Magazine

Wereldwijde LAT-relatie

Het door multinationale accountantskantoren gehanteerde beeld van één wereldwijd merk met naadloze dienstverlening en wereldwijd dezelfde kwaliteit staat haaks op de vlucht in nationalisme bij claims. De Indiase Satyam-affaire en recente rechterlijke uitspraken in de Verenigde Staten plaatsen deze kwestie prominent op de agenda.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Tweeslachtige structuur auditmultinationals ter discussie

Een gretig geïmiteerde kunstvorm is het portret dat is opgebouwd uit vele fotoportretjes. Kijk je van afstand dan zie je een beroemdheid. Maar bij nader inzien is het een fotomozaïek van onbekende persoonlijkheden. De big four en de internationale kantoren uit de subtop hebben wel iets weg van zo'n fotomozaïek. Je ziet een bekend gezicht, dat bestaat uit meer dan honderd eigen gezichten. Als er iets mis is met ‘onze man in’ Milaan, Tokio of India valt pas op dat niet alle neuzen dezelfde kant op staan en sommige portretjes van mindere kwaliteit zijn. En als ergens iets heel erg mis is, wenden de anderen het gezicht af en blijft er van het groepsportret weinig over.

Global? Moi?

De pretenties van één organisatie met wereldwijd dezelfde kwaliteit roepen vraagtekens op zodra sommige kantoren uit het netwerk ver beneden de beleden normen blijken te presteren.

“Waar waren de accountants?”, schrijft de Financial Times op 29 januari 2009, bij een foto waarop te zien is hoe twee PriceWaterhouse-partners in India worden gearresteerd wegens hun vermeende rol in het Satyam-schandaal (zie kader ‘PwC in India en Japan’).

“Hoe echt is dit wereldwijde netwerk? Werken de kantoren echt naadloos samen …?”, vraagt de goed ingevoerde oud-PwC- en oud-KPMG-consultant Francine McKenna zich naar aanleiding van dit schandaal af op de site re:The Auditors. “Hoewel zij bij hun cliënten hevig reclame maken voor hun wereldwijde bereik, hebben de big four en andere grote accountantskantoren in juridische procedures lang betoogd dat hun wereldwijde eenheden simpelweg losse verbanden zijn”, schrijft het Amerikaanse zakenblad Business Week in februari van dit jaar. Onder de subtiel bijtende tussenkop Global? Moi? citeert het blad woordvoerder Mark Davies van PricewaterhouseCoopers Global: “Er is niet zoiets als een wereldwijde onderneming. We zijn een organisatie van leden.” En het eigendom van elk kantoor is in handen van de partners in een bepaald land.

De formulering van Davies wijkt nauwelijks af van de kleine lettertjes op de websites van de grote kantoren (zie kader ‘Beeldvorming versus kleine lettertjes’).

Elf jaar geleden

Het debat over de juridische firewalls die achter de internationale gevels op de landsgrenzen staan bestaat al langer, maar is de laatste maanden opgelaaid onder invloed van enkele grote boekhoudfraudes en de rechtzaken daarover. Er is weinig begrip voor de manier waarop de internationale auditkantoren reageren op claims en op het verwijt dat ze ter plaatse zijn tekortgeschoten. Zij spreken met dubbele tong en moeten nu maar eens klare wijn schenken, is de strekking van de commentaren.

Die oproep werd ook elf jaar geleden al gedaan. Op 19 oktober 1998 kopte The Financial Times op pagina 1: ‘World Bank warns Big Five over global audit standards’. De toenmalige vice-president en controller van de Wereldbank, Jules Muis, zegt in het artikel dat de big five hun internationale merknaam niet moeten verbinden aan accounts die worden gecontroleerd of samengesteld aan de hand van normen die ver beneden de internationale standaard liggen.

Arnold Schilder

In Nederland zwengelde toenmalig directeur van De Nederlandsche Bank Arnold Schilder het debat niet zo lang geleden weer aan. Op de Accountantsdag van 2007 hekelt hij de onduidelijke verantwoording van de grote internationale kantoren. Dankzij de transparantieverslagen “is de transparantie voor nationale stakeholders” toegenomen. Maar voor multinationals en hun aandeelhouders zijn de grote kantoren “weinig inzichtelijk”, stelt Schilder. “Je zou toch denken, als je het geconsolideerde jaarverslag van een multinationaal accountantskantoor opslaat, dat een wereldwijde balans en winst-en-verliesrekening daarin snel te vinden is. Niet dus, want dan lopen we opeens tegen de juridische constructie aan: een samenwerkingsverband van nationale rechtspersonen.”

