Tuchtrecht

Geen enkel besef van belang objectiviteit

Een registeraccountant heeft niet objectief gehandeld bij de verkoop van aandelen van een cliënt aan partijen, waarin hij een belang heeft. Hij weigert duidelijkheid te verschaffen over dat belang. Bovendien heeft hij bewust fouten in de jaarrekening van een samenstelcliënt laten staan. Volgens de Accountantskamer heeft hij geen enkel besef van het belang van objectiviteit.

Accountantskamer

Zaaknummers:
12/1922 Wtra AK
Datum uitspraak:
09 september 2013
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
doorhaling, termijn 2 jaar
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:41

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant (hierna: de RA) stelt van 1995 tot en met 2004 de jaarrekeningen samen van enkele vennootschappen uit een groep, te weten de bv's C en D E en de dochtermaatschappijen van D E (hierna: de D E vennootschappen). Vanaf boekjaar 2004 controleert een ander kantoor de jaarrekeningen van C, omdat C bv dan controleplichtig is. Begin 2008 krijgt het kantoor van de RA de opdracht de controle over boekjaar 2006 af te ronden en de jaarrekeningen 2007 en 2008 te controleren. Als in 2009 de controleplicht voor C vervalt, stelt het kantoor van de RA ook weer de jaarrekeningen van C samen.

De RA leidt op 17 maart 2009 een algemene vergadering van aandeelhouders (ava) van D E. Hij brengt daar een factuur voor D E van 37.950 euro op tafel die hij heeft aangetroffen in de administratie van D E; de factuur is afkomstig van een Luxemburgse vennootschap. In de notulen van de ava van D E op 11 juni 2009 schrijft de RA dat deze factuur ten onrechte is opgemaakt en niet verwerkt had mogen worden. In diezelfde notulen schrijft hij dat de jaarrekeningen over 2008 van de D E-vennootschappen zijn goedgekeurd en vastgesteld en op 16 juli 2009 zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

Op 1 januari 2010 treedt de RA uit het accountantskantoor, maar verricht via dit kantoor nog wel werkzaamheden voor de groep en de D E-vennootschappen. Hij is betrokken bij gesprekken over de herstructurering van de groep, waarbij dividend zal worden uitgekeerd aan de drie aandeelhouders van wie twee een achtergestelde lening verstrekken aan D E-dochter E Recycling. Aandeelhouder G Milieuservices zal een substantieel deel van zijn aandelen betalen door een lening af te lossen.

Ten behoeve van de besprekingen stuurt de RA een concept-jaarrekening 2009 van de D E-vennootschappen naar de drie aandeelhouders en de bestuurders. Zowel in de later gewijzigde concepten als in de geconsolideerde jaarrekening van D E's minderheidsaandeelhouder C bv over 2009 worden hierin achtergestelde leningen en dividenduitkeringen vermeld. Later zegt de RA echter dat er geen rechtsgeldig besluit is genomen over het uitkeren van dividend en dat er geen overeenstemming is bereikt over het verstrekken van achtergestelde leningen door de aandeelhouders.  

De RA heeft de samenstellingsopdracht in mei 2010 ondertekend namens zijn voormalige kantoor. Een andere registeraccountant van dit kantoor geeft een samenstellingsverklaring af bij de geconsolideerde jaarrekening van D E.

Namens de collega-accountant schrijft de RA in juni aan de bestuurder van C bv dat er nog enkele facturen open staan. C bv betaalt onder protest alleen de openstaande facturen, omdat er volgens C een vast uurtarief was afgesproken.

De RA schrijft verder dat hij bereid is de werkzaamheden voor de jaarrekeningen van de vennootschappen over 2009 nog af te ronden, maar daarna zal stoppen met zijn werkzaamheden voor de groep. De reden is dat C enkele financial lease-objecten heeft verkocht, terwijl een collega van het kantoor in 2008 bij de opdrachtaanvaarding heeft afgesproken dat het uit moest zijn met dergelijke transacties.

