Magazine

Een tumultueuze markt

Geen subdiscipline kreeg zoveel aandacht als de forensische accountancy. Na ruim tien jaar is het specialisme de pioniersfase ontgroeid, maar rustig is het in de sector nog allerminst. Onder invloed van de onafhankelijkheidsgeboden ontstaan nu zelfstandige ‘nichekantoren’.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Forensisch accountants zijn het pionieren voorbij

Eén van de eerste forensisch accountants was Jan Joling. Bij de toenmalige Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) onderzocht hij begin jaren tachtig het American Land Program van Rienk Kamer, het faillissement van de Tilburgsche Hypotheekbank en de koppelbazenfraude. Joling begon in 1981 onder leiding van de toenmalige officier van justitie Pieter van Dijken. “Hij introduceert het concept van forensisch accountants in Nederland”, zegt Joling.

In 1983 kwam forensisch accountant Arthur de Groot bij de CRI werken. Jaren later zou hij net als Joling naar de forensische afdeling van Deloitte gaan. De CRI bleek een goede kweekvijver voor de forensische accountancy. Frank Erkens werkte er voordat hij naar KPMG ging. En ook Bob Crouwel en Rens Rozekrans, het huidige hoofd van KPMG Integrity & Investigation Services, komen er vandaan.

Justitie

De overstappen van Rozekrans en Crouwel waren het begin van de eerste forensische afdeling bij een Nederlands accountantskantoor. In de jaren daarna zouden de andere grote accountantskantoren het voorbeeld volgen. Aanvankelijk zag KPMG wel brood in fraude-onderzoeken ten behoeve van justitie. Maar forensisch accountants zijn, op een paar incidentele opdrachten na, nooit speurders voor justitie geworden. Volgens procureur-generaal Dato Steenhuis, portefeuillehouder fraude en financiële recherche bij het Openbaar Ministerie, hebben politie en justitie voldoende expertise in huis en bestaat er dus geen behoefte aan deskundige ondersteuning door de private sector. ‘Gewone’ ministeries en gemeenten zijn wel belangrijke opdrachtgevers gebleken voor de forensisch accountants. Soms deden deze overheidsopdrachten flink wat stof opwaaien.

Peper-effect

Met name de Parlementaire Enquête Bouwnijverheid en de ‘bonnetjesaffaire’ van oud-burgemeester Bram Peper riepen vragen
op over het optreden van forensisch accountants. Bij de bouwfraude had het er bij het grote publiek de schijn van dat forensisch accountants de controlerend accountant van het eigen kantoor uit de wind hielden. Het onderzoek naar het declaratiegedrag van Peper riep vragen op over de reikwijdte en indringendheid van forensisch onderzoek en de manier waarop accountants hun bevindingen moeten presenteren. Het publieke imago van de forensisch accountants werd er niet beter op, waarna de grote vier het adjectief ‘forensisch’ alleen nog achter de schermen bezigden.

Tuchtrechter

Het voordeel van alle ophef is dat de geruchtmakende onderzoeken leidden tot richtinggevende uitspraken van de tuchtrechter. De jurisprudentie van de Raad van Tucht en het College van Beroep voor het bedrijfsleven is verwerkt in de Richtlijn inzake persoonsgerichte accountantsonderzoeken, die het NIVRA vorig jaar uitvaardigde. Volgens deze richtlijn moet de (forensisch) accountant zich in de rapportering onthouden van kwalificerende oordelen over het handelen van de betrokkene, de betrokkene in de gelegenheid stellen binnen ‘redelijke termijn’ te reageren op de bevindingen c.q. de conceptrapportage, en geen conceptrapportage uitbrengen voordat alle onderzoekswerkzaamheden zijn afgerond. Verder moet de accountant met de opdrachtgever afspreken dat laatstgenoemde geen rapportages aan anderen verstrekt of uit die rapportages citeert zonder de toestemming van de accountant.

