Opinie

Beloftes waarmaken

Meer uren per opdracht, meer inzet van ervaren mensen per opdracht en minder opdrachten per partner. In september 2014 heeft de sector een aantal beloftes gedaan gericht op het realiseren van een passende leverage die resulteert in kwalitatief goede controles. Kortom: minder opdrachten, meer kwaliteitsuren. Maar houden kantoren zich aan hun belofte?

Het antwoord op die vraag is 'Ja', zo leert het recente nieuws. Een aantal gemeenten meldt moeite te hebben met het vinden van een controlerend accountant. Accountants nemen afscheid van opdrachten of doen niet mee aan proposals. Dit kan geen verrassing zijn. Als er meer (ervaren) uren worden besteed per opdracht en minder opdrachten worden gedaan per partner, dan kan het niet anders dan dat kantoren minder opdrachten doen. Voor dit rekensommetje hoef je geen accountant te zijn. Het lijkt er dus op dat kantoren echt doen wat ze in 2014 hebben beloofd en ook in hun recente transparantieverslagen melden.

Op lange termijn draagt deze ontwikkeling bij aan de controlekwaliteit. Op korte termijn leidt het - zoals bij bijna iedere verandering - soms tot frictie. In dit geval bij gemeenten, maar het effect beperkt zich niet alleen tot gemeenten. Hoe lossen we deze frictie op?

Dat brengt mij bij de vraag of iedere organisatie recht heeft op een accountant. Laten we puur voor de discussie eens zeggen dat dat niet zo is. Wat is het effect als het niet zonder meer vanzelfsprekend is dat iedere organisatie een accountant zal vinden die de jaarrekening wil controleren? In zo'n situatie zal een organisatie moeite moeten doen de accountant in staat te stellen een goede controle te doen. Door bijvoorbeeld te zorgen dat hun interne beheersing en intern toezicht op orde zijn. Maar ook door bij een aanbesteding vooral gewicht toe te kennen aan kwaliteit.

Een organisatie die de accountant niet kan overtuigen, heeft zijn stakeholders - burgers, banken, aandeelhouders et cetera - iets uit te leggen. Zij zullen van de organisatie verbeteringen en randvoorwaarden eisen die een deugdelijke accountantscontrole mogelijk maken.

Theoretisch leidt deze situatie dus tot een prikkel die bijdraagt aan het versterken van de hele financiële rapportageketen. Bijkomend effect is dat het bewustzijn in de maatschappij over de relevantie van de jaarrekeningencontrole toeneemt.

Natuurlijk ben ik mij ervan bewust dat de accountantscontrole voor veel organisaties een wettelijke verplichting is. De wettelijke controleplicht brengt een verantwoordelijkheid voor de accountantskantoren met zich mee, maar dat geldt eveneens voor controleplichtige organisaties zelf.

Meer controle-uren bij minder controleopdrachten, omwille van kwaliteit, leidt tot dilemma's. Het wringt op korte termijn met name in situaties waarbij organisaties geconfronteerd worden met externe factoren die ze niet makkelijk kunnen beïnvloeden; in het geval van gemeenten de toegenomen complexiteit als gevolg van decentralisaties. Alle opdrachten dan toch maar aannemen, ondanks dat er niet voldoende capaciteit is om ze goed te doen? Deadlines uitstellen? Controlegrenzen ophogen? Er zijn vast meer en betere oplossingen. Ieder met voor- en nadelen op korte of lange termijn. Dat is inherent aan veel dilemma's: elke schijnbare oplossing leidt weer tot een nieuw dilemma.

De beste oplossing voor nu is wat mij betreft een open dialoog aangaan met controleplichtige organisaties en hun stakeholders, om gezamenlijk te bepalen hoe op een aanvaardbare manier om te gaan met het dilemma. Laten we als sector die belofte óók waarmaken.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arjan Brouwer is partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.