Tuchtrecht

'Klokkenluider' misleid door kantoordirecteuren

De compliance officer van een accountantskantoor heeft een 'klokkenluider' onjuist geïnformeerd en de directie had dat moeten voorkomen. De melder was samen met de directeuren aandeelhouder in een onderneming, die de directeuren tegen zijn zin wilden verkopen.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/80, 16/81, 16/82 en 16/83 Wtra AK
Datum uitspraak:
16 september 2016
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
vier waarschuwingen
Status:
vernietigd, CBb 22 november 2017, 16/967 en 16/982
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2016:94, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een fiscalist is aandeelhouder van een accountants- en belastingadvieskantoor. Hij raakt gebrouilleerd met vier directieleden van het kantoor van wie er eentje ook compliance officer is. Twee directeuren van het kantoor hebben samen met de fiscalist en een voormalig aandeelhouder van het accountants- en belastingadvieskantoor de aandelen van een handel in kleine metalen ventilatieroosters; ieder heeft een kwart.

De roosterhandel heeft één afnemer voor wie het bedrijf één á twee keer per jaar een bestelling laat maken bij een metaalwarenproducent, die de roosters vervolgens rechtstreeks levert aan de afnemer. Daarna stuurt de fiscalist een factuur naar de afnemer. Op verzoek van de fiscalist boekt de controller van de roosterhandel de transacties in een kolommenbalans. De fiscalist verzorgt vervolgens de Vpb-aangiften en de jaarstukken. Door de brouille stapt de fiscalist op bij het kantoor en stopt hij zijn werkzaamheden voor de roosterhandel.

In 2015 bedenken de twee directieleden van het kantoor dat zij de voorraad roosters en de patenten willen verkopen en daarna willen stoppen met de verkoopactiviteiten. De enige afnemer is bereid de voorraad en de patenten over te nemen voor 9200 euro. Op de dag van het bod komt de fiscalist daarachter.

Hij protesteert dat een verkoop niet zonder aandeelhoudersvergadering kan worden beklonken, wil een onderbouwing van het bedragen vraagt om stukken waaruit blijkt dat de twee objectief en integer hebben gehandeld. De twee directieleden antwoorden dat:

  • er de laatste acht jaar geen aandeelhoudersvergaderingen zijn gehouden dus ook nu niet;
  • de resultaten in 2013 en 2014 zo laag waren dat de bestuurders en aandeelhouders van de handel geen vergoeding kregen;
  • dat zij de handel graag willen verkopen gezien het bod van 9200 euro;
  • de fiscalist dus maar moet kiezen uit vier opties: akkoord gaan met de verkoop, niet akkoord gaan (zodat er straks niets meer valt te verkopen), zelf de activiteiten overnemen of zorgen voor een beter bod.

De fiscalist vraagt nogmaals om stukken over het verkoopbesluit. In zijn antwoord stelt één van de twee directieleden voor dat de fiscalist als bestuurder van de vennootschap een aandeelhoudersvergadering belegt. De fiscalist weigert dat, omdat hij eerst de gevraagde stukken wil ontvangen. Als hij die niet krijgt, doet hij een klokkenluidersmelding bij de compliance officer van het kantoor. Daarin meldt hij “de onrechtmatige gedragingen” van de twee directieleden. Hij verzoekt de compliance officer de gevraagde gegevens te verstrekken.

De compliance officer laat weten dat hij niets kan doen omdat de roosterhandel geen klant is van het kantoor en er ook nooit jaarstukken van de handel zijn uitgebracht op briefpapier van het kantoor. In zijn ogen gaat het om een privékwestie, waar het kantoor buiten staat. Hij adviseert de fiscalist in te gaan op het aanbod van de directieleden om over de kwestie te overleggen.

De fiscalist schrijft terug dat het kantoor wel degelijk betrokken was bij het opstellen van de jaarrekening en dat de Vpb-aangiften zijn ingediend op het Becon-nummer van het kantoor.

De fiscalist heeft de indruk dat de compliance officer hem bewust:

  • onjuiste informatie verstrekt;
  • weigert de gevraagde gegevens te leveren.

In januari 2016 vergaderen de aandeelhouders van de roosterhandel. De fiscalist stemt tegen de liquidatie van de onderneming. De twee directieleden bieden hun aandelen te koop aan voor een symbolisch bedrag van 1 euro. De fiscalist en de vierde aandeelhouder gaan akkoord met dat bedrag. Maar tien dagen eerder heeft de fiscalist al een klacht bij de Accountantskamer ingediend tegen de twee directieleden, de compliance officer en een derde directielid van het kantoor.

Klacht

  1. De twee directieleden hebben hem niet de informatie verstrekt waarover hij als (mede-)dga van de roosterhandel moest beschikken;
  2. De reactie van de compliance officer op klokkenluidersmelding was in strijd met de waarheid;
  3. de vier directieleden hebben de onwaarheden van de compliance officer niet voorkomen.

Oordeel

De klachtonderdelen 2 en 3 zijn gegrond.

Ad 1

De fiscalist heeft niet aangetoond dat de twee directieleden onrechtmatig hebben gehandeld door de enige afnemer informeel te polsen over de koop van de voorraden en patenten - dus zonder onmiddellijk stukken op te stellen. De fiscalist is direct op de hoogte gesteld van de plannen nadat duidelijk werd dat de afnemer inderdaad geïnteresseerd was en voor welke prijs. De twee accountants hoefden daarom niet (met stukken) aan te tonen dat zij integer en objectief hebben gehandeld.

Ad 2

De fiscalist heeft geen misbruik gemaakt van de klokkenluidersregeling. Het gaat om méér dan het opvragen van stukken, want ook om de melding dat de twee directieleden hem weigerden bepaalde stukken te verstrekken. Dat valt onder de zeer ruim definitie van ‘misstand’ in de klokkenluidersregeling.

De jaarcijfers van de ruilhandel zijn opgesteld door een medewerker van het kantoor, deels in privétijd en deels onder kantoortijd. De opmerking van de compliance officer dat het om een privékwestie gaat waar het kantoor buiten staat is dan ook niet juist. Temeer omdat bij de Vpb-aangiften het Becon-nummer van het kantoor is gebruikt en de roosterhandel het kantoor had gemachtigd om informatie te ontvangen over het verloop van haar rekening-courantkrediet. Door de werkelijke situatie niet geheel juist weer te geven, heeft de compliance officer in strijd gehandeld met het integriteitsbeginsel.

Ad 3

De twee accountants en het vierde directielid hebben gehandeld vanuit het accountantskantoor. De compliance officer heeft de klokkenluidersmelding van de fiscalist met hen besproken en de directieleden wisten dat diens antwoord aan de fiscalist niet geheel juist zou zijn. De Accountantskamer rekent het de directieleden aan dat zij:

  • niet hebben voorkomen dat de compliance officer de e-mail met het antwoord verstuurde aan de klokkenluider;
  • daarna niets hebben gedaan om de mededeling te rectificeren of nuanceren.

Daarom hebben ook de (andere) directieleden in strijd gehandeld met het integriteitsbeginsel.

Maatregel

De accountants krijgen alle vier een waarschuwing.

De Accountantskamer wijkt af van de vaste rechtspraak om bij schendingen van het integriteitsbeginsel een berisping op te leggen, omdat:

  • de zaak voortkomt uit een conflict over een onderneming die geen accountantskantoor is;
  • de twee directieleden steeds geprobeerd hebben de kwestie in onderling overleg als aandeelhouders op te lossen, wat de fiscalist aanvankelijk weigerde;
  • de accountants een blanco tuchtblad hebben.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.