Nederland voorop

Na de totstandkoming van de richtlijn heeft de Werkgroep FORAC (FORensische ACcountancy) van het NIVRA zich opgeheven. “Dit markeert de afsluiting van de pioniersperiode”, zegt NIVRA-voorzitter Frans van der Wel, die daarmee een breed beleefd gevoelen onder de forensisch accountants verwoordt. Dankzij de affaires loopt Nederland voorop met de normering van dit soort onderzoeken. Elders in Europa ontbreken zulke regels. Zelfs in Engeland, waar forensisch accountants langer bestaan dan in Nederland. In België werkt de beroepsgroep, die zich heeft georganiseerd in het Institute of Forensic Auditors, momenteel aan eigen beroepsregels.

De forensisch accountants in Nederland vinden de regels over het algemeen helder en redelijk. “Het vereiste wederhoor voelt in de praktijk knellend aan, maar is wel een garantie voor een deugdelijke grondslag”, zegt Bernard Prins van PricewaterhouseCoopers.

Advocaten

Volgens hoogleraar forensische accountancy Marcel Pheijffer is een ander effect van de Peper-affaire dat enkele grote accountantskantoren ‘meer afstand nemen van bijzondere onderzoeken die al te persoonsgericht zijn’. Pheijffer: “Zij hebben tegenwoordig een voorkeur voor procesgericht onderzoek.” Het is in zijn ogen niet toevallig dat advocaten bij het onderzoek naar de boekhoudpraktijken van Ahold de lead hebben genomen en dat een advocatenkantoor is gevraagd de vermeende ‘graaicultuur’ op het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen te onderzoeken.

Jaap ten Wolde - de grondlegger van de private forensische accountancy in Nederland die op 1 januari 2005 met pensioen gaat - en Rens Rozekrans, zijn opvolger bij KPMG, zijn het niet met Pheijffer eens. “Dat OCW een advocatenkantoor inschakelt, is een uitzondering. Advocaten zijn geen concurrent, omdat zij de onderzoeksvaardigheden van de forensisch
accountant missen.”

Core business

Volgens Ten Wolde zijn onderzoeken á la Peper en de aanbestedingsfraude bij de Schipholtunnel de core business van de forensisch accountants.

Uit een rondgang blijkt dat de meeste grote kantoren nog altijd ‘toedrachtsonderzoek’ doen. Bij dit soort onderzoek reconstrueren zij hoe onregelmatigheden zich hebben kunnen voordoen, wat er precies is gebeurd, wie ertoe heeft besloten en wie ervan op de hoogte was. Deloitte is gestopt met onderzoeken waarbij geen financiële verantwoording in het geding is, zegt Jan Joling. Volgens Peter Schimmel van Ernst & Young loopt zulk ‘incidentenwerk’ wel terug. Rechercheren om (daders van) fraude op te sporen doen de forensisch accountants niet. “Daar hebben wij Interseco voor”, zegt Schimmel, doelend op het aan Ernst & Young gelieerde beveiligings- en recherchebedrijf.

Grote vraag

De vraag naar de combinatie van accountancy, fraude-expertise en onderzoeksvaardigheden heeft niet geleden onder de geruchtmakende zaken. Door de boekhoudschandalen en de fraudes die aan het oog van de controlerend accountant zijn ontsnapt, is de behoefte aan de ‘forensische’ deskundigheid groot. “Van de controlerend accountant wordt meer
aandacht voor signalen van mogelijke fraude verwacht. Meer dan wij de afgelopen jaren gedaan hebben”, zegt Frans van der Wel. Maar dat wil volgens hem nog niet zeggen dat de accountants van de investigations-afdelingen verworden tot hulpjes van de controlerend accountant. “Zeker niet.”

Het is natuurlijk maar hoe je het bekijkt. Marcel Pheijffer ziet met name dit werk voor de forensische afdelingen toenemen. “Zij worden er intern bij gevraagd door de controlerend accountant. Bij de opzet van de controle, naar aanleiding van de controle of tussentijds.” Rens Rozekrans ziet de forensisch accountant in de toekomst steeds meer zijn controlerende collega’s ondersteunen bij de reguliere audit en, ingeval van materiële fraudes, onderzoek doen bij derden.