In juni 2010 wil C bv haar aandelen in D E verkopen aan de twee andere aandeelhouders van D E: G Milieuservices en F Holding. Volgens F is bij de verkoopprijs rekening gehouden met de achtergestelde lening van 967.500 euro die C zal verstrekken. De RA neemt in de voorlopige cijfers over 2010 niet de rente op die over die lening betaald moet worden. C vraagt de RA om dat alsnog te doen en ook de andere afspraken over de achtergestelde leningen en de dividenduitkeringen te verwerken. De RA weigert dit. Op de jaarlijkse ava in november weigert C daarom de geconsolideerde jaarrekening van D E goed te keuren, wat de twee andere aandeelhouders wel doen.

Op 18 januari 2011 worden C en de twee andere aandeelhouders van D E het eens over de verkoop van C's aandelen in D E voor 1,2 miljoen euro. Nadien stelt de RA namens de twee andere aandeelhouders voor om in de notariële leveringsakte op te nemen dat C, nadat deze de koopprijs heeft ontvangen, geen enkele vordering meer heeft op de twee andere aandeelhouders en de D E-vennootschappen. C wijst die voorwaarde af, omdat dit niet was afgesproken. Uiteindelijk koopt F Holding de aandelen. Samen met G Milieuservices verkoopt  F de aandelen in D E aan E Holding, de moedermaatschappij van onder andere E Recyling. C eist vervolgens dat E Recyling de rente over de achtergestelde lening betaalt.

Op 12 juli 2011 blijkt uit de uittreksels van het handelsregister dat de RA één van de bestuurders en aandeelhouders is van E Holding. Deze holding is de enige bestuurder en aandeelhouder van onder andere E Recyling. C stelt het accountantskantoor aansprakelijk voor de schade die de RA heeft veroorzaakt. Het accountantskantoor schrijft op 12 september 2011 terug dat de RA in deze kwestie zelfstandig is opgetreden en al ruim een jaar niet meer is verbonden aan het kantoor.

C begint vervolgens een civiele procedure tegen alle vennootschappen uit de groep en de natuurlijke personen daarachter. De bv eist terugbetaling van de achtergestelde lening die zij aan D E heeft verstrekt.

Per 1 september 2010 wijzigt de RA zijn inschrijving als openbaar accountant in die van accountant in business. Op 18 oktober 2012 laat hij zich uitschrijven uit het register.

In januari 2013 dient de bestuurder van C namens de groep een klacht in bij de Accountantskamer.

Klacht

De registeraccountant heeft:

a. de opdracht om de jaarrekening van C bv te controleren teruggegeven vanwege een voorwaarde die nooit eerder is genoemd;

b. er, nadat de factuur uit Luxemburg is opgedoken, niet bij het bestuur en de aandeelhouders van D E op aangedrongen om de fraude ongedaan te maken of maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen, maar in plaats daarvan zijn medewerking verleend aan het "wegpoetsen" van deze fraude door te reppen van een lening in de notulen van de ava en in de door hem samengestelde jaarrekening van D E over 2008;

c. zijn plicht om te waken over tijdige deponering van de jaarstukken van D E over 2008 verzaakt;

d. onjuiste gegevens in de (gedeponeerde) jaarrekening van C bv over 2008 opgenomen of laten staan;

e. ondanks uitdrukkelijke afspraken daarover geen vaste prijs gerekend voor het samenstellen van de jaarrekeningen van de vennootschappen die deel uitmaken van de groep over 2009;

f. misbruik gemaakt van de omstandigheden door begin juni 2010 betaling te verlangen van de betwiste en nog niet-opeisbare facturen van het accountantskantoor, terwijl hij wist dat C bv er belang bij had dat de jaarrekeningen snel klaar zouden zijn, en door alleen zaken te willen overdragen aan de opvolgend accountant als alle facturen tijdig zouden worden betaald, waaronder een factuur die C nog niet eens had ontvangen;

g. vanuit eigen belang, samen met F Holding en G Milieuservices betwist dat er in januari 2010 rechtsgeldige besluiten waren genomen over uit te keren dividend en het verstrekken van achtergestelde leningen en zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte door deze besluiten niet in de jaarrekeningen van deze vennootschappen te (laten) verwerken;

h. toegestaan dat er niets werd afgelost op de frauduleuze lening, er geen rente over werd betaald, de lening niet werd opgehoogd met de verschuldigde rente en heeft de bestuurder en de aandeelhouders van de D E-vennootschappen niet gewaarschuwd dat de bestuurder die het geld had "geleend" het directiereglement en vele wettelijke en statutaire regels niet heeft nageleefd (waaronder de verplichting tot het tijdig opmaken en deponeren van de jaarrekeningen);

