FAR online conferentie: 'Afgeven Going Concern-verklaring lijkt op aanpak COVID-19'
Op 22 juni vond de Internationale FAR-conferentie plaats, noodgedwongen in een online, coronaproof setting. Toch schreven bijna tweehonderd deelnemers uit de hele wereld zich in voor de virtuele bijeenkomst van de Foundation for Auditing Research.
Luc Quadackers
Ongeveer vijftig procent van de participanten was academicus en de andere helft bestond onder andere uit praktijkaccountants, toezichthouders en overheidsfunctionarissen. Het thema van de conferentie was doelbewust breed: ‘Academische en praktische inzichten over controlekwaliteit’. Dat thema past bij de hoofddoelstelling van FAR: het faciliteren van kennisontwikkeling en kennisdeling op het gebied van kwaliteit van de accountantscontrole.
Tijdens vijf plenaire sessies presenteerden Amerikaanse, Canadese, Nederlandse en Zwitserse onderzoekers hun bevindingen en hun visie op actuele kwesties, gebaseerd op hun FAR-onderzoeksprojecten.
Mark Rutte en continuïteitsverklaring
De bestaande controlestandaarden met betrekking tot continuïteit van ondernemingen lijken zeer robuust te zijn.
Marshall Geiger (University of Richmond) besprak in zijn keynote speech de continuïteitsparagraaf bij de accountantsverklaring in de context van het coronatijdperk. Geiger presenteerde een indrukwekkende set coronagerelateerde gebeurtenissen en hun desastreuze economische impact. Hij vond het opmerkelijk positief dat de bestaande controlestandaarden met betrekking tot continuïteit van ondernemingen zeer robuust lijken te zijn. Dit maakt extra COVID-19-richtlijnen voor accountants niet overbodig, maar het geeft wel aan dat de continuïteitsregelgeving relatief gezond is.
Geiger memoreerde als zijn favoriete citaten uit het recente discours over de pandemie quotes van premier Rutte uit een corona-persconferentie: “wij baseren ons op wetenschappelijke adviezen” en “in crises als deze moet je met vijftig procent van de kennis honderd procent van de besluiten nemen en de gevolgen daarvan dragen”. Volgens Geiger is deze beschrijving identiek aan de problemen waarmee accountants worden geconfronteerd met betrekking tot het afgeven van een continuïteitsparagraaf: ze kunnen simpelweg niet altijd tot een juist oordeel komen. Dat biedt stof tot nadenken.
Joint audit biedt (nog) geen duidelijke voordelen
Alain Schatt (University of Lausanne) deed literatuuronderzoek naar het gebruik van joint audit, met name in Frankrijk. De discussie rondom de joint audit is in Nederland weer aangezwengeld door het verschijnen van het AFM-rapport ‘Kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector’, eind 2018. Schatt lichtte de mogelijke economische gevolgen van de joint audit op het gebied van marktconcentratie, auditkosten en auditkwaliteit. Zoals het AFM-rapport ook al ten dele concludeert werkt de huidige aanpak van joint audit in Frankrijk niet zoals gewenst. In de praktijk verdelen de kantoren het werk gewoon en verrichten de kleinere partijen de makkelijkste werkzaamheden.
“Vrijwillige joint audits vinden niet plaats”, aldus Schatt. Logisch, omdat onderzoek geen consistent positief effect laat zien op de controlekwaliteit. In Denemarken, waar joint audit enkele jaren verplicht was, nam de controlekwaliteit ook niet af nadat de joint audits waren stopgezet. Kortom, Schatt ziet met de huidige invulling geen duidelijke positieve effecten van een joint audit. Zo blijven de grote kantoren het grootste deel van de markt bedienen. Maar volgens Schatt heb je nu eenmaal grote kantoren nodig om grote ondernemingen te kunnen controleren. Verder onderzoek moet uitwijzen of en hoe joint audit zou kunnen bijdragen; dat is ook een aanbeveling in het eindrapport van de Commissie Toekomst Accountancysector.
Laat accountants actief meedenken over onderzoeksvragen
Vooral organisatiecultuur en werkomstandigheden hebben effect op het leergedrag van teams.
Onderwijskundige Wim Gijselaers (Maastricht University) ging in op onderzoek naar de relatie tussen het human capital van een accountantskantoor en de controlekwaliteit, met name via het leergedrag van teams. Dat leergedrag wordt op verschillende niveaus beïnvloed: op organisatieniveau, op teamniveau en op individueel niveau. De leerinvalshoek biedt waardevolle mogelijkheden bovenop investeringen in bijvoorbeeld technologie en inspecties. Een analyse van het bestaande onderzoek op het organisatieniveau laat zien dat vooral organisatiecultuur en werkomstandigheden een effect hebben op het leergedrag van teams. Die facetten die in principe goed beheersbaar zijn door organisaties. “Goed nieuws”, vindt Gijselaers.