Niche-kantoren

De onafhankelijkheidsregels uit de Sarbanes-Oxley Act en de code Tabaksblat beperken de mogelijkheden om de forensisch accountant in te schakelen. De schijn dat de forensisch accountant het werk van zijn kantoorgenoot moet beoordelen, is vaak niet te vermijden. Dat heeft de bouwfraude wel duidelijk gemaakt. Opdrachtgevers stappen daarom voor onderzoeken steeds vaker naar een concurrent van één van de grote accountantskantoren. Bij integriteitsadvies botsen de verschillende belangen minder snel.

De investigators van de grote kantoren moeten zelf ook steeds vaker nee verkopen. Zij wijzen de afgewezen opdrachtgever dan op de andere spelers in de markt. Dat zijn niet alleen de concullega’s van de grote vier, maar ook de zelfstandige niche-kantoren, die een gat in de markt zien.

4i Trust

SBV was drie jaar geleden het eerste zelfstandige kantoor dat zich op deze markt begaf. Fraude-expert Cees Schaap vertrok eind 2001 bij Ernst & Young en nam bijna zijn gehele afdeling mee. Tweeënhalf jaar later werken er in plaats van 25 nog maar zes mensen bij SBV. Eén van hen is volgens Schaap registeraccountant. Nadat SBV vorig jaar failliet ging, heeft Schaap een doorstart moeten maken en zochten medewerkers hun heil noodgewongen elders. Drie medewerkers vertrokken naar PricewaterhouseCoopers en drie naar 4iTrust.

Laatstgenoemd bureau is in juli 2003 opgericht door Nina Brink, die de wereld dit voorjaar in het televisieprogramma van Rik Felderhof liet weten in deze branche te willen investeren, omdat zij er toekomst inziet en omdat zij aan den lijve heeft ondervonden wat het is om onderzoeksobject voor forensisch accountants te zijn. “Ik geloof gewoon in onafhankelijk forensisch accountantsonderzoek”, zo licht Brink toe.

Onafhankelijkheid

Het faillissement van SBV zegt niets over het bestaansrecht van zelfstandige onderzoeksbureaus. “Naar mijn stellige overtuiging waren wij levensvatbaar”, zegt een oud-partner van SBV. Ook Nina Brink geloofde lang in SBV. “Het was de bedoeling dat SBV zou opgaan in 4iTrust”, zegt de zakenvrouw. “Maar door het faillissement is dat niet doorgegaan.”

Inmiddels is 4iTrust het gereanimeerde SBV voorbijgestreefd. Het bureau heeft in totaal 25 onderzoekers in dienst en bestaat uit enkele werkmaatschappijen. Deze BV’s houden zich bezig met respectievelijk forensische accountancy, investigations, training en risk management. Om leiding te geven aan 4iTrust Forensic Accounting is managing partner Jan Joling van Deloitte Bijzonder Onderzoek en Integriteitsadvies overgekomen. Een opmerkelijke transfer, die Joling niet alleen verklaart vanuit zijn wens om ‘zelf baas te zijn’ en een internationale organisatie op te bouwen op het Europese vasteland. “Ik geloof in zelfstandige bureaus van forensisch accountants, die samenwerken met andere onderzoeksdisciplines, zoals financieel rechercheurs en forensische IT-experts. De wet- en regelgeving en de markt vragen steeds meer om onafhankelijkheid. Het wordt tijd om dit soort activiteiten buiten de big four te plaatsen.”

‘Geen zeggenschap’

De activiteiten van de forensische accountants bij 4iTrust beperken zich tot onderzoeken die samenhangen met (gebrekkige) financiële verantwoording. Andere bijzondere onderzoeken worden uitgevoerd door de recherchepoot: 4iTrust Forensic Services & Investigations, waarvan oud-PwC’er Aart Bloemheuvel directeur is. De forensische accountancy-, recherche- en adviesactiviteiten zijn volgens het bedrijf dus van elkaar gescheiden en de verschillende disciplines houden zich aan de gedrags- en beroepsregels die voor hen gelden.

