Nieuws

PwC-accountant niet aansprakelijk voor beleggingsadvies

Een PwC-partner is niet aansprakelijk voor een nadelig beleggingsadvies dat hij verstrekte aan zijn controlecliënt. Hij gaf het advies niet als accountant en had dus geen bijzondere zorgplicht, zegt het Gerechtshof Amsterdam.

De directeur-grootaandeelhouder van Paerel Investment (voorheen Delta Finance Amsterdam) eiste een schadevergoeding van PwC en een PwC-partner, omdat de registeraccountant hem had overgehaald te investeren in grondpercelen en niet had gewaarschuwd voor malversaties. Het gerechtshof bekrachtigt het vonnis, waarin de eis van Paerel werd afgewezen.

De accountant was van 2009 tot 2011 verantwoordelijk voor de wettelijke controle van enkele vennootschappen van Delta Finance Amsterdam (DFA), waaronder de Paerel Groep. Hij hield via zijn persoonlijke vennootschap Machot Accountancy Beheer 5 procent van de aandelen in La Esperanza, dat speculeerde in Costaricaanse grond.

Eind 2006 attendeerde de accountant de dga van DFA op deze investeringsmogelijkheid. Zij bespraken de investeringsmogelijkheden vervolgens met de directeur van Forest Returns. DFA nam daarop 26 procent van de aandelen in La Esperanza over van Forest Returns.

In 2007 richtten de drie de Verenigde Costaricaanse Compagnie (VCC) op om nog meer grond aan te kopen. De VCC zou in 2008 fuseren met La Esperanza. DFA financierde de aankoop van extra grond voor.

In 2008 nam de dga van DFA poolshoogte in Costa Rica. Hij stelde vast dat de boekwaarden van de grond niet waren onderbouwd en liet de grond taxeren. Volgens de taxateur was een exploitatievergunning uitgesloten. De dga besprak dit op een aandeelhoudersvergadering van VCC, waarbij de accountant niet aanwezig was.

De dga van Paerel/DFA stelt de accountant en PwC aansprakelijk voor de schade, die is veroorzaakt door de verliezen en doordat de accountant zijn lening niet afloste.

Geen zorgplicht

Volgens het gerechtshof staan het advies, de investeringen en de samenwerking zo ver af van de accountantscontroles die PwC uitvoerde bij DFA dat PwC er niet op kan worden aangesproken. Zowel de investeringen als de deelneming in VCC verliepen via de persoonlijke vennootschap van de accountant.

De partner heeft niet gehandeld als accountant. De werkzaamheden die hij uitvoerde voor DFA hadden niets met beleggingsadviezen van doen. Dat DFA misschien extra vertrouwen stelde in de partner omdat hij accountant was, betekent niet dat de partner een bijzondere zorgplicht tegenover hem had. Paerel heeft verder niet kunnen onderbouwen dat hij onrechtmatig heeft gehandeld. Zo is niet aangetoond dat de accountant wist van de malversaties en dat hij DFA dus had moeten waarschuwen.

Of de partner de onafhankelijkheidsregels heeft overtreden nu hij ook (enige tijd) de controlerend accountant was van DFA doet er volgens het gerechtshof niet toe. Die regels zijn bedoeld om belangenverstrengeling te voorkomen en de eer en de stand van registeraccountants te beschermen. Zij zijn niet in het leven geroepen om cliënten te beschermen tegen de incassorisico’s van zakelijke transacties, zoals het niet-aflossen van een lening.

PwC haalde de accountant in 2011 van de controle bij DFA af.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.