Tuchtrecht

Niet objectief bij assuranceverklaring over facturen

Een accountant-administratieconsulent heeft een assuranceverklaring afgegeven over facturen zonder deugdelijke grondslag. Gezien de belangenconflicten had hij de opdracht eigenlijk niet eens mogen aanvaarden.

Accountantskamer

Zaaknummers:
13/829 Wtra AK
Datum uitspraak:
19 augustus 2013
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:19

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent heeft met een kantoorgenoot een accountants- en administratiekantoor. Het kantoor verricht werkzaamheden voor een autoschadeherstelbedrijf en een stichting. De stichting is sinds 2007 betrokken bij de nieuwbouw van de schadewerkplaats van de hersteller, die samenwoont met de dochter van de bestuurder van de stichting. 

De bestuurder en de hersteller krijgen een conflict over de voortgang van de nieuwbouw. In februari 2012 stuurt de stichtingsbestuurder een rekening van 90 mille naar de schadehersteller. De kantoorpartner geeft in juli een verklaring af op verzoek van de stichting. In die verklaring staat onder meer dat de kantoorpartner een steekproef heeft genomen uit vijf ordners met opstellingen en kopiefacturen van inkomsten en uitgaven. "Zonder dat hiervoor accountantscontrole heeft plaatsgevonden" kan de kantoorpartner zich vinden in het bedrag van bijna anderhalve ton dat nog moet worden gefactureerd aan de schadehersteller. Deze laat samen met zijn vrouw weten dat er niets van klopt, onder meer omdat er ten onrechte een winstmarge is berekend op geleverde onderdelen. De stichtingsbestuurder verlaagt vervolgens de prijs, maar de schadehersteller weigert de aangepaste facturen te betalen. 

De nota wordt verlaagd, nadat de dochter van de stichtingsbestuurder erop heeft gewezen dat er nog een voorschotfactuur moest worden gecrediteerd. Uiteindelijk resteert een bedrag van 90 mille. De dochter blijft zeggen dat er niets van klopt, maar geeft ondanks aandringen van de dga niet aan wat er dan precies onjuist is. De schadehersteller trekt zijn opdracht aan het accountantskantoor in. 

In augustus 2012 spannen de stichting, de schadehersteller en zijn partner een civiele procedure tegen elkaar aan om verschillende bedragen betaald te krijgen. De kantoorpartner geeft op 14 maart 2013 een verklaring af over de juistheid van de facturering. De kantoorpartner schrijft dat hij de overzichten 'integraal' heeft gecontroleerd en concludeert onder meer dat bij een aantal posten niet de juiste bedragen zijn opgenomen, zodat het gefactureerde bedrag van 75 mille moet worden verlaagd met 4.275,05 euro. Verder verklaart de kantoorpartner "op basis van de uitgevoerde controle" dat er nog 42.506,32 euro niet is gedeclareerd bij de schadehersteller. Dit bedrag is volgens de kantoorpartner onderbouwd met externe documenten. 

De schadehersteller gebruikt deze verklaring in de civiele procedure en dient een klacht in tegen de accountant-administratieconsulent van het kantoor. 

Klacht

a. de medewerker had vanwege een belangenconflict de verklaringen van 29 juni 2012 en 14 maart 2013 niet moeten afgeven;

b. in de verklaring van 29 juni 2012 wordt ten onrechte gesuggereerd dat hoor en wederhoor is toegepast, maar dat is niet het geval geweest, terwijl dat wel moest;

c. in de verklaringen van 29 juni 2012 en 14 maart 2013 is sprake van misleidend taalgebruik met termen als 'integraal gecontroleerd' en 'op basis van de uitgevoerde controle verklaar ik';

d. de 'integrale controle' stelde niets voor en de verklaring is alleen gebaseerd op informatie van de stichting;

e. omdat de verklaringen steeds moesten worden gecorrigeerd, is onzorgvuldig gehandeld en was de juistheid van de administratie van de stichting twijfelachtig;

f. ten behoeve van de stichting is ten onrechte minstens één stuk gebruikt uit het onder de accountant rustende dossier van klager.

Oordeel

De klachtonderdelen a, c en d zijn gegrond. 

De Accountantskamer zegt dat het bij de verklaring van 2013 gaat om een assurance-opdracht, omdat zowel de kantoorpartner als de AA wisten dat de verklaring gebruikt zou worden in de civiele procedure. Bij een assurance-opdracht formuleert een openbaar accountant namelijk een conclusie die is bedoeld om het vertrouwen te versterken van de beoogde gebruikers (derden) in de toetsing die de accountant uitvoert. Bij de verklaring van 2013 verschaft de accountant assurance met een goedkeurende verklaring. De verklaring van 2012 is echter in hoge mate beschrijvend, terwijl daarin bovendien met zoveel woorden wordt gezegd dat er geen accountantscontrole is toegepast, zodat dus geen assurance wordt gegeven. 