Voor oud-politiecommissaris Bloemheuvel was de onafhankelijkheidskwestie eveneens de reden om vorig jaar met een deel van zijn team van PricewaterhouseCoopers over te stappen. “Gezien de discussie over de onafhankelijkheid werd het steeds lastiger om forensisch onderzoek te doen. Voor de grote kantoren weegt het rendement van forensisch onderzoek niet op tegen de risico’s van conflicterende belangen. Daardoor krimpt de markt voor de grote vier en dat creëert een markt voor zelfstandige onderzoeksbureaus.”

De forensisch accountants van 4iTrust blijven als registeraccountants ingeschreven bij het NIVRA. De zeggenschap in de accountants-BV ligt volgens de onderneming bij accountants, ook al zijn de (deels stemrechtloze) aandelen in handen van de houdstermaatschappij. Nina Brink en andere investeerders hebben wel aandelen in de Group. “Maar ik heb geen zeggenschap in het bedrijf. Juist omdat ik vind dat zo’n onderneming onafhankelijk moet zijn”, zegt Nina Brink.

IFO en HIG

De vraag naar onafhankelijke onderzoekers heeft geleid tot de komst van nog twee (kleine) partijen op deze markt. Directeur Evert Jan Lammers van KPMG Forensic in België begint in september zijn onafhankelijke Instituut Financieel Onderzoek, dat zich zowel op Nederland als België richt. Vanaf 2005 zal Jaap ten Wolde als adviseur aan dit bureau verbonden zijn. Het bureau is een non-audit-accountantskantoor. De eerder dit jaar opgerichte Holland Integrity Group levert advies- en onderzoeksdiensten, zoals anti-money laundering services, regresonderzoek en integriteitsonderzoek naar nieuwe functionarissen, zakenrelaties en cliënten. De groep heeft vijf onderzoekers.

Uitschrijven als RA

Een van die partners is Frank Erkens, die begin 2004 vertrok bij KPMG. “Omdat de onafhankelijkheidsvoorschriften het praktisch heel moeilijk maken om bepaalde advies- en onderzoeksdiensten aan bestaande clienten te leveren, lag de start van een onafhankelijk kantoor voor de hand”, zegt Erkens. Op dit moment werken er geen registeraccountants bij het bureau. Erkens heeft zich als registeraccountant laten uitschrijven bij het NIVRA omdat de recente (tucht)rechtspraak en de richtlijn voor forensisch accountants het terughalen van verdwenen vermogensbestanddelen bemoeilijken. Die regels schrijven namelijk voor dat je betrokkenen over het onderzoek moet inlichten.

Niet-accountants

NIVRA-voorzitter Frans van der Wel ziet het niet als een probleem dat forensisch onderzoekers zich als registeraccountant laten uitschrijven: “Dit creëert helderheid tegenover het maatschappelijk verkeer. Zeker op het gevoelige gebied van fraudebestrijding is een integere, consciëntieuze en controleerbare werkwijze van groot belang. Een registeraccountant, die zich moet houden aan strenge beroepsregels, onderscheidt zich in positieve zin van anderen die actief zijn op dit gebied.”

Het is overigens de vraag hoe lang niet-accountants zich vrij kunnen bewegen buiten het keurslijf van de regels voor forensisch accountants. Volgens Bernard Prins zullen de regels voor forensisch accountants en andere private onderzoekers langzamerhand naar elkaar toegroeien. “Deze regels zullen na verloop van drie à vier jaar verwerkt zijn in het civiele recht. Dat betekent dat iedereen zich eraan moet houden, ook recherchebureaus.”

Deloittes oud-officier vindt tijd rijp voor justitie

“Na een hele lange periode zijn wij door schade en schande wijs geworden. Wij wisten nog niet precies wat wij mochten”,
zegt oud-officier van justitie Ben van der Lugt over de opkomst van forensische accountancy en haar beroepsregels in Nederland. Van der Lugt ging op 1 september 2004 met pensioen, nadat hij zeven jaar heeft gewerkt bij de afdeling Bijzonder Onderzoek en Integriteitsadvies van Deloitte.

