Tuchtrecht

Niet zorgvuldig en niet objectief genoeg

Een accountant van twee groepen die met elkaar zaken doen, heeft zich te veel laten leiden door de belangen van één cliënt. Verder heeft hij in strijd met zijn zorgplicht verzuimd de cliënt te wijzen op de gevolgen en risico's van bepaalde praktijken.

Accountantskamer

Zaaknummers:
13/1302 Wtra AK
Datum uitspraak:
20 december 2013
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2013:77

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent werkt voor twee groepen van ondernemingen in de rozenteelt en rozenhandel. De ene groep wordt geleid door een vader, de andere door zijn dochter. De dochter teelt en verhandelt rozen en verkoopt licenties voor de aanplant van de 'Rosen Tantau' via twee bv's en een Ltd. De vennootschappen van beide groepen doen veel zaken met elkaar.

Rond 2000 laat de groep van de vader een bedrijfspand met woning bouwen. Het woonhuis wordt verkocht aan de dochter. De rest van het complex en de grond blijft eigendom van één van de vennootschappen van de vader, maar wordt gebruikt door vennootschappen van zowel de vader als de dochter. Uiteindelijk moet de dochter eigenaar worden van het hele complex en de grond, zo is de bedoeling.

Twee fiscale kantoorgenoten van de accountant schrijven in 2004 een memo over de geldstromen tussen de Nederlandse en buitenlandse vennootschappen en de mogelijke verrekening van de vorderingen en aflossingen.

In maart 2008 laat de groep van de vader de accountant op aandringen van een financier een overzicht maken met een verrekening van diverse rekeningen-courant. De dochter vraagt de accountant uit te werken hoe de verkoop van het resterende deel van het complex aan haar of haar vennootschappen vorm kan krijgen. Eind september komt de accountant met het gevraagde overzicht en de uitwerking. Uit het overzicht blijkt dat er rekening-courantverhoudingen bestaan tussen de Nederlandse vennootschappen van de vader respectievelijk de rozenkwekerijen-bv en een buitenlandse bv van de dochter.

Volgens de accountant kan de dochter de koopsom voor de rest van het complex financieren door een bedrag van 4 miljoen euro te verrekenen, dat de buitenlandse bv van de dochter in rekening-courant tegoed heeft van 'Flower Ltd' uit de groep van de vader. Via het online-boekhoudprogramma van het accountantskantoor wordt de verrekening verwerkt in de administraties van de verschillende vennootschappen en de jaarrekening 2008. De rest van het complex wordt vervolgens verkocht en geleverd aan een van de vennootschappen van de dochter.

Begin 2011 krijgen de groepen van de vader en de dochter ruzie over de onderlinge financiële afrekening, de verkoop en de levering van de rest van het complex en over het karakter van de betalingen die de groep van de dochter heeft gedaan aan de groep van de vader. Beide partijen komen op verschillende bedragen die moeten worden afgerekend. De accountant maakt op verzoek van de dochter een update van de rekening-courantverhoudingen.

Op verzoek van beide partijen zal de accountant ook een verschillenanalyse maken, althans de partijen begeleiden bij het opstellen daarvan. Als de vader en de dochter na een incident hun onderhandelingen staken, geeft de accountant deze opdracht eind mei 2012 terug. In de brief hierover schrijft hij dat zijn bemiddelende rol is uitgespeeld omdat er volgens tenminste één van de partijen van zo'n rol geen sprake meer is.

Een maand later zegt de groep van de dochter de opdracht aan het accountantskantoor op. Het kantoor rondt de samenstelling van de jaarrekening en aangifte vennootschapsbelasting over 2010 nog af.

Op verzoek van beide groepen gelast de rechtbank Amsterdam een voorlopig getuigenverhoor van de accountant en de fiscalist van zijn kantoor. Voordat de twee een getuigenverklaring afleggen, hebben zij hierover een voorbespreking met de vader en enkele mensen uit zijn groep.

Als de dochter hier later achter komt, dient zij met twee bv's een klacht in over de accountant

Klacht

De accountant heeft:

a. het voorlopig getuigenverhoor alleen voorbesproken met de groep van de vader;

b. bij het opschonen van de rekening-courantverhoudingen ten onrechte alleen de Nederlandse vennootschappen betrokken en niet ook de rekening-courantverhouding tussen de buitenlandse bv en Flower Ltd;

c. tijdens zijn verhoor als getuige niet de waarheid gesproken over een bespreking in april 2011;

d. tijdens dat verhoor niet de waarheid gesproken over het nalaten van een boekenonderzoek in 2004;

e. nagelaten er op te wijzen dat de huur voor het onroerend goed meer dan het dubbele bedroeg van de marktprijs;

f. in de jaarrekeningen 2008 en 2009 van de buitenlandse bv van de dochter ten onrechte een managementvergoeding verwerkt voor één van de vennootschappen van de groep van de vader en deze fout na ontdekking pas in 2012 gecorrigeerd in de jaarrekening 2011;

g. de belangen van de groep van de dochter onvoldoende behartigd en zich te veel laten leiden door de belangen van de groep van de vader.