Amerikaanse rechter

De kwestie belandt op dit moment weer volop op de agenda door een aantal rechterlijke uitspraken. In de procedures van aandeelhouders tegen BDO, Deloitte en Grant Thornton trekt de Amerikaanse rechter Lewis A. Kaplan zich niets aan van de papieren grenzen, zo bleek de afgelopen maanden. Hij prikt door de corporate veil, de juridische sluiers en de disclaimers heen.

Volgens Amerikaans recht is het vooral van belang of de internationale koepels controle hebben over het optreden van de aangesloten kantoren. En gezien de lidmaatschapsvoorwaarden, de voorschriften voor het gebruik van de gemeenschappelijke naam, gezamenlijke kwaliteitsnormen, het verplichte gebruik van gemeenschappelijke praktijkhandboeken c.q. controlesoftware, controle op naleving van de normen en de mogelijkheid sancties te treffen, acht Kaplan dat aannemelijk (zie kader ‘Onder substantiële controle?’).

Uiteindelijk zullen de burgers in de jury bepalen of de accountants inderdaad aansprakelijk zijn.

Maar een advocaat die namens aandeelhouders schadeclaims bij Grant Thornton verdedigt, reageert in de pers nu al enthousiast op de uitspraak: “Rechter Kaplan laat het recht eindelijk de werkelijkheid weerspiegelen. Deze accountantskantoren verkopen zichzelf als een wereldwijde, naadloze organisatie. Nu worden ze op dezelfde manier verantwoordelijk gehouden.” Het is overigens nog afwachten of de jury het met de beroepsrechter eens zal zijn.

‘Double speak’

Je kunt erover twisten of de uitspraak van Kaplan de werkelijkheid helemaal recht doet. De oud-insiders Francine McKenna en Jules Muis betwijfelen hevig of je overal dezelfde kwaliteit kunt afdwingen. Volgens McKenna is het werken in multinationale teams vaak “een drama” en kun je weinig meer doen dan een kantoor eruit zetten als het slecht presteert. Dat deed Grant Thornton in de Parmalat-zaak met de vestiging in Milaan en deed PricewaterhouseCoopers in 2006 na een schandaal met haar vestiging in Tokio. Price Waterhouse India wordt vooralsnog gesteund.

Muis bouwde vijftien jaar geleden bij Ernst & Young mee aan het internationale netwerk. Op Accountant.nl schrijft hij (4 en 17 januari 2008 en 2 maart 2009) dat uniforme kwaliteit afdwingen niet lukt met voorschriften, normen en methodes. De grote kantoren zijn zichzelf voorbij gelopen en moeten volgens hem een stap terug doen om de door hen zelf geschapen verwachtingskloof te dichten. Het gebruik van de internationale naam (selectief) terugdraaien en zich gewoon als nationale organisatie presenteren is volgens Muis de beste manier om een einde te maken aan de huidige double speak.

Deze suggestie komt erop neer dat één van de landenorganisaties fungeert als hoofdaannemer en daarbij de organisaties uit andere landen inschakelt als onderaannemer. Dat zou mooi aansluiten op de agency-benadering in de Amerikaanse rechtspraak over aansprakelijkheid.

Toezicht versnipperd

In reactie op het verwijt van Arnold Schilder wezen Ruud Dekkers en Peter Veerman van PricewaterhouseCoopers (Accountant.nl, 15 januari 2008) en Roger Dassen en Rik Roos van Deloitte (‘de Accountant’, maart 2008) erop dat de structuur met nationale firewalls niet alleen een dijkverzwaring is om de vloedgolf aan claims te weren. Zolang de regels, de rechtspraak en het toezicht over de wereld verschillen, moet de ondernemingsstructuur daarop aansluiten, betogen zij.

Maar die logica wringt met de ontwikkeling dat onder de internationale paraplu wel supranationale clusters en areas worden gevormd. Zo hebben Ernst & Young en KPMG verschillende nationale organisaties al gefuseerd tot Ernst & Young Europe en KPMG Europe, terwijl de regels en het toezicht binnen Europa nog altijd zijn versnipperd.

Controle of niet?

