Van twee kanten
Eerder coach dan keeper - Staak het achterhoedegevecht
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 2, 2023
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
» Download dit artikel (pdf)
» Download het hele nummer (pdf)
Eerder coach dan keeper
Peter Schimmel
Een poortwachter is iemand die al dan niet toegang verleent aan iets of iemand op basis van vastgestelde criteria. Als er niets doorheen mag, is het een soort keeper. De accountant kent zijn taak als poortwachter uit de Wwft. Maar heeft een accountant ook een poortwachtersrol wat betreft fraude? Ik meen van niet. De accountant is te weinig aanwezig in de gecontroleerde huishouding om daar de verantwoordelijkheid voor te kunnen dragen. Het doel is vaak leeg.
Dat wil niet zeggen dat de accountant geen verantwoordelijkheid heeft bij het zo klein mogelijk maken van de kans op afwijkingen van materieel belang die het gevolg zijn van fraude. Maar als poortwachter? Nee, niet als poortwachter. Daarom is die taak in onze regelgeving bij de met governance belaste personen en het management van de entiteit gelegd, waarbij de met governance belaste personen worden geacht het management in de gaten te houden.
Ik heb de taak van de accountant wel eens met die van de brandweer vergeleken. Net als de accountant signaleert en adviseert de brandweer vooraf en handelt hij na het ontstaan van een incident. Maar het daadwerkelijke voorkomen en ontdekken is de verantwoordelijkheid van de huiseigenaar. Brandweer en accountant kunnen de leiding van de entiteit (organisatie of huis) echter wel zodanig bijstaan dat de kans op voorkomen en ontdekken van een incident aanzienlijk wordt verbeterd.
Daar zie ik dan ook de rol van de accountant: Het minimaliseren van de kans op afwijkingen van materieel belang die het gevolg zijn van fraude, door het afdwingen van de best mogelijke beheersing van het risico. En daarin is de taak van de controlerend accountant beter verankerd dan die van de brandweer. Hoewel de brandweer natuurlijk kantoorpanden ook kan afkeuren, is er volgens mij niet zoiets als een jaarlijkse wettelijke controle.
De accountant dient in mijn visie jaarlijks zekerheid te verkrijgen over de toereikende kwaliteit van de frauderisicobeheersing door en namens de met governance belaste personen en het management van de entiteit. Op die manier zou hij of zij zijn verantwoordelijkheid nemen om afwijkingen van materieel belang ten gevolge van fraude te minimaliseren. Dus controleert/beoordeelt hij daartoe de opzet, bestaan en werking van de fraudebeheersing in relatie tot de gelegenheid, druk en rationalisatie. Als hij die zekerheid niet heeft, dan kan hij dus nooit een goedkeurende verklaring geven. Ik vrees veel ten onrechte afgegeven verklaringen, want in de controlestandaarden en handreikingen lees ik geen enkele guidance voor de accountant in geval van druk en rationalisatie. Gelukkig heeft de NBA daaraan in 2022 wel een paar prima brochures en een soft controle-handreiking gewijd.
Ik denk dat de accountant wat betreft fraude eerder een coach is dan een keeper, maar wellicht wel een keeperscoach; dus wel verantwoordelijk voor een aspect van beheersing door de poortwachter.
Peter Schimmel is forensisch accountant.
Staak het achterhoedegevecht
Marcel Pheijffer
‘A number of gatekeeping professions - auditors, attorneys, securities analysts, credit-rating agencies - exist to guard against governance failures. Yet clearly these watchdogs did not bark while corporations were looted and destroyed.’