Volgens Van der Lugt heeft de markt behoefte aan een paar zelfstandige bureaus. “Voor veel kleinere ondernemingen zijn de grote vier te duur. Bij een ingewikkelde fraudezaak moeten ook zij de keuze hebben uit een private specialist of een reguliere rechercheur.” De oud-officier vindt de tijd voor justitie rijp om een beroep te doen op private forensisch accountants. “Justitie was een beetje wantrouwend, maar de kou is nu wel zo’n beetje uit de lucht.” Ben van der Lugt gaat zich nu meer concentreren op zijn werk als raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Amsterdam.

KPMG’s pionier blijft actief na pensioen

Jaap ten Wolde is de grondlegger van de private forensische accountancy in Nederland. In 1992 had hij met KPMG Forensic Accounting de primeur voor Nederland. Begin dit jaar droeg Ten Wolde de leiding over aan Rens Rozekrans; op 1 januari 2005 gaat hij met pensioen. In de frontlinie van de forensische accountancy heeft Ten Wolde heel wat meegemaakt, met de affaire-Peper en de veroordelingen door de tuchtrechter als dieptepunt. Maar, zegt hij: “Ondanks alle kritiek staan de feiten die wij hebben aangedragen nog altijd overeind.” Naar aanleiding van deze en andere geruchtmakende zaken is het enthousiasme bij opdrachtgevers volgens ten Wolde wel ‘geluwd’. “Vanwege het kostenaspect perken zij de scope van de onderzoeken meer in.”

De forensische afdelingen bij de grote vier accountantskantoren blijven volgens hem bestaan. “Maar ik denk dat er in Nederland ook plaats is voor een aantal kleinere bureaus.” Jaap ten Wolde zal in 2005 optreden als ‘adviseur persoonsgebonden onderzoek’ van het Instituut Financieel Onderzoek van Evert-Jan Lammers, tot voor kort directeur van KPMG Forensic in België.

Engeland

De komst van niche-kantoren in Nederland staat niet op zichzelf. In de Verenigde Staten bestaan er tientallen en Engeland telt op dit moment twee niche firms van enige betekenis. Negen jaar geleden verlieten enkele forensisch accountants PricewaterhouseCoopers in Engeland om het zelfstandige Lee & Allen te beginnen. In april 2000 verlieten opnieuw enkele forensisch accountants PricewaterhouseCoopers, onder wie Raj Bairoliva. Zij richtten met zijn vijven een kantoor op met de niet zo onderscheidende maar wel duidelijke naam Forensic Accounting.

De voornaamste bezigheden van deze, inmiddels veertig medewerkers tellende, onderneming zijn litigation support (onderzoeken ten behoeve van procederende partijen) en onderzoeken in opdracht van Engelse toezichthouders, zoals de Financial Services Authority, het Department of Trade and Industry en het Serious Fraude Office. In Engeland mogen de accountants dus met recht forensic heten. Omdat de niche firms een kleinere overhead hebben, zijn hun tarieven volgens Bairoliva de helft van die van de grote kantoren. Bairoliva schat dat de grote vier in Engeland en Wales elk tussen de 150 en 200 forensic accountants in dienst hebben.

België

In België zijn tachtig van de ruim tweehonderd leden van het Institute of Forensic Auditors werkzaam bij de grote accountantskantoren, zegt Evert Jan Lammers, secretaris van deze koepel voor forensisch accountants in België en directeur van KPMG Forensic in Brussel. Net als in Nederland is justitie ook in België een slechte opdrachtgever voor private forensisch accountants. Tot voor kort was er volgens Lammers in België buiten de vier grote accountantskantoren slechts één zelfstandige aanbieder van forensische accountancy, het door een oudpolitieman opgerichte i-Force. En sinds begin september is Lammers’ eigen Belgisch/Nederlandse Instituut Financieel Onderzoek de tweede aanbieder (zie elders in dit artikel).

Lex van Almelo is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.