Woordvoerder Dirk van der Lit van Ernst & Young mailt ons desgevraagd: “Door ons te organiseren in de Area EMEIA dwingen wij op centraal niveau kwaliteit af in onze aanpak waarin consistentie en uniformiteit de sleutelbegrippen zijn. Deze werkwijze leidt er wat ons betreft niet toe dat aansprakelijkheid ook op centraal niveau geregeld moet zijn.” Deze zin mag echter niet zo worden gelezen dat Ernst & Young Global controle heeft over de manier waarop de accountants van aangesloten kantoren hun beroep uitoefenen, maar zich daarvoor niet aansprakelijk acht. Van der Lit: “Dat staat er niet.”

Zijn collega Meint Waterlander van PwC: “Dat wij zo georganiseerd zijn heeft alles te maken met de zeer verschillende wetgeving overal ter wereld. Dat is wat wij volgen. Daarnaast hebben wij onze organisatie zo ingericht dat wij wereldwijd dezelfde kwaliteit kunnen leveren en de controlesystemen zijn daar ook op gericht.”Heeft PwC Global dus controle over de manier waarop de accountants van aangesloten kantoren hun beroep uitoefenen? Waterlanders antwoord lijkt ja: “Daarvoor zijn standaarden, die uiteraard gecontroleerd en gereviewed worden.”

Eenheid via rechtspraak

KPMG werkt volgens partner Philip Wallage “continu aan verdergaande harmonisatie van de internationale kwaliteit”, onder meer met verplichte reviews. “Daarbij is het gecontroleerde kantoor verplicht maatregelen te treffen als het onder de norm presteert.”

De huidige structuur is volgens hem slechts een fase in een lange ontwikkeling. Wallage hoopt dat de internationale regels en het toezicht zo snel mogelijk worden geharmoniseerd. “De klanten snappen deze discussie niet. Die verwachten één beleid, één visie, één kwaliteit en een effectieve, goede reactie op wat er speelt. Wat hun aandeelhouders verwachten? Dat weet ik niet. Ze willen een goede controle en een verklaring die terecht wordt afgegeven. Het is wrang als de rechtspraak via de benadering van Kaplan meer eenheid forceert. Het zou de wetgever en niet de rechter moeten zijn die voor harmonisering zorgt.”

Prominent op agenda

Of de bal nu ligt bij de wetgever, de rechter of de kantoren zelf, duidelijk is dat de kloof tussen ‘internationale’ beeldvorming en branding enerzijds en ‘nationale’ verdediging bij aansprakelijkheidsclaims anderzijds, leidt tot een onduidelijke positie voor het maatschappelijk verkeer en een onhoudbare spagaat voor de multinationale kantoren. Het gaat er niet zo zeer om wat de beste oplossing is, als wel dat daar naar moet worden gezocht. De Satyam-affaire, recente Amerikaanse rechtspraak en commentaren in toonaangevende internationale media hebben de kwestie prominent op de agenda geplaatst.

Zie ook de uitspraken van EU-topambtenaar Jürgen Tiedje over dit onderwerp (pagina 20).

Parmalat, Deloitte en Grant Thornton

De claims van Parmalat-aandeelhouders tegen Deloitte Touche Tohmatsu en Deloitte US respectievelijk Grant Thornton International (GTI) en Grant Thornton LLP US, zijn een juridische lakmoesproef voor de pretenties van het ‘ene wereldwijde netwerk’. De eisers beschouwen de Amerikaanse rechtspersonen als de dominante centra van het internationale netwerk. Zij claimen de schade van het uiteenspatten van de Italiaanse zuivelgigant Parmalat, bij de accountants, omdat Grant Thornton Italy onder meer over het hoofd zag dat de verkoop van driehonderdduizend ton poedermelk aan Cuba voor 620 miljoen dollar en vele andere transacties alleen op papier bestonden.

De internationale koepels en kantoren van Deloitte en Grant Thornton in de Verenigde Staten erkennen weliswaar de aansprakelijkheid van hun Italiaanse kantoren, maar wijzen die van henzelf af. Zij vroegen het District Court in New York om de claims in een verkorte procedure af te wijzen en de zaak niet voor te leggen aan een jury.

Rechter Lewis A. Kaplan heeft deze verzoeken eind januari respectievelijk in februari 2009 afgewezen. Volgens hem hebben de eisers voldoende bewijs geleverd om aan te nemen dat een redelijke jury tot de conclusie kan komen dat de gedaagde accountants ‘plaatsvervangend’ aansprakelijk zijn voor het aangesloten kantoren in Italië.

Onder substantiële controle?

