Opinie

Engelse les

Er zijn aanwijzingen voor continue verbetering van de controlekwaliteit, met name voor controles van grotere ondernemingen. Controleverklaringen komen onafhankelijk tot stand en worden doorgaans goed onderbouwd door controlewerkzaamheden. Aldus de Britse toezichthouder FRC, in een recent uitgebracht rapport naar aanleiding van haar inspecties in 2016/2017.

Hoewel de vooruitgang die door individuele kantoren wordt gemaakt verschilt, investeren alle kantoren volgens de FRC in controlekwaliteit en hebben zij verdere maatregelen genomen om te verbeteren en voldoende consistente kwaliteitsresultaten te leveren. De investeringen in verbeteringsprogramma’s vertalen zich bijvoorbeeld in grotere betrokkenheid van senior teamleden bij belangrijke aspecten van de controle, focus op continue verbetering en oorzaakanalyses wanneer dingen verkeerd gaan, maar ook wanneer dingen goed gaan. En in een kritische houding bij het evalueren van veronderstellingen en schattingen van het management.

Ook ziet de FRC positieve effecten van de gewijzigde regels met betrekking tot aanbesteding en rotatie. Die hebben geleid tot concurrentie op kwaliteit tussen de kantoren en hebben een positieve invloed op innovatie en efficiency. Feedback van belanghebbenden wijst er op dat de nieuwe accountant bestaande zaken ter discussie stelt en voor nieuwe perspectieven zorgt. Het vertrouwen in het werk van accountants is onder voorzitters van audit committees in het Verenigd Koninkrijk bovendien verder toegenomen.

Een duidelijk beter verhaal dan vijf jaar geleden. In 2011/2012 kreeg 56 procent van de controles van FTSE350 ondernemingen het oordeel goed of slechts beperkte verbeteringen nodig. Een jaar later, bij de niet-FTSE350 controles, was dat 48 procent. De FRC kwam toen dus tot de conclusie dat bijna de helft van de controles van oob’s verbeterd moest worden. In 2016/2017 voldeed 81 procent van de FTSE350 en 72 procent van niet-FTSE350 controles. Iets minder dan 16 procent van de onderzochte controles kreeg het predicaat ‘improvements required’ en 7 procent ‘significant improvements required’. En er wordt een duidelijke ambitie uitgesproken om verder te verbeteren.

Het Engelse geluid is duidelijk anders dan dat in Nederland naar aanleiding van het meest recente AFM-rapport. De resultaten van verschillende toezichthouders zijn niet zonder meer vergelijkbaar. Gehanteerde normen kunnen bijvoorbeeld verschillen en ook de onderzochte populatie is niet altijd vergelijkbaar. Zo richt de FRC zich op de controles van oob’s. Ter vergelijking: van de oob-controles in Nederland kreeg zowel in de cyclus 2011/2012 als in de cyclus 2014/2015 een kleine 70 procent van de AFM het predicaat voldoende. Wat maakt dit rapport dan toch relevant voor de Nederlandse sector? Wat mij betreft een aantal zaken.

Ten eerste laat het rapport zien hoe accountantskantoren, toezichthouders en audit committees elkaar kunnen versterken in het realiseren van kwalitatief goede controles en het vertrouwen daarin door stakeholders. Het FRC-rapport is gebalanceerd, realistisch en positief-kritisch. Naast het positieve geluid over de gerealiseerde verbetering benoemt de FRC ook de uitdagingen voor de sector. En naast de wortel gebruikt de FRC ook de stok, getuige het overzicht van onderzoeken en boetes die in het rapport is opgenomen. Alles bij elkaar ademt het rapport een toezichthouder die samen met de sector de kwaliteitsverbetering wil realiseren. Het recente initiatief om samen met audit committee-leden, beursgenoteerde ondernemingen, investeerders en kantoren een Audit and Assurance Lab op te richten getuigt daar ook van.

De FRC betrekt daarnaast nadrukkelijk de audit committees als bewaker van controlekwaliteit binnen de goverance van de gecontroleerde ondernemingen. De toezichthouder voorziet ze bijvoorbeeld van guidance voor de evaluatie van de kwaliteit van de accountant(scontrole) en best practices voor het selectieproces voor een nieuwe accountant. Op dat vlak valt in Nederland nog winst te behalen. Uiteindelijk hebben audit committees, accountants en de toezichthouder immers grotendeels hetzelfde doel en belang.

Daarnaast laten de resultaten in het Verenigd Koninkrijk zien dat het mogelijk is om kwaliteitsverbetering en vertrouwen te realiseren binnen de bestaande structuur. Los van de vraag of je het percentage (on)voldoende controles wel of niet kunt vergelijken met het percentage in Nederland, is de trend duidelijk positief. De sector in het Verenigd Koninkrijk is op dezelfde manier georganiseerd als in Nederland. De kantoren, hun structuren en het internationale netwerk waarin ze opereren zijn niet anders dan bij ons. En binnen die setting is het mogelijk om kwaliteitsverbetering te realiseren, zo leert het rapport. De FRC benoemt daarbij ook aandachtsgebieden als cultuur, governance (benoeming van onafhankelijke non-executives bij de kantoren) en de rol van kwaliteit in beoordeling en promotie als relevante factoren voor het creëren van een omgeving waarin de kwaliteitsverbetering wordt gerealiseerd. Elementen waar in Nederland ook nadrukkelijk aandacht aan wordt besteed.

Dat betekent niet dat we niet moeten blijven nadenken over de wijze waarop het beroep is georganiseerd. Maar het laat wel zien dat de huidige omgeving waarin we opereren een goede basis moet kunnen vormen om een vergelijkbare verbeterslag te maken als onze Engelse collega’s.

Het betekent ook dat we niet ver van huis hoeven te zoeken, als we willen begrijpen hoe de effectiviteit van verbeterprogramma’s verder verhoogd kan worden. Tijd voor Engelse les als verplicht PE-onderwerp?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arjan Brouwer is partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.