Tuchtrecht

Berisping na misleiding geldschieters

Een registeraccountant heeft onvoldoende werkzaamheden verricht voor de inbrengverklaring, suggestieve saldobevestigingen en onjuiste informatie verstrekt aan een bank en een factoringmaatschappij en heeft ongebruikelijke transacties te laat gemeld.

Accountantskamer

Zaaknummers:
12/1955 Wtra AK
Datum uitspraak:
01 juli 2013
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:2

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De dga van een plantengroothandel neemt voor 17.600 euro per jaar een 'controller abonnement' bij een accountantskantoor. Het abonnement houdt onder meer in dat het kantoor zorgt voor de administratie en de officiële stukken. Namens het kantoor voeren een registeraccountant en een accountant-administratieconsulent de werkzaamheden uit. De AA is verantwoordelijk voor de administratie. De RA treedt op als adviseur bij onder meer de herstructurering en financiering van de groothandel, de nieuwbouw van een bedrijfspand en de civiele procedure die een voormalige leverancier tegen de groothandel heeft aangespannen.

In het najaar van 2009 dringt de Rabobank er bij de dga op aan de factoringovereenkomst met De Lage Landen te effectueren en een stil pandrecht te vestigen. De Lage Landen wil met het oog hierop de openstaande saldi verifiëren bij enkele Duitse debiteuren.

De RA stuurt negen geadresseerde debiteurenconfirmaties door naar de dga. De documenten zijn opgemaakt op blanco papier, terwijl de saldi niet zijn ingevuld. Het accountantskantoor ontvangt vijf van de negen debiteurenconfirmaties ingevuld en ondertekend retour.

In november wordt de gewijzigde factoringovereenkomst gesloten met de nieuwe holding van de dga, die vanwege de aanzienlijke groei op advies van de registeraccountant is opgericht, samen met enkele nieuwe werkmaatschappijen.

In de nieuwe overeenkomst staat onder meer dat de onderneming elke maand een debiteurenlijstje moet sturen naar De Lage Landen. De dga komt met de registeraccountant overeen dat laatstgenoemde het debiteurenbeheer ter hand neemt, voor rekening en risico van de dga. De accountant zal periodiek debiteurengegevens naar De Lage Landen toemailen. In de praktijk stuurt de AA de lijsten door in opdracht van de dga, zonder dat de registeraccountant deze te zien krijgt.

Nadat de handelsrelatie met de belangrijkste toeleverancier spaak loopt, betrekt de groothandel zijn klanten rechtstreeks van kwekers. De voormalige leverancier begint een civiele procedure.

In maart 2010 verstrekt de registeraccountant een samenstelverklaring.

In mei schort de Belastingdienst de teruggaven omzetbelasting op. Pas dan ziet de registeraccountant de inkoop- en verkoopfacturen; de aangiften omzetbelasting worden namelijk verzorgd door de AA. Dat de lay-out van de inkoop- en verkoopfacturen veel gelijkenissen vertoont, wekt achterdocht bij de Belastingdienst. Volgens de registeraccountant komt dat doordat de facturen met hetzelfde programma zijn opgesteld.

In juni feliciteert de AA de dga per e-mail met de omzetstijging van 462% over de eerste vijf maanden van 2010.

Eind juli vraagt de dga of de registeraccountant naar het bedrijf wil gaan, omdat de FIOD bezig is met een inval. Dan hoort de registeraccountant dat de Belastingdienst een direct opeisbare vordering heeft van bijna 5 ton. De Rabobank blijkt op basis van de informatie van de registeraccountant bereid de betaling van de naheffingsaanslag te financieren.

In oktober komt de registeraccountant erachter dat de dga zijn vennootschappen heeft verkocht aan een stichting in Duitsland en hem hierover onjuist heeft geïnformeerd. De registeraccountant beëindigt de opdrachtrelatie met de dga per 1 november. Zes maanden later wordt de dga privé failliet verklaard.