(Hoogleraar John Coffee, Gatekeepers, 2006)
Ik heb het helemaal gehad met de oever- en zinloze discussie over de vraag of de accountant wel of niet een poortwachter is en of deze een poortwachtersrol nu wel of niet moet vervullen. Een discussie die al meer dan dertig jaar loopt, als je het wetsvoorstel uit 1993 van toenmalig minister van Justitie Hirsch Ballin inzake Bepalingen ter zake van de verantwoordelijkheid van accountants bij onregelmatigheden ontdekt in de uitoefening van hun functie (kortweg: Wet fraudemelding accountants) tot uitgangspunt zou nemen. Een wetsvoorstel dat er kwam na (weer) een reeks missers van accountants. Een wetsvoorstel echter dat onder accountants weerstand opriep, mede omdat de beroepsgroep ervoor paste om als ‘onbezoldigd opsporingsambtenaar’ te boek te staan. De weerstand won het van het verstand: De wet kwam er in 1993 niet. Wel een door zelfregulering tot stand gekomen Verordening op de fraudemelding. Na (weer) een nieuwe reeks missers van het accountantsberoep kreeg de sector vanaf oktober 2006 te maken met de Wet toezicht accountantsorganisaties, waarin de poortwachtersrol van de accountant nog eens werd benadrukt door de invoering van een wettelijke meldplicht inzake fraude. De poortwachtersrol inzake witwassen was al eerder wettelijk verankerd.
Daarmee is de poortwachtersrol een gegeven, een verplichting voor het accountantsberoep. Bovendien, in reactie op verwijten dat accountants hun rol inzake fraude niet goed genoeg vervullen, plegen vertegenwoordigers uit het openbaar beroep nogal eens te zeggen dat ze in de praktijk wel degelijk tegen fraude aanlopen én corrigerend optreden. Alleen de buitenwereld ziet dat - vanwege de geheimhoudingsplicht - niet. Derhalve een ‘bewijs uit eigen mond’ dat accountants in bepaalde gevallen wel degelijk inhoud geven aan de poortwachtersfunctie.
Wat het maatschappelijk verkeer - mijns inziens volstrekt terecht - van de accountant verwacht en aan deze vraagt, is om nog duidelijker en doeltreffender inhoud te geven aan die functie, als het er echt om gaat. Niet louter bij (theoretische) exercities over frauderisico’s en frauderisicobeheersingsmaatregelen, maar vooral bij het herkennen en opvolgen van fraudesignalen. Zodra die aan de orde zijn, dient de accountant zich een vakman of -vrouw te tonen en te laten zien wat hij of zij waard is. De verwachtingen en vragen zijn terecht en bovendien geschapen door het accountantsberoep zelf, dat immers stelt een hoge mate van zekerheid te verstrekken dat de financiële verantwoording vrij is van materiële afwijkingen als gevolg van FRAUDE of fouten (NV COS 200.5).
Kortom: Toon geen weerstand, staak het achterhoedegevecht. Aan het werk!
Marcel Pheijffer is hoogleraar forensische accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.
Gerelateerd
Fraude en controleverklaring; rapporteren van bevindingen
Fraude is één van de meest relevante onderwerpen bij de controle van de jaarrekening, door de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer met betrekking tot de...
AFM: Accountantskantoren lopen risico's rondom integriteit, digitalisering, duurzaamheid en fraude
Integriteitsincidenten bij meerdere accountantsorganisaties, zoals examenfraude, raken aan de integriteit van accountants. Ook thema's als de krappe arbeidsmarkt,...
Fraude onder NV COS en fraude onder Wta
In mijn eerste bijdrage over een CBb-uitspraak in een beroepsprocedure tegen een accountant, die bij een Oekraïense dochtervennootschap van haar klant werd geconfronteerd...
Veel belangstelling voor NBA Helpt-webinar over regelgeving
Meer dan duizend belangstellenden waren op 10 oktober jl. aangemeld voor de 27ste editie uit de reeks NBA Helpt-webinars. De jongste editie bood een update over...
Pheijffer: AFM terecht kritisch over rol van accountants bij fraudezaken
Toezichthouder AFM is terecht kritisch over de rol van de accountant bij fraudegevallen. Meer nog dan het ontdekken van de fraude zelf gaat het daarbij om gebreken...