Bij de uitvoering van een assurance-opdracht moet de accountant onafhankelijk zijn van de opdrachtgever. Bij non-assurance-opdrachten is die onafhankelijkheid geen direct vereiste. Wel kan de objectiviteit bij non-assurance-dienstverlening in het gedrang komen als de accountant tot op zekere hoogte vertrouwd is met partijen die naderhand met elkaar in geschil raken. In dat geval kan ook de geheimhouding worden bedreigd. 

De kantoorpartner en de AA wisten dat de stichting de verklaringen wilde gebruiken om haar vordering op de schadehersteller te onderbouwen, terwijl de werkzaamheden zich beperkten tot een deel van de administratie van de stichting. Zij hadden zich daarom moeten realiseren dat hun objectiviteit werd bedreigd door de belangentegenstelling tussen de stichting en de schadehersteller. De AA had de opdracht om een verklaring uit te brengen daarom niet moeten aanvaarden. Dat geldt ook voor de tweede opdracht. Want hoewel de schadehersteller toen inmiddels geen cliënt meer was, dateert de kwestie van de tijd dat de hersteller dat nog wel was. Door de opdracht toch te aanvaarden heeft de accountant onprofessioneel gehandeld. 

Voor de assuranceverklaring van 2013 ontbreekt een deugdelijke grondslag, waardoor de accountant de objectieve waarheidsvinding door de rechter heeft belemmerd. De bewoordingen van de verklaring zijn nogal stellig, terwijl de accountant nooit controle- of beoordelingswerkzaamheden voor de stichting heeft uitgevoerd. Ook blijkt nergens uit dat hij heeft vastgesteld of hij wel over alle relevante stukken kon beschikken. De accountant had dan ook moeten vermelden dat hij geen zekerheid kon geven of andere duidelijke voorbehouden moeten maken. 

In de verklaring ontbreken ook (cijfermatige) opstellingen, een uitwerking en documentatie, terwijl de accountant evenmin beschrijft welke 'externe documenten' de conclusie schragen dat het bedrag van 42 mille gedocumenteerd is. Ook de conclusie dat de stichting voor ongeveer 30 mille aan materialen uit eigen voorraad heeft gefactureerd, is niet onderbouwd. Op de zitting heeft de accountant erkend dat hij niet heeft vastgesteld en ook niet heeft kunnen vaststellen dat de materialen op de factuur feitelijk zijn geleverd aan de schadehersteller. 

Volgens de Accountantskamer heeft de accountant ondeskundig, onzorgvuldig en onprofessioneel gehandeld. Er is echter niet gebleken dat de accountant bewust te kwader trouw relevante gegevens buiten beschouwing heeft gelaten of de gebruikers van de verklaring heeft misleid. Daarom kun je niet zeggen dat de accountant oneerlijk, onoprecht en dus niet integer is geweest. 

De overige klachtonderdelen zijn onvoldoende onderbouwd. 

Maatregel

Mede omdat de accountant blijkt te beseffen dat hij anders had moeten handelen, is een waarschuwing passend en geboden. 

Annotatie Herbert Reimers

Een AA ontvangt een klacht over de gedragingen van een compagnon die geen accountant is. De Accountantskamer stelt voorop dat de accountant de tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid draagt voor de werkzaamheden die de compagnon heeft verricht, omdat die zelf niet onder enig tuchtrechtelijk regime valt. In de uitspraak wordt weinig toegelicht over deze rechtstreekse toerekening van het handelen van een ander. Hoe de Accountantskamer tot dit interessante punt van toerekening is gekomen blijft daardoor onduidelijk. Accountants zijn individueel onderworpen aan tuchtrechtspraak voor hun eigen handelen. Daarnaast moeten de accountant en zijn kantoor/organisatie ervoor zorgen dat de medewerkers de juiste opleiding hebben, onder adequaat toezicht staan en zich houden aan de VGC. Faalt de accountant daarin, dan schiet hij tekort in zijn eigen zorgvuldigheid. 

In één van de verklaringen die de compagnon heeft afgegeven staan conclusies die lijken voort te vloeien uit de toetsing aan een norm. Gezien de bewoordingen vindt de Accountantskamer dat de verklaring moet worden aangemerkt als een goedkeurende verklaring. Daarbij wordt volgens de Accountantskamer assurance verschaft, althans worden conclusies getrokken. Voor dergelijke verklaringen is onafhankelijkheid vereist en moet een deugdelijke grondslag bestaan. Aan beide vereisten is in deze casus niet voldaan, wat een overtreding betekent van de VGC.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.