Ondertussen hebben rechercheurs van de FIOD tussen februari 2010 en eind 2011 een strafrechtelijk onderzoek uitgevoerd. Daaruit komt naar voren dat de dga vermoedelijk heeft gefraudeerd met valse inkoop- en verkoopfacturen, waarbij sprake is van zeer hoge kasstromen. De registeraccountant en de AA zijn gedurende deze onderzoeken als medeverdachten van oplichting aangemerkt.

De officier van Justitie besluit de accountants niet strafrechtelijk te vervolgen. Het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie dient (alleen) een klacht  tegen de RA in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant:

I. is bij het opstellen van de inbrengverklaring zonder aanvullende controlewerkzaamheden uitgegaan van de jaarrekening, terwijl daar alleen een samenstellingsverklaring bij was verstrekt, en heeft onvoldoende vastgesteld of er belemmeringen waren om de opdracht tot afgifte van de inbrengverklaring te accepteren;

II. heeft voor zijn opdrachtgever de mogelijkheid gecreëerd om vervalste saldobevestigingen aan te leveren;

III. heeft de Rabobank en De Lage Landen bewust onjuiste en onvolledige informatie verstrekt;

IV. was zo vertrouwd met zijn opdrachtgever dat hij niet kritisch genoeg is geweest;

V. heeft te laat een Wwft-melding gedaan over het handelen van zijn opdrachtgever.

Oordeel

De klacht is volledig gegrond.

De Accountantskamer schuift eerst het verweer terzijde dat niet het OM, maar alleen de NBA als toezichthouder bevoegd is een klacht in te dienen. In de Wtra staat "een ieder".

Ook het verweer dat het OM informatie, die het dankzij zijn strafvorderlijke bevoegdheden in handen heeft gekregen, niet had mogen verstrekken aan de Accountantskamer, snijdt geen hout. Het OM mag informatie uit het strafdossier verstrekken aan "rechterlijke ambtenaren". En hoewel er ook leken (accountants en andere deskundigen) in de kamer zitten, gaat het wel degelijk om "rechterlijke ambtenaren". De klacht is daarom ontvankelijk.

Bij de inbrengverklaring heeft de accountant ondeskundig en onzorgvuldig gehandeld. Uit de opdrachtbevestiging blijkt dat hij zou zorgen voor het debiteurenbeheer. Uit het strafrechtelijk onderzoek is naar voren gekomen dat de werkelijke inkopen en verkopen tussen november 2009 in oktober 2010 hebben geleid tot een negatieve geldstroom van 1,8 miljoen euro. Daartegenover staat een positieve geldstroom van 3 miljoen euro van betalingen en ontvangsten per kas. Het openstaande debiteurensaldo was grotendeels gebaseerd op gefingeerde verkoopfacturen. Zowel de RA als de AA waren op de hoogte van de contante in- en verkopen door de groothandel, terwijl de AA ook bekend was met de hoogte van het kassaldo. De negatieve kasstroom had voor de registeraccountant aanleiding moeten zijn om nader onderzoek te doen naar het debiteurensaldo toen hij een inbrengverklaring afgaf. Hij kon daarbij niet zonder meer uitgaan van informatie uit de jaarrekening over 2009, omdat daarbij uitsluitend een samenstellingsverklaring was afgegeven.

De accountant heeft niet integer gehandeld door in de tekst van de debiteurenconfirmaties met name tegenover De Lage Landen te suggereren dat er wel degelijk assurance werd gegeven.

De accountant heeft ook niet integer gehandeld door Rabobank en De Lage Landen bewust onvolledig te informeren bij de financiering van de naheffingsaanslag. Pas na de telefoongesprekken met deze geldschieters heeft hij contact opgenomen met de afdeling Juridische Zaken van het accountantskantoor en gevraagd of hij de dienstverlening voor de plantengroothandel kon continueren. De accountant heeft evenmin waarborgen getroffen om deze bedreiging weg te nemen of terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau.

