers om reacties en suggesties. Dat kon (én kan) zowel op deze website, als per e-mail. Nagenoeg alle reacties waren positief; er lijkt behoefte te zijn aan een dergelijk boek. Dat boek gaat er vast komen, maar dat kan ik niet zo snel als sommigen zouden willen. Het wordt een meerjarenplan.

Ik ontving tot nog toe in totaal 46 reacties: op deze website vijftien, maar de meeste per mail, namelijk 31. Reacties van oude bekenden, voor mij volstrekt onbekenden, enkele usual suspects, collega's en uit onverwachte hoek. Langs deze weg wil ik iedereen die heeft gereageerd nogmaals bedanken. Het is voor mij zeer waardevol, ook omdat ik diverse tips ontving over in mijn opzet onderbelichte onderwerpen, concrete casuïstiek en boeken die mij onbekend waren.

Zo wees iemand mij op het boek Het fraudeprobleem (1965) van de hand van W.G. Brugge. Alleen al vanwege de titel ging ik naar het boek op zoek, vond het, kocht het en bladerde het door. Op de kaft las ik dat de auteur, geboren in 1924, werkzaam was in het openbare accountantsberoep. In zijn voorwoord stelt deze wat hij met het boek beoogde: "Het aan de hand van de fraudes in het verleden aantonen hoe deze - vaak op eenvoudige wijze - voorkomen hadden kunnen worden en tegelijkertijd aanwijzen waar en wanneer 'een slot op de deur' van het bedrijfsgebeuren noodzakelijk is. Daarbij dient men te bedenken, dat de fraudeur in principe altijd één slag vóór is. Het betekent derhalve niet, dat ná het aanbrengen van de in dit boek genoemde 'sloten' iedereen rustig kan gaan slapen. Waakzaamheid blijft te allen tijde geboden; wél dat een gesloten deur en een opgeborgen portemonnaie vaak - hoewel niet altijd - fraudes kunnen voorkomen ... en dat is beter dan ze te ontdekken." Met dat laatste zal iedere accountant het eens zijn.

Veel reacties en suggesties: nuttig maar ook twijfel

Ik heb de reacties voor mezelf gebundeld in een document dat inmiddels 38 pagina's beslaat. Vol met goede suggesties. Reacties en suggesties die mij stimuleren met dit project door te gaan. Maar die mij ook aan het twijfelen brengen. Waar in mijn oorspronkelijke opzet de casuïstiek centraal staat, zeggen sommigen: Doe dat nou niet. En kom zeker niet aanzetten met 'oude' zaken zoals Ahold en Enron. Ik twijfel daarover, omdat dit 'klassiekers' zijn en bovendien speelt de accountant in deze zaken een hoofdrol. Het gaat volgens mij niet om de gedateerdheid van de casus, maar hoe illustratief deze is.

Maar de grootste twijfel zit erin dat veel reacties en suggesties niet richting casuïstiek gaan, maar naar onderwerpen zoals: de cultuur van de organisatie waarbinnen de fraude heeft plaatsgevonden, de kenmerken en psyche van de dader alsmede diens motieven en overwegingen, de ‘zwijgende omstanders’ en aanverwante onderwerpen. Waar ik de nadruk wilde leggen op de (harde) casuïstiek, hebben anderen kennelijk een voorkeur voor de (zachtere) afdruk van mens en organisatie. Geen regelgeving en rechterlijke uitspraken, maar de menskant. Aandacht derhalve voor psychologie, sociologie en organizational behaviour.

Twijfel, omdat het twee kanten zijn die weliswaar in één boek goed verbonden kunnen worden, maar die net zo goed in afzonderlijke delen kunnen worden behandeld. Food for thought dus!

Ik mis nog wel reacties

In mijn Kerstcolumn daagde ik de NBA uit ook te reageren, wat echter (nog) niet is gebeurd. Helaas: Want er is de afgelopen jaren geen bestuursplan, beleidsplan, agenda voor de toekomst of soortgelijk stuk geweest waarin fraude niet naar voren kwam. De huidige voorzitter Kris Douma noemde het een speerpunt bij zijn aantreden. Maar hij reageerde (nog) niet...

Vanuit de big four kreeg ik op individueel niveau één korte reactie, voorts van een enkele oud-medewerker. Maar op bestuurlijk niveau, de forensische tak of vanuit vaktechniek geen enkele. Terwijl de big four al jarenlang vertellen dat fraude bij hen steeds meer prioriteit krijgt. Hoe mooi zou het dan niet zijn om die woorden en inspanningen te vertalen naar een mooie reactie met suggesties...

Bijvoorbeeld over een onderwerp dat ik (bewust) niet noemde in mijn column en opzet van het boek: Casuïstiek waarin de accountant geen negatieve, maar een positieve rol speelde. Door fraude te voorkomen of deze te ontdekken. Want juist over dergelijke casuïstiek horen we te weinig en juist daarvan kunnen we veel leren.

Min oproep is derhalve: NBA en big four: Laat alsnog van je horen. Mijn e-mailadres is onveranderd: m.pheijffer@nyenrode.nl. Uiteraard zijn reacties van anderen ook nog steeds uiterst welkom.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.