In zijn beschikking van 27 januari en 25 februari 2009 over de mogelijke aansprakelijkheid van de internationale organisaties van Deloitte en Grant Thornton bij Parmalat noemde rechter Lewis A. Kaplan de volgende aspecten:

  • Lidmaatschapsvoorwaarden: Hierin staat onder meer dat de aangesloten kantoren zich moeten houden aan het beleid en doelstellingen van de vereniging en dat zij de professionele normen en werkwijzen moeten volgen.
  • Naamgebruik: Er zijn dwingende voorschriften voor het gebruik van de naam Deloitte respectievelijk Grant Thornton. Zo verbiedt Grant Thornton International (GTI) het gebruik van ‘GTI’ of ‘local firms’ omdat deze de aandacht vestigen op de structuur.
  • Kwaliteitsnormen: In de voorgeschreven kwaliteitsnormen wordt gehamerd op consistentie en uniformiteit.
  • Handboeken: De accountants van de aangesloten kantoren moeten de (vuistdikke) praktijkhandboeken van Deloitte Touche Tohmatsu respectievelijk GTI gebruiken voor de audit en/of verslaggeving.
  • Controlesoftware: GT-kantoren moeten voor de controle het GT-programma Explorer gebruiken.
  • Toezicht en sancties: Aangesloten kantoren worden gecontroleerd in reviews; tegen de kantoren die zich niet aan de regels houden kunnen sancties worden getroffen. Zoals opzegging van het lidmaatschap.

PwC in India en Japan

Het Indiase IT-bedrijf Satyam staat inmiddels bekend als ‘het Indiase Enron’. Het bedrijf had voor 538 miljoen euro aan fictieve rekeningen in de balans verwerkt en had in werkelijkheid veertigduizend werknemers in plaats van de opgevoerde 53.000. Twee accountants van Price Waterhouse India zijn gearresteerd wegens hun vermoedelijke aandeel in de fraude. Satyam heeft inmiddels gekozen voor een andere accountant. PwC International laat de Indiase organisatie niet vallen en steunt de reorganisatie, waarbij het management wordt versterkt c.q. vervangen.

In 2006 stootte PwC haar kantoor Chuo Aoyama PWC in Tokio af toen de accountants betrokken bleken bij een langdurige boekhoudfraude bij het beursgenoteerde Nikko Cordial. PwC heeft een nieuwe vestiging opgezet onder de naam PricewaterhouseCoopers Aarata.

Beeldvorming versus kleine lettertjes

Een greep uit de (vertaalde) beschrijvende webteksten van de big four over hun internationale kantorennet:

  • PwC: (…) door samen te werken, vormen aangesloten kantoren ook een krachtig wereldwijd netwerk.
  • KPMG: Onze structuur is ontworpen om een consistente kwaliteit van dienstverlening te ondersteunen en trouw aan afgesproken waarden, waar ter wereld de aangesloten kantoren ook opereren.
  • Ernst & Young: Dit geïntegreerde businessmodel stelt ons in staat zowel te voldoen aan de wereldwijde verlangens van onze cliënten als aan de juridische en wettelijke eisen die onze organisatie beïnvloeden. (En) weerspiegelt de kracht van onze toezegging om volgens onze belofte naadloze, consistente kwalitatief hoogwaardige service aan cliënten te leveren.
  • Deloitte: Integriteit en kwaliteit zijn de basis van onze aangesloten kantoren (…) die verplicht zijn te voldoen aan de hoogste normen van professioneel gedrag - met betrekking tot onafhankelijkheid, ethiek en alle andere beroepsvereisten - en zich te gedragen op een manier die het vertrouwen van het publiek in stand houdt en hun reputatie versterkt.

Dezelfde websites over de nationale aansprakelijkheidsgrenzen:

  • PwC: Het management en eigendom van de aangesloten kantoren is in lokale handen (…) aangesloten kantoren zijn met elkaar verbonden door het lidmaatschap van PricewaterhouseCoopers International Limited (PwCIL), een onderneming die gevestigd is in het Verenigd Koninkrijk en gebaseerd is op lidmaatschap. PwCIL verleent geen diensten aan cliënten.
  • Elk KPMG-kantoor staat op zich en is juridisch zelfstandig. Elk KPMG-kantoor is verantwoordelijk voor zijn eigen beheer en kwaliteit van zijn werk.
  • Ernst & Young Global Limited (EYG), een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde private company limited by guarantee (…) is het hoogste bestuursorgaan van de wereldwijde Ernst & Young-organisatie en verleent geen diensten aan cliënten (…) EYG en de aangesloten kantoren zijn afzonderlijke rechtspersonen en EYG is niet aansprakelijk voor het handelen en nalaten van de aangesloten kantoren.
  • Deloitte: (…) onafhankelijke kantoren (…) zijn lid van Deloitte Touche Tohmatsu (DTT), een Zwitserse vereniging. Elk aangesloten lid verleent diensten in een bepaald geografisch gebied en is onderworpen aan de wetten en beroepsregels in het land waarin het is gevestigd of werkzaam is. (…) DTT en elk DTT-kantoor zijn alleen aansprakelijk voor eigen handelen en nalaten en niet voor dat van anderen.

