Magazine

Niet eenvoudiger, wel beter?

Na de parlementaire behandeling van de Wet toezicht accountantsorganisaties staat nu het ontwerp van de daarmee samenhangende Wet tuchtrechtspraak accountants op de rol. Het tuchtrecht wordt ingrijpend gewijzigd. Is het ook een verbetering?

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Folkert Waardenburg

Nieuw tuchtrecht voor accountants

De huidige situatie is eenvoudig. Registeraccountants tegen wie een klacht is ingediend behoeven maar in één wet te kijken: de Wet op de registeraccountants (Wet RA). Daarin staat alles beschreven over de tuchtrechtelijke maatregelen, de procedure in eerste aanleg voor de Raad van Tucht en de procedure in hoger beroep voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Dit verandert zodra de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) er is. Dan moet de registeraccountant tegen wie een klacht is ingediend niet één maar vier wetten raadplegen: de Wet RA, de Wta, de Wtra en de ‘Wet turbo’. Dit laatste is de populaire benaming voor de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004. Dat wordt dus een stuk ingewikkelder.

Werkingssfeer

De werkingssfeer van de Wtra was één van de grootste struikelblokken. De regering wilde de werkingssfeer zo beperkt mogelijk houden: tot de zogenaamde kerntaken van de accountant. De beroepsorganisaties pleitten daarentegen voor een zo ruim mogelijke werkingssfeer.

De Tweede Kamer moet de knoop doorhakken. Omtrent de werkingssfeer van de Wtra wordt uiteindelijk in het kader van de parlementaire behandeling van de Wta beslist. Ik volsta hier met te pleiten voor een duidelijke afbakening van de rol, de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden van de Accountantskamer, de Autoriteit Financiële Markten als toezichthouder op grond van de Wta en de beide beroepsorganisaties bij de tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants.

Accountantskamer

De Raden van Tucht worden opgeheven. Daarvoor in de plaats komt de Accountantskamer. Dit is een onderdeel van de rechtbank te Zwolle. Waarom Zwolle, terwijl de meerderheid van de registeraccountants werkzaam is in de Randstad? Het argument dat in de memorie van toelichting wordt genoemd is: “Deze rechtbank levert reeds ondersteuning aan een medisch tuchtgerecht dat in de praktijk naar volle tevredenheid functioneert.”

Ik betwijfel of accountants door deze mededeling zijn gerust gesteld. De kennis, ervaring en deskundigheid die gedurende decennia bij de Raden van Tucht zijn opgebouwd, worden op deze wijze in één klap teniet gedaan. De voorzitters en plaatsvervangende voorzitters van de huidige Raden van Tucht zijn leden van de Hoge Raad of leden van een Gerechtshof. De rechters in Zwolle vormen op het gebied van het accountantstuchtrecht een onbeschreven blad.

Kosten en onafhankelijkheid

Eén van de redenen voor opheffing van de bestaande Raden van Tucht is dat zij worden beschouwd als niet geheel onafhankelijk van het NIVRA respectievelijk de NOvAA. Dit bezwaar is slechts in zoverre terecht dat de kosten van de Raden van Tucht ten laste komen van het NIVRA en de NOvAA. Voor het overige zijn ze volstrekt onafhankelijk.

Een simpele wetswijziging, inhoudende dat de minister van Financiën de financiering overneemt, zou voldoende zijn geweest om iedere twijfel aan de onafhankelijkheid uit te bannen. De bestaande Raden van Tucht met de daarin opgebouwde kennis en ervaring zouden dan behouden kunnen blijven. De politiek beslist echter anders.

Het tuchtgeding in eerste aanleg wordt voortaan behandeld door de Accountantskamer. Het tuchtgeding in hoogste aanleg door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, net zoals nu het geval is.

Samenstelling

Ook de samenstelling van het tuchtcollege verandert. Bij de Raad van Tucht is de voorzitter een rechter en zijn de twee leden accountant. Bij de Accountskamer zijn de voorzitter en één lid rechter. Het andere lid is accountant. De rechters zijn dus in de meerderheid. Betwijfeld kan worden of dit, mede gezien de onervarenheid van de Zwolse rechters op het gebied van tuchtrechtspraak voor accountants, een gelukkige zaak is.

Deskundigen

Evenals de huidige wet voorziet de nieuwe regeling in de mogelijkheid van benoeming van deskundigen. Verwacht mag worden dat de Accountantskamer, mede vanwege haar geringe bekendheid met de beroepsuitoefening door accountants, zeker in de beginperiode behoefte zal hebben aan voorlichting door deskundigen. Aan deskundigen kan opdracht worden gegeven een onderzoek in te stellen en de Accountantskamer verslag uit te brengen.

Tijdelijke doorhaling

Ingrijpend is de mogelijkheid dat de Accountantskamer, hangende de procedure in de eerste aanleg, de inschrijving van de betrokkene in het accountantsregister tijdelijk - voor een periode van ten hoogste zes maanden - kan doorhalen. Deze voorlopige voorziening is alleen mogelijk op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten of de voorzitter van NIVRA of NOvAA, en indien zwaarwegende openbare belangen in het geding zijn.