Oordeel

De klachtonderdelen b, e en f zijn niet-ontvankelijk, omdat de klacht op deze punten te laat is ingediend. De klachtonderdelen c en d zijn ongegrond, de klachtonderdelen a en g zijn gegrond.

Ad c en d

Volgens de Accountantskamer  zijn de verwijten dat de accountant niet de waarheid heeft gesproken en daardoor een meinedige verklaring heeft afgelegd ongegrond. Er is onvoldoende gebleken dat de verklaring van de accountant onjuist of onaannemelijk is en dat de accountant op twee punten onder ede heeft gelogen.

Ad a en g

Dat de accountant te eenzijdig is geweest bij de behartiging van de belangen van beide groepen blijkt volgens de klaagsters uit het feit dat de accountant:

  • het getuigenverhoor wel heeft voorbesproken met de kant van de groep van de vader, maar niet met de kant van de groep van de dochter;
  • volledig op de hoogte was van de verrekening in de rekeningen-courant, maar de groep van de dochter niet heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van het beperkt opschonen van de rekeningen-courant waarbij de buitenlandse rekeningen-courant buiten beschouwing werden gelaten;
  • heeft de dochter niet gewaarschuwd voor en beschermd tegen het niet (deugdelijk) vastleggen van gemaakte afspraken omtrent de geldstromen, de verrekeningen en het onroerend goed.

Wat betreft het laatste punt wijzen de klaagsters erop dat de AA:

  • jarenlang de samenstellend accountant en adviseur is geweest van beide groepen;
  • op hun gezamenlijk verzoek is opgetreden als bemiddelaar;
  • en door zowel de ene als de andere zijde als getuige is opgeroepen.

De Accountantskamer beschouwt de accountant gezien de drie laatstgenoemde punten als "goed ingevoerd". Hij wist dat:

  • de groepen intensief met elkaar samenwerkten;
  • dit had geleid tot een grote en complexe financiële verwevenheid via vele rekeningen-courant;
  • de groepen elkaar middelen en gelden ter beschikking stelden;
  • en dat een en ander zich afspeelde in een familieverhouding.

De accountant behoorde te weten dat familieleden die zakelijk met elkaar samenwerken niet altijd zakelijk handelen en de afspraken en de uitwerking daarvan niet altijd vastleggen. In dit geval wist de accountant ook dat de dochter doorgaans verbleef bij haar onderneming in het buitenland en daardoor op afstand stond van wat in Nederland speelde of kon gaan spelen. Bovendien wist de accountant dat er met het opschonen van de rekeningen-courant en het onroerend goed grote financiële belangen waren gemoeid en dat er een verband bestond (of kon ontstaan) tussen het opschonen van de rekeningen-courant en de verkoop van de rest van het complex aan de dochter.

Het risico van de buitenlandse vennootschappen buiten de opschoning laten was volgens de Accountantskamer evident. Dat risico bestond er bijvoorbeeld uit dat één van de betrokken vennootschappen niet meer aan haar financiële verplichtingen kon voldoen. Het behoorde tot de zorgplicht van de accountant om de dochter en haar vennootschappen te wijzen op de (mogelijke) gevolgen en risico's van:

  • de beperkte opschoning;
  • het niet uitvoeren van de intentie om het resterende deel van het complex over te dragen;
  • en de afspraken over de intentie niet vast te leggen.

Door dit na te laten heeft de accountant onvoldoende zorgvuldigheid aan de dag gelegd.

Bij de voorbespreking van het getuigenverhoor is de accountant zich bewust geweest van de bedreiging van zijn objectiviteit. Hij heeft daarover namelijk juridisch advies ingewonnen bij een kantoorgenoot. Door toch in te gaan op het verzoek van vaderskant heeft hij de schijn op zich geladen dat hij uitsluitend oog heeft gehad voor de belangen van de groep van de vader en onvoldoende oog voor de belangen van de dochter en haar groep.

Van de accountant had verwacht mogen worden dat hij de dochter om toestemming had gevraagd voor de voorbespreking en/of haar had aangeboden een soortgelijke voorbespreking te houden, al dan niet samen met de groep van de vader. Door alleen met de vaderskant te praten en de dochter daarover niet in te lichten, heeft de accountant onvoldoende distantie in acht genomen. Dat is niet-objectief, ondeskundig en onzorgvuldig.

Maatregel

Omdat de accountant bij de voorbespreking van het getuigenverhoor wel de bedreigingen heeft gesignaleerd - zij het onvoldoende - en hij niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, blijft het bij een waarschuwing.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.