De accountant heeft evenmin maatregelen getroffen om de bedreiging van zijn objectiviteit in goede banen te leiden. De Accountantskamer wijst erop dat deze bedreiging niet alleen geldt voor de controlerend accountant. De registeraccountant heeft op geen enkel moment vraagtekens geplaatst bij de handelwijze van zijn opdrachtgever dan wel bij de informatie die de opdrachtgever hem verstrekte. De inval van de FIOD en de voortdurende weigering van de dga om kasgelden te storten, gaven daar echter alle aanleiding voor.

Tenslotte heeft de registeraccountant ook de ongebruikelijke transacties van zijn opdrachtgever te laat gemeld. Hij heeft pas een Wwft-melding gedaan nadat hij tijdens de verhoren door de rechercheurs informatie kreeg over zijn opdrachtgever. In de ogen van de Accountantskamer had het de accountant al in april 2010 duidelijk moeten zijn dat mogelijk sprake was van ongebruikelijke transacties. Ook de mail van de AA over de enorme omzetstijging had zijn wenkbrauwen moeten doen fronsen. En de inval van de FIOD al helemaal.

Maatregel

De Accountantskamer is er gezien de inhoud van de gedingstukken en de verklaringen van de accountant op de zitting van overtuigd dat hij gewetensvol te werk is gegaan. Hij heeft zich echter stelselmatig laten misleiden door de opdrachtgever. De accountant moet verweten worden dat hij zich "te lang te argeloos" heeft opgesteld bij de uitvoering van zijn werkzaamheden. Omdat de dga maar korte tijd cliënt was bij het kantoor had het in de rede gelegen dat de registeraccountant meer oog zou hebben gehad voor de signalen dat de feitelijke gang van zaken bij de groothandel anders was dan hem werd voorgehouden. Onder deze omstandigheden is een berisping passend en geboden.

Annotatie Herbert Reimers

Is het Openbaar Ministerie (OM) wel gerechtigd een tuchtklacht in te dienen, nu zijn taak de strafrechtelijke handhaving, opsporing en vervolging is? En mag het OM de stukken uit het strafdossier wel aan de Accountantskamer overhandigen? Het zijn vragen die in een iets andere gedaante kunnen opkomen als de AFM een klacht indient.

De Accountantskamer zegt dat volgens de Wtra ‘een ieder' een tuchtklacht kan indienen, dus ook het OM.

Wat betreft de stukken uit het strafdossier ziet de Accountantskamer ruimte in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg). Daarin staat dat strafvorderlijke gegevens mogen worden verstrekt aan Nederlandse rechterlijke ambtenaren. De Accountantskamer zegt dat de voorzitter en de helft van de leden van de Accountantskamer rechterlijk ambtenaar zijn die met rechtspraak zijn belast. De accountantsleden moeten conform de Grondwet als rechtsprekende personen worden aangemerkt. De Accountantskamer ziet dus geen belemmering voor de gegevensverstrekking.

De wetsgeschiedenis bij de Wjsg suggereert dat je gegevens voor doelen die binnen de strafrechtspleging liggen, kunt verstrekken aan rechterlijke ambtenaren voor zover zij die gegevens nodig hebben voor de uitoefening van hun taak als rechter. Hoewel een deel van de leden van de Accountantskamer weliswaar (persoonlijk) de kwaliteit van rechter heeft, treden de leden bij de Accountantskamer niet op als onderdeel van de rechterlijke macht en daarom niet in de hoedanigheid van rechter. De Accountantskamer gaat eraan voorbij dat de kamer niet tot de rechterlijke macht behoort.

Bovendien kun je je afvragen of de gegevens in dit geval wel zijn verstrekt voor doeleinden die binnen de strafrechtspleging liggen. Al met al kunnen dus vraagtekens worden gezet bij de verstrekking van de strafvorderlijke gegevens.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.