Deze maatregel is ook toepasbaar als tegen de betrokkene een strafrechtelijke vervolging is ingesteld voor een misdrijf dat mede het uitoefenen van het beroep van de betrokkene raakt, dus nog vóór de strafrechter uitspraak heeft gedaan. Tegen een tijdelijke doorhaling is géén beroep mogelijk.

Beroep: Wet turbo

Na het tuchtgeding in eerste aanleg volgt, indien de klager en/of betrokkene beroep instelt, het tuchtgeding in hoogste aanleg. Dit speelt zich af bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven evenals in de huidige wet is voorzien.

De wetgever maakt zich er met een Jantje van Leiden van af door de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 op deze beroepszaken van toepassing te verklaren. Uit een oogpunt van wetgevingstechniek is dit niet fraai. In plaats dat de regeling van het tuchtgeding in hoogste aanleg volledig in de Wtra is uitgeschreven, zoals thans in de Wet RA en de Wet AA het geval is, moet de lezer voortaan de Wet turbo raadplegen.

Daarbij komt dat de Wet turbo niet is geschreven voor tuchtrechtspraak voor accountants maar voor tuchtrechtspraak binnen de sfeer van de publiek-rechtelijke bedrijfsorganisatie. Daarin treedt de voorzitter van het bedrijfslichaam, zoals een (hoofd)bedrijfschap of (hoofd)productschap, als klager op. Veelal gaat het daarbij om overtreding van verordeningen van productschappen, bij voorbeeld inzake de kwaliteit van eieren. Dit is toch moeilijk te vergelijken met de beroepsuitoefening door een accountant.

Tijdelijke doorhaling (2)

Evenals de Accountantskamer heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven de mogelijkheid om, in afwachting van een uitspraak in hoger beroep, de inschrijving van de betrokkene in het accountantsregister tijdelijk voor een periode van ten hoogste zes maanden door te halen. Deze ingrijpende bevoegdheid is voor het college op dezelfde wijze geregeld als voor de Accountantskamer. Ook in dit geval is dus tegen de tijdelijke doorhaling géén beroep mogelijk.

Klachtencommissie

De nieuwe wet voorziet in een Klachtencommissie naast de Accountantskamer. Deze commissie heeft tot taak klachten te behandelen inzake een inbreuk op een verordening dan wel het handelen of nalaten van een accountant dat niet valt onder het bereik van de Accountantskamer. Omdat over de afbakening van het werkterrein van de Accountantskamer en van de Klachtencommissie op dit moment nog geen consensus bestaat, zal ik hier niet verder op ingaan.

Wel merk ik op dat in de thans voorliggende bevoegdheidsverdeling verreweg de meeste klachten niet bij de Accountantskamer terecht zullen komen maar bij de Klachtencommissie. In de praktijk maken klachten die zullen vallen onder het bereik van de Accountantskamer namelijk slechts een kleine minderheid uit.

Onherroepelijk zullen er vragen rijzen over de vraag welke klachten onder de competentie van de Klachtencommissie vallen en welke onder die van de Accountantskamer. Dergelijke competentiegeschillen zijn het gevolg van de politieke keuze om slechts een beperkte groep klachten onder te brengen bij de Accountantskamer.

Geschillencommissie

Blijkens de memorie van toelichting gaat de wetgever ervan uit dat naast de Accountantskamer en de Klachtencommissie, een geschillencommissie fungeert. Daarmee wordt gedoeld op de Raad voor Geschillen die zowel door NIVRA als NOvAA is ingesteld. Deze raden beslechten geschillen over de beroepsuitoefening tussen de leden onderling dan wel tussen leden en derden, resulterend in een voor beide partijen bindend advies.

Ten slotte is er de burgerlijke rechter die, al dan niet voorafgegaan door een tuchtprocedure, civielrechtelijke geschillen tussen accountants en derden beslecht.

Verbetering?

De Raden van Tucht te Amsterdam en Den Haag worden dus opgeheven. In plaats daarvan zullen klager en betrokkene naar Zwolle moeten reizen, waar de Accountantskamer wordt gevestigd. Voor het hoger beroep moeten zij, evenals nu, weer naar Den Haag, waar het College van Beroep voor het bedrijfsleven is gevestigd. Waar de Klachtencommissie(s) wordt(en) gevestigd is nog onbekend.

Van vereenvoudiging van het tuchtrecht voor accountants is, gezien de competentieverdeling tussen de Accountantskamer en de Klachtencommissie, mijns inziens geen sprake. Of het nieuwe tuchtrecht een verbetering vormt ten opzichte van de bestaande situatie, laat ik gaarne aan het oordeel van de lezer over.

Noot
Folkert Waardenburg is advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek te Den Haag.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.