Opinie

Voer Britse levensvatbaarheidsverklaring ook hier in

De recente kaalslag onder winkelketens maakt pijnlijk duidelijk dat technologische en demografische veranderingen veel vragen van het aanpassingsvermogen van ondernemingen. Ook de verdienmodellen van een aantal andere sectoren staan onder druk.

De continuïteitsveronderstelling is derhalve ook dit jaar weer een belangrijk aandachtspunt bij het opstellen van de jaarrekening. En dus voor de accountant die de jaarrekening controleert.

De maatschappij heeft verwachtingen van de accountant ten aanzien van continuïteit die niet altijd (kunnen) worden waargemaakt. De werkgroep Toekomst Accountantsberoep ziet de oplossing in uitgebreidere informatie in het bestuursverslag over continuïteitsrisico’s, met hierbij een accountantsoordeel. De Monitoring Commissie Accountancy heeft vorige week ook aangekondigd specifiek aandacht te besteden aan de rol van de accountant en de verwachtingskloof ten aanzien van (dis)continuïteit.

De informatie die ondernemingen over hun levensvatbaarheid geven, schiet al jaren te kort. De gebruiker moet het doen met een toelichting die pas verplicht is bij ernstige onzekerheid over de continuïteit. En helaas bespeur ik weinig gevoel van urgentie om op dit vlak een stap vooruit te maken.

Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën heeft de Tweede Kamer op aandringen van Henk Nijboer in november 2014 beloofd om de raad van bestuur en raad van commissarissen een grotere verantwoordelijkheid te geven als het gaat om de informatieverschaffing over continuïteit en het definiëren van de grootste risico's. In een recent consultatiedocument over niet-financiële informatie van de minister van Veiligheid & Justitie ontbreekt echter nog iedere ambitie op dit terrein.

Progressie zie ik wel aan de andere kant van de Noordzee. In het Verenigd Koninkrijk publiceren de eerste ondernemingen hun Viability statement, oftewel levensvatbaarheidsverklaring. Deze verklaring moet op basis van de UK Corporate Governance Code voor boekjaren eindigend vanaf 30 september 2015 worden opgenomen in het bestuursverslag.

In deze verklaring moet een Britse onderneming bevestigen een robuuste beoordeling te hebben gemaakt van de grootste risico's. Denk aan risico's die een bedreiging vormen voor verdienmodel, toekomstige prestaties, solvabiliteit en liquiditeit. Ze moet ook beschrijven hoe deze risico’s worden beheerst en gemitigeerd.
Verder moet het bestuur toelichten hoe ze de vooruitzichten heeft beoordeeld, over welke periode ze dat heeft gedaan en waarom die periode passend wordt geacht. Tenslotte moet het bestuur melden of ze een redelijke verwachting heeft dat de onderneming deze periode zal blijven voortbestaan en aan haar verplichtingen kan blijven voldoen.

De Britse Financial Reporting Council heeft al verklaard dat stresstesten en sensitiviteitsanalyses nodig zullen zijn om tot een dergelijke verklaring te komen.

Deze levensvatbaarheidsverklaring geeft veel meer inzicht in de continuïteitsrisico’s en verwachtingen dan de informatieverschaffing in Nederland. Niet alleen de beschrijving van de beperkingen en veronderstellingen, maar bijvoorbeeld ook de periode waarover de onderneming de verklaring afgeeft en de motivatie voor die periode.

In de eerste verklaringen lopen de periodes uiteen van drie tot vijf jaren en wordt bijvoorbeeld aangesloten bij de periode waarvoor een strategisch plan is opgesteld of het moment waarop een grote herfinanciering dient plaats te vinden. De lengte van de periode waarvoor het management zich in staat acht om een redelijke verwachting uit te spreken over de levensvatbaarheid van de onderneming zegt iets over het risicoprofiel van de onderneming en is dus relevant voor belanghebbenden.

Nu Den Haag niet thuis geeft, is de hoop gevestigd op de Monitoring Commissie Corporate Governance. Deze commissie publiceert 11 februari 2016 haar herzieningsvoorstellen. Het zou een grote stap vooruit zijn als de commissie een eerste aanzet doet voor een Nederlandse variant op de Britse levensvatbaarheidsverklaring. Al dan niet als opmaat naar nieuwe wettelijke rapportageverplichtingen voor alle ondernemingen.

En de accountant? Die zal moeten toetsen of de levensvatbaarheidsverklaring een goede weergave geeft van de werkelijkheid. Dat zal geen einde maken aan faillissementen, maar draagt wel bij aan betere informatie voor beleggers, banken, leveranciers, werknemers en andere belanghebbenden. En aan de gewenste relevantere rol van de accountant. Dat is in ieders belang.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arjan Brouwer is partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.