Nieuws

Tuchtrechtelijke veroordeling mag in zoekmachine

Google hoeft de URL’s van publicaties over de verdenking, tuchtzaak en berisping van een registeraccountant niet te verwijderen. Het gaat volgens de Rechtbank Amsterdam weliswaar om strafrechtelijke gegevens. Maar in dit geval moet de privacy van de accountant wijken voor het recht op vrije meningsuiting en het informatierecht van Google en de internetgebruiker.

Lex van Almelo

De accountant gaf in 2009 als controlepartner bij het toenmalige Ernst & Young een goedkeurende verklaring af bij de jaarrekening 2008 van het later failliet verklaarde effectenhuis Van der Moolen. De Accountantskamer berispte de accountant, omdat hij niet goed had vastgelegd waarop hij zijn oordeel over de continuïteitsveronderstelling van het bestuur baseerde. De AFM verdacht de accountant ervan dat hij een valse factuur had ingediend om een gift van zijn opdrachtgever te verhullen. Maar dat is volgens de tuchtrechter niet aangetoond.

De accountant legde zich neer bij zijn berisping en ging werken als advocaat met de financiële sector als aandachtsgebied, gespecialiseerd in integriteit en compliance. Wie op zijn naam zoekt in Google stuit op drie publicaties over de kwestie, waarin hij met naam en toenaam wordt genoemd:

  • een artikel op de website van de Vereniging van Effecten Bezitters van 17 december 2012 over de verdenking van de AFM;
  • een artikel op de website van de Vereniging van Effecten Bezitters van 27 juli 2013 over de uitspraak van de Accountantskamer;
  • een artikel op de website van Quotenet van 17 december 2012 over de uitkomsten van een onderzoek van EY en het begin van de tuchtzaak tegen de accountant.

De accountant vroeg vergeefs aan Google om deze zoekresultaten te verwijderen. Google bestrijdt dat het gaat om strafrechtelijke persoonsgegevens. Daarna belandde de zaak bij de Rechtbank Amsterdam.

Tuchtrecht geen strafrecht

De rechtbank vindt het wél strafrechtelijke gegevens en wijst daarbij op de definitie van de Hoge Raad. Die vindt dat je van strafrechtelijke gegevens kunt spreken wanneer je met de concrete feiten en omstandigheden een strafbaar feit kunt bewijzen en dus voldoende vaststaat dat de strafbare gedragingen zijn gepleegd.

Volgens de rechtbank is het niet voldoende dat iemand wordt beschuldigd van strafbaar gedrag, maar moet het gaan om verdenkingen die zijn onderbouwd met concrete, voldoende zwaarwegende aanwijzingen dat een bepaald persoon zich aan strafbaar gedrag heeft schuldig gemaakt. De rechtbank beschouwt een verslag van een tuchtprocedure en vermelding van de opgelegde berisping als strafrechtelijke gegevens.

De rechtbank licht de sprong van de definitie naar tuchtrechtelijke gegevens helaas niet toe. Die toelichting was niet alleen welkom geweest gezien de gehanteerde definitie. De sprong spreekt ook niet vanzelf, omdat het College van Beroep voor het bedrijfsleven in 2017 zei dat het accountantstuchtrecht niet moet worden beschouwd als een strafzaak in de zin van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). (Dat wil zeggen, niet als criminal charge in de zin van het EVRM, zie punt 7.4.)

Geen absoluut verbod

Bij het antwoord op de vraag of Google de zoekresultaten moet verwijderen, beroept de rechtbank zich wel op het EVRM. “De essentiële functie van zoekmachines in de huidige, wereldwijd door het internet verbonden samenlevingen, zou onaanvaardbaar worden beperkt als het voor exploitanten van zoekmachines categorisch zou zijn verboden aan het publiek koppelingen ter beschikking te stellen naar publicaties waarin wordt bericht over gegronde strafrechtelijke verdenkingen tegen, of strafrechtelijke veroordelingen van medeburgers.”

Dat betekent dat de rechter de verwerking van strafrechtelijke persoonsgegevens door zoekmachines niet absoluut moet verbieden. De rechter moet in een concreet geval het juiste evenwicht zoeken tussen de verschillende grondrechten uit het EVRM en het EU-Handvest van de grondrechten. In deze zaak zijn die grondrechten het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens enerzijds en het recht op vrije meningsuiting en informatievergaring anderzijds.

Na een blik op de drie publicaties weegt het belang van het publiek om over deze informatie te beschikken volgens de rechtbank zwaarder. De accountant speelt als advocaat een rol in het openbare leven. Daarom moeten zijn privacybelang en recht op bescherming van persoonsgegevens wijken voor het recht op vrije meningsuiting en het informatierecht van Google en de internetgebruiker.

Geen advocaat

De accountant voerde nog aan dat hij sinds kort niet meer als advocaat werkzaam is, maar heeft die bewering in de ogen van de rechtbank onvoldoende gestaafd.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.