Bestuurlijke integratie

Drie van de big four zijn de afgelopen tijd druk bezig geweest met bestuurlijk integratie op internationaal niveau. Dit staat los van de juridische structuur, waarin de juridisch en economisch zelfstandige landenorganisties lid of aandeelhouder zijn van een internationale rechtspersoon. De organisatiestructuur verandert op zichzelf niets aan de aansprakelijkheid. Wel is de kans dat ook het internationale netwerk aansprakelijk wordt geacht groter naarmate het bestuur van dit netwerk meer controle heeft over de controleurs. Na de fusie- en clusterbewegingen van de afgelopen tijd ziet de organisatiestructuren er als volgt uit:

  • PwC International Ltd is de in Groot-Brittannië gevestigde koepelorganisatie van landenorganisaties die bestuurlijk samenwerken in drie clusters. De West Cluster (Verenigde Staten e.o.), de Central Cluster (onder andere Europa, Midden-Oosten, India, Afrika) en de East Cluster (onder andere Hong Kong, China, Singapore, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan). De clusters worden bestuurd door het Network Leadership Team, dat bestaat uit een ceo en senior partners uit de clusters.
  • KPMG International is een Zwitserse coöperatie van landenorganisaties, die verdeeld zijn over vijf regio's: Europa, de Amerika's, Asia Pacific, het Midden-Oosten en Afrika. In die regio's zijn de landenorganisaties tot op zekere hoogte gefuseerd. Zo bestaat KPMG Europe LLP momenteel uit vier leden: het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Zwitserland. Per 1 oktober 2009 treedt KPMG Nederland formeel toe. KPMG Europe en de andere regio's hebben een eigen bestuur. KPMG International heeft een global board, dat het belangrijkste bestuurs- en toezichtsorgaan van KPMG is.
  • Bij Ernst & Young zijn de landenorganisaties aangesloten bij Ernst & Young Global Limited (een Engelse ‘BV’) of bij Ernst & Young International Ltd (gevestigd op de Kaaiman Eilanden). De organisaties zijn gegroepeerd in vier ‘areas’, die elk een eigen bestuur hebben dat bestaat uit de managing partners van de subareas. E&Y Nederland LLP vormt met de Belgische zuster een subarea. De areas zijn EMEIA (86 landen in Europe Middle East India Africa), de Amerika's (VS en Zuid-Amerika), Far East Area (China, Singapore en andere), en Oceania: Australië, Nieuw Zeeland en andere). Boven de vier areas staat het wereldwijde bestuur, het Global Executive in London, dat onder meer bestaat de leiders van de vier areas.
  • Deloitte Touche Tohmatsu is een Zwitserse vereniging van landenorganisaties. DTT bestuurt en controleert deze organisaties niet, maar coördineert strategie, merkbeleid en vaktechniek. DTT heeft een executive committee met een ceo die verantwoordelijk zijn voor het dagelijks DTT-beleid en uitvoering daarvan. Zij worden gecontroleerd door een board of directors - een soort raad van commissarissen, die bestaat uit vertegenwoordigers van landenorganisaties.

BDO en Espirito Santo Bank

In 2007 bepaalde een Amerikaanse jury dat BDO Seidman in de Verenigde Staten 512 miljoen dollar moet betalen aan de Espirito Santo Bank. De bank leed forse verliezen op een joint venture, waarvan BDO Seidman de boeken controleerde. BDO International was volgens de jury niet aansprakelijk. In maart 2008 zei het gerechtshof in Florida in hoger beroep dat de jury had moeten overwegen of ook BDO International aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade. Daarbij moet de jury kijken in hoeverre BDO International de gang van zaken bij BDO Seidman kon beïnvloeden met bijvoorbeeld handboeken en controlesoftware.

Lex van Almelo is journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.