Op teamniveau blijkt samenstelling van de teams slechts een randvoorwaarde voor succes te zijn. Aan de hand van interviews hebben Gijselaers en collega’s onderzocht welk leiderschapsgedrag is vereist om een team goed te laten functioneren. Het zogenaamde ‘constructieve conflict’ (het uitwisselen en bespreken van verschillende meningen) en het regelmatig reflecteren op wat er gebeurt en wat daarvan de consequenties zijn, worden tijdens interviews het meest genoemd als essentiële ingrediënten voor een effectief team. Zeker bij teams die onder tijdsdruk moeten presteren. Op individueel niveau geven vragenlijstresultaten onder andere aan dat minder ervaren accountants meer directief leiderschap als een stimulans ervaren voor hun leergedrag. Gijselaers: “hier geldt het aloude adagium: hoe minder ervaring, hoe groter de behoefte aan structuur”. Ook is de manier van leidinggeven belangrijker dan de persoonlijkheid van de leider.
Gijselaers sloot of met een onderzoeksadvies. Volgens hem is het belangrijk dat onderzoekers en accountants investeren in een goede duurzame relatie, waardoor elkaars taal beter wordt begrepen en waarbij steeds meer structureel aan gezamenlijke doelen wordt gewerkt. Dat kan onder andere door accountants actief te laten meedenken over onderzoeksvragen.
Indirecte steun van auditcommissie helpt accountant
Anna Gold (Vrije Universiteit Amsterdam) en Tammie Schaefer (University of Missouri) bespraken de voorlopige resultaten van hun onderzoek naar de bijdrage die de auditcommissie kan leveren aan de professioneel-kritische houding van de accountant. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste accountants bij meer dan de helft van hun opdrachten steun van het auditcomité ervaren. Toch hebben accountants op de lagere niveaus meestal geen directe interactie met auditcomités. De onderzoeksresultaten tonen aan dat de ondersteuning van het auditcomité effectief kan worden gecommuniceerd naar het auditteam via de auditpartner. Die indirecte steun leidt tot meer professioneel-kritische acties van de accountant. Deze indirecte communicatie via de partner is niet alleen effectiever maar ook goedkoper dan directe communicatie tussen het auditcomité en de teams.
Een ‘weakness’ maakt nog geen fout
Jean Bédard (Laval University) presenteerde een literatuurstudie over de relatie tussen interne beheersing (van externe verslaggeving) en de kwaliteit van externe verslaggeving. Die relatie is belangrijk omdat de accountant gebruik kan maken van de interne beheersing van de cliënt bij het plannen van de controle. Onderzochte vragen waren welke factoren een invloed hebben op de interne beheersing van een organisatie, hoe dat vervolgens doorwerkt in de werkzaamheden van de accountant (en de oordelen over de effectiviteit van de interne beheersing) en uiteindelijk in, onder meer, de kwaliteit van de financiële verslaggeving en de marktreacties.
Uit eerder onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de interne beheersing bijvoorbeeld positief samenhangt met de onafhankelijkheid en deskundigheid van de auditcommissie. Bédard benadrukte dat het bestempelen van een gebrekkige beheersing als een ‘internal control weakness’ nog geen fouten in de boekhouding hoeft op te leveren. Tegelijkertijd betekent het niet rapporteren van zwakheden ook niet dat er geen fouten zullen optreden. Uit bestaand onderzoek blijkt wel dat als er een ‘material weakness’ wordt gerapporteerd, onder andere de kwaliteit van de financiële verslaggeving en de efficiëntie van investeringen lager liggen. Ook liggen de accountantskosten hoger in geval van gerapporteerde material weaknesses. De accountant zal dan immers meer werk moeten doen. Accountantscontrole heeft overigens een positief effect op het vinden en rapporteren van material weaknesses door cliënten.
Uitzending gemist?
Voor zover de technologie het toeliet, was er een levendige feed met vragen van deelnemers, onder leiding van jonge accountants uit de praktijk. Veel van de vragen konden vanwege tijdsdruk niet worden beantwoord. Deze vragen komen aan bod in vervolgpodcasts met de presentatoren.
Zowel de slides en video’s van de congrespresentaties als de extra podcasts zijn beschikbaar via de website van FAR. Op de FAR-website zijn ook de (tussentijdse) onderzoeksrapportages van alle projectteams te vinden.
Gerelateerd
FAR-conferentie over cultuur drukker bezocht dan ooit
Ruim honderdzestig internationale wetenschappers en praktijkmensen bezochten op 24 en 25 juni de jaarlijkse conferentie van de Foundation for Auditing Research (FAR),...
FAR-conferentie over relatie tussen cultuur en controlekwaliteit
De jaarlijkse conferentie van de Foundation for Auditing Research (FAR) staat geheel in het teken van de relatie tussen de cultuur binnen accountantskantoren en...
FAR-conferentie 2023: over technologie, professionele oordeelsvorming en accountants als sociale dieren
'Auditors and their judgments' was het hoofdthema van het jaarlijkse congres van de Foundation for Auditing Research (FAR), dat op 19 en 20 juni plaatsvond op Nyenrode....
FAR roept op tot nieuw onderzoek
De Foundation for Auditing Research (FAR) heeft een nieuwe ‘call for research’ uitgezet. De FAR wil onderzoek laten doen naar controles bij middelgrote accountantskantoren...
Zeven jaar FAR: van zaaien naar oogsten
In oktober 2015 werd de Foundation for Auditing Research opgericht, inmiddels alom bekend als ‘de FAR’. Een autonoom onderzoeksinstituut, dat het publiek debat over...