Magazine

Benchmarking Balkanlanden

Het Centrum voor Bedrijfswetenschappen van de Universiteit Leiden en de School of Accounting & Management Information van de DePaul University in Chicago werken samen in een doorlichting van de accountantsopleidingen in Zuidoost-Europa.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

William Rothuizen

De contacten tussen de DePaul University en Leiden bestaan al enkele jaren. Ze ontstonden in de internationale begeleidingsgroep bij het onderzoek voor het proefschrift The Impact of Globalisation on Accountancy Education van Gert Karreman, die medewerking en advies had gezocht in het netwerk van IFAC Education Committee van de International Federation of Accountants.

Hans Kuijl, hoogleraar bedrijfseconomie aan het Centrum voor Bedrijfswetenschappen van de Universiteit Leiden, maakte deel uit van de internationale begeleidingsgroep. Kuijl: “Je loopt er tegen mensen aan met een internationale belangstelling, mensen die ervan doordrongen zijn dat het beroep globaler wordt en dat het dus handig is als steeds meer zaken, zoals ook het onderwijs, wereldwijd op elkaar worden afgestemd. Daar ontstonden ook de contacten tussen de DePaul University en Leiden.”

Europese tak

Het in 2006 opgerichte Center for Global Accounting Education, Benchmarking and Research (CGAEBR) kreeg onderdak aan de DePaul University (zie kader).

Kuijl: “Maar als je dan vervolgens ziet dat een organisatie in de VS een idee moet krijgen van hoe het accountantsberoep en de accountantsopleidingen in voormalig Joegoslavië in elkaar zitten, dan moet je vaststellen dat zoiets vanuit West-Europa toch wat makkelijker gaat.”

Daarom werd besloten dat het CGAEBR ook een Europese tak moest krijgen. Die werd ondergebracht bij het Centrum voor Bedrijfswetenschappen in Leiden, een vooraanstaand onderzoeksintituut in Europees en internationaal verband. De CGAEBR-zaken worden er behartigd door Hans Kuijl (projectleider), Gert Karreman, Erik Mouthaan en Dick van Offeren.

Het is volgens Kuijl wel opmerkelijk dat de Europese tak van het CGAEBR hier is terechtgekomen, omdat Leiden geen opleiding accountancy heeft: “Er lopen hier wel enkele registeraccountants rond en het is typerend dat het allemaal RA's zijn met een zekere belangstelling voor het overgangsgebied tussen recht en accountancy.”

Accountancy en recht

Kuijl: “In het kader van de internationale benchmarking hebben we het niet over de hardcore-accountancy, dus niet over de vaktechniek, maar over infrastructuur. En dan zie je dat de vorm van de accountantsorganisaties en de structurering van de accountantsopleidingen in de diverse landen wordt bepaald door een aantal factoren die maar zeer ten dele te maken hebben met het accountantsberoep als zodanig. De duidelijkste voorbeelden daarvan zijn de verschillende belasting- en rechtssystemen. Ik vind het interessant dat we beginnen te zien dat de samenhang tussen rechtsgeleerdheid en accountancy/economie langzamerhand ook in het onderwijs gestalte krijgt. De accountant wordt geacht accountant te zijn maar hij kan niet goed opereren zonder een basale kennis van rechtsregels. Voor benchmarking is het heel goed dat je ook wat van het vergelijken van systemen weet. Dan gaat het om een proces van denken en afwegen dat veel meer zit ingebakken in het juridische dan in de accountancy.”

Verweggistan

Sinds 2005 zijn er de International Education Standards van IFAC. “Jazeker”, zegt Kuijl, “maar dat neemt niet weg dat als je bij een landelijke accountantsorganisatie in Verweggistan komt, je toch een benchmarking moet hebben, een niveaubepaling. Hoe doe je dat? Daarvoor geeft het proefschrift van Karreman de aanzet. We staan naar mijn gevoel aan de start van een nieuwe organisatieperiode die werd voorafgegaan door het tot stand komen van de internationale accountingstandaarden, de IFRS. Als je die hebt, zul je daar in je opleidingen rekening mee moeten houden.”

Nu zien we nog dat de stand van de beroepsuitoefening in diverse landen grote verschillen kent. Wat doet men aan vennootschapsbelasting, handelsrecht, samengestelde interest enz.?

Kuijl: “Je kunt wel meteen de meetlat ernaast leggen, maar wil zo'n opleidingsinstituut wel gemeten worden? Vaak is het beter eerst de behoeften te peilen. Dan kan bijvoorbeeld blijken dat men een opleiding wil die zich richt op de controle van beursgenoteerde ondernemingen, terwijl dergelijke ondernemingen in dat land niet bestaan en de grootste ondernemingen er naar ons gevoel tot de categorie kleinere bv's behoren. Dan leggen wij uit dat hun doelstelling prima is voor de toekomst, maar dat zoiets een grote krachtsinspanning en enorm veel geld vraagt. En dat goede lokale boekhoudkantoren er ook moeten zijn. Misschien heeft men daar in Kosovo wel meer behoefte aan dan aan hooggeschoolde accountants. Kijk naar de infrastructuur van het land, wat is de cultuur, wat is de achtergrond, wie wordt er accountant? Wij moeten doel en middelen op elkaar afstemmen.

Dan kan er een project van ondersteuning uitkomen dat, mits goed omschreven, kan worden uitgevoerd.”

Lange weg

De contacten tussen de landen van voormalig Joegoslavië en West-Europa worden intensiever. Zeker waar het gaat om de EU-landen Slovenië en de onlangs toegetreden landen Roemenië en Bulgarije. De grote internationale kantoren zoeken vestigingsplaatsen op de Balkan en hopen er competent personeel aan te trekken. Maar het optrekken van het niveau van de beroepsuitoefening in diverse landen zal veel inspanning vergen en ook de bemoeienis van de overheden is sterk verschillend. “Er is hier en daar nog een lange weg te gaan”, erkent Kuijl. “Maar laten we niet vergeten hoeveel jaren wij hier nodig hebben gehad om te komen waar we nu staan.”

Wereldwijd

Met zijn proefschrift The Impact of Globalisation on Accountancy Education legde Gert Karreman, van 1979 tot 1988 directeur Onderwijs bij het NIVRA, in 2002 de basis voor een brede internationale vergelijking van de accountantsopleidingen. In 2004 werd Karreman door de United States Agency for International Deveopment (USAID) en de ontwikkelingsorganisatie Carana Corporation in Washington uitgenodigd een benchmarking-methode te ontwerpen voor de accountantsopleidingen op de Balkan. In dat kader werd een pilot uitgevoerd. Tegelijkertijd ontstond de behoefte bepaalde activiteiten - waaronder benchmarking - onder te brengen in een aparte stichting. Dat werd het Center for Global Accounting Education, Benchmarking en Research (CGAEBR), opgericht in 2006. Het kreeg onderdak aan de DePaul University in Chicago, een erkend kenniscentrum voor accountantsopleidingen, benchmarking en onderzoek. Dit CGAEBR neemt deel aan het project Benchmarking International Standards of Transparency and Accountability (BISTA). Het moet een duurzaam model voor ontwikkeling opleveren dat wereldwijd kan worden toegepast om tekortkomingen in de naleving van de IFAC-richtlijnen te herstellen en de ontwikkeling van het accountantsberoep in overgangseconomieën en ontwikkelingslanden te bevorderen. BISTA wordt door USAID en Carana gesponsord en moet wereldwijd bijdragen aan de algemene doelstellingen van IFAC. Een proefproject van BISTA is gericht op een aantal landen in Zuidoost-Europa.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.