i. tijdens de ava van 22 november 2010 standpunten ingenomen die bewust en te kwader trouw onjuist of misleidend zijn, standpunten en uitlatingen van C onjuist of onvolledig in de conceptnotulen van deze ava opgenomen en als voorzitter van deze ava toegelaten dat er besluiten werden genomen die niet rechtsgeldig zijn;

j. in de aanloop naar de overdracht van C's aandelen, toen hij nog de accountant van D E was, bewust en vele malen onjuiste standpunten ingenomen die afwijken van het aandelenkoopcontract en nadelig waren voor C, waardoor de overdracht bijna twee maanden extra op zich liet wachten;

k. (net als zijn accountantskantoor) vaak de indruk gewekt dat hij tot het voorjaar van 2011 in de een of andere vorm nog aan het kantoor was verbonden.

Oordeel

De klachtonderdelen g, j en k zijn gegrond; de onderdelen a en b (deels) niet-ontvankelijk en de rest ongegrond.

Ad a, e en f

Omdat de accountant vanaf 1 januari 2010 niet meer als aandeelhouder/participant verbonden was aan het accountantskantoor kan hem niet worden aangerekend dat het kantoor de opdracht wilde teruggeven, dat het kantoor geen vaste prijs heeft gerekend en heeft aangedrongen aandringen op betaling van openstaande en nog niet verstuurde facturen.

Ad d

De Accountantskamer ziet de onjuiste gegevens in de (gedeponeerde) jaarrekening van C bv over 2008 als slordigheden die geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt opleveren.

Ad g

Volgens de Accountantskamer wijzen de feiten en omstandigheden er op dat de accountant vaktechnisch gezien zelfstandig verantwoordelijk was voor de (concepten van de) jaarrekening 2009 van C bv. Ook al was hij vanaf 1 januari 2010 niet meer bevoegd om samenstellingsverklaringen te ondertekenen en heeft hij dat ook niet gedaan. Hij heeft wel herhaaldelijk concepten aangepast en toegestuurd en de opdrachtbevestiging voor het samenstellen van de jaarrekening ondertekend.

Als hij vond dat er geen rechtsgeldige besluiten waren genomen over uit te keren dividend en het verstrekken van een achtergestelde lening mocht je van hem vanuit zijn vaktechnische verantwoordelijkheid verlangen dat daarvan geen melding gemaakt zou worden in de (concept-)jaarrekening van C over 2009 of C erop had gewezen dat het het dividendbesluit alleen nog maar een voornemen was. Dat hij na 2 juni 2010 geen werkzaamheden meer heeft verricht voor C (omdat het kantoor de opdracht had teruggegeven) had hem daarvan niet hoeven weerhouden. Het ging namelijk om informatie die wezenlijk is voor de getrouwheid van de jaarrekening. Dat in de Letter of Representation staat dat de directie verantwoordelijk is voor wat zij in de jaarrekening opneemt, ontslaat de RA niet van deze verplichting. Naar eigen zeggen wist hij namelijk dat C gegevens had opgenomen in de jaarrekening die niet juist waren. Door deze verplichting niet na te komen heeft de RA ondeskundig, onzorgvuldig en onprofessioneel gehandeld. Of eigenbelang daarbij een rol heeft gespeeld, kan volgens de Accountantskamer in het midden blijven.

De Accountantskamer vindt het overigens onbegrijpelijk dat de RA in zijn verweerschrift niet heeft uitgelegd waarom hij C en haar bestuurder al niet veel eerder heeft laten weten dat er geen rechtsgeldig besluit was genomen over het uitkeren van dividend en dat er geen overeenstemming was bereikt over het verstrekken van achtergestelde leningen door de aandeelhouders.

Ad h

Het is primair een taak van het bestuur om toe te zien op de naleving van het directiereglement en van de statutaire en wettelijke bepalingen. Ook is het bestuur als eerste aangewezen om erop toe te zien dat afspraken over de aflossing van en de betaling van rente over verstrekte leningen worden nagekomen. Er is geen gedrags- of beroepsregel die voorschrijft dat accountants hierop moeten toezien en de aandeelhouders aanspreken op de afspraken die zij hebben gemaakt. Die verplichting vloeit ook niet voort uit de vaktechnische verantwoordelijkheid die is besproken onder g.

Ad i

De RA heeft gemotiveerd weersproken dat

  • hij standpunten heeft ingenomen die bewust en te kwader trouw onjuist of misleidend zijn;
  • standpunten en uitlatingen van C onjuist of onvolledig in de conceptnotulen van deze ava opgenomen;
  • als voorzitter van deze ava toegelaten dat er besluiten werden genomen die niet rechtsgeldig zijn.

Ad j

De RA is volgens de Accountantskamer niet objectief geweest. Hij heeft jarenlang de jaarrekeningen van C en D E (waarin C een belang van 45% had) samengesteld. In juni 2010 zegt hij tegen C dat de opdracht wordt teruggegeven. C maakt hem duidelijk dat het bedrijf ervan uitgaat dat twee aandeelhouders van D E achtergestelde leningen hebben verstrekt aan D E. De RA maakt daarna notulen van de ava waarop een jaarrekening is vastgesteld die afwijkt van eerdere concepten waarvoor de RA vaktechnisch verantwoordelijk was. In afwijking van die concepten wordt in de jaarrekening geen melding gemaakt van een dividendbesluit en achtergestelde leningen van de aandeelhouders.

Enkele maanden later onderhandelt de RA namens de twee andere aandeelhouders van D E met C over de prijs van C's aandelen in D E. Hij stelt daarbij voor dat C afziet van elke vordering op de twee andere aandeelhouders. Als het  inderdaad gebruikelijk is om zo'n clausule overeen te komen, zoals de RA zegt, had daarin ook moeten staan dat de twee andere aandeelhouders op hun beurt zouden afzien van elke vordering op C.

De RA gaf bovendien geen uitsluitsel over de hoedanigheid waarin hij optrad. Daarom was er al met al een niet te onderschatten bedreiging voor zijn objectiviteit, temeer omdat later bleek dat de RA bestuurder is van rechtspersonen die D E-vennootschappen beheersen, terwijl bij die rechtspersonen ook de natuurlijke personen achter de andere aandeelhouders betrokken zijn.

De RA heeft in zijn verweerschrift en op de zitting geweigerd om uitsluitsel te geven over wat hij zijn "belangen in ondernemingen" noemt en het moment waarop die zijn verkregen. In de procedure die D E en E Recycling hebben aangespannen tegen C noemt hij zichzelf "adviseur van E". Ook vragen hierover heeft hij niet beantwoord. Bovendien blijkt nergens uit dat de RA ook maar enige waarborg heeft getroffen om de gesignaleerde bedreigingen van zijn objectiviteit weg te nemen of terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau.

Ad k

De Accountantskamer verklaart ook de klacht gegrond dat de RA de indruk heeft gewekt dat hij nog aan het kantoor was verbonden. De RA heeft niet aangevoerd dat het accountantskantoor met zoveel woorden aan C heeft gemeld dat de accountant geen banden meer had met het kantoor en voortaan zelfstandig te werk ging. De opdrachtbevestiging voor het samenstellen van de jaarrekening van C en haar dochters over 2010 stond op briefpapier van het kantoor. De RA heeft die ondertekend namens het accountantskantoor. De RA heeft op de zitting erkend dat het kantoor aan C facturen stuurde voor de werkzaamheden die de RA had verricht. In maart 2011 bestond er nog een e-mailadres van de RA waarin de naam van het accountantskantoor voorkomt. De Acountantskamer vindt dit niet professioneel.

Maatregel

De RA heeft in feite tegen beter weten in niet willen erkennen dat hij zelfstandig de vaktechnische verantwoordelijkheid draagt voor het samenstellen van de betrokken jaarrekeningen. Hem moet ook zwaar worden aangerekend dat hij volhardt in zijn weigering uitsluitsel te geven over "zijn belangen in ondernemingen", waaruit blijkt dat hij geen enkel besef heeft van het belang van objectiviteit. Daarom is een doorhaling in de registers passend en geboden, waarbij de termijn waarbinnen betrokkene niet opnieuw in deze registers kan worden ingeschreven, wordt bepaald op vierentwintig maanden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.