Tuchtrecht

Mededeling over doorhaling juridisch niet aanvechtbaar

Een doorgehaalde accountant mocht er na een onhandige brief van de NBA niet van uitgaan dat zijn inschrijving na een half jaar vanzelf herleefde. Hij zal toch echt aan de inschrijvingsvoorwaarden moeten voldoen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 15/925
Datum uitspraak:
07 december 2016
Oordeel:
beroep gegrond / bezwaar niet-ontvankelijk
Maatregel:
doorhaling
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2016:424

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent weigert mee te werken aan de periodieke toetsing van zijn praktijk. Hij vindt de kosten van de toetsing namelijk te hoog vergeleken met de aanvraagkosten voor een Wta-vergunning. De NBA dient een klacht tegen de accountant in. De klacht wordt in maart 2012 definitief gegrond verklaard en het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de doorhaling van de inschrijving met een herinschrijvingsverbod van zes maanden.

Begin juli 2012 schrijft het bestuur van de NOvAA de ex-accountant dat:

  • de doorhaling van zijn inschrijving voor de duur van tien (sic) jaar is opgenomen in het accountantsregister;
  • de doorhaling ingaat op 6 april 2012 en eindigt op 6 oktober 2012.

De ex-accountant verwijst naar deze brief als hij de NBA in januari 2015 verzoekt hem opnieuw in te schrijven in het accountantsregister. De NBA stuurt de ex-accountant een herinschrijvingsformulier met de vraag dit in te vullen en te retourneren. De NBA herinnert hem eraan dat hij de AA-titel pas opnieuw mag voeren als hij het bewijs van inschrijving heeft ontvangen.

De ex-accountant schrijft terug dat uit de NOvAA-brief kan worden afgeleid dat zijn doorhaling duurde tot uiterlijk 6 oktober 2012 en dat hij zich nadien weer AA mag noemen. Dat de beroepsorganisatie dit anders registreert, vindt hij nalatig.

De NBA laat in een reactie weten onder meer dat de doorgehaalde accountant:

  • opnieuw kan worden ingeschreven als hij voldoet aan de voorwaarden;
  • gezien de uitspraken van de tuchtrechter had moeten begrijpen dat de brief van juli 2012 berustte op een kennelijke verschrijving;
  • had moeten zien dat die brief evident innerlijk tegenstrijdig is;
  • aan deze brief dan ook niet het gerechtvaardigde vertrouwen kon ontlenen dat zijn inschrijving na 8 oktober 2012 was herleefd;
  • zich nader had moeten laten informeren voor zover bij hem verwarring bestond over het karakter van de opgelegde maatregel.

De ex-accountant gaat in beroep bij de rechtbank Amsterdam, die het beroepschrift doorstuurt naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het college stuurt het beroepschrift op zijn beurt naar de NBA, die het moet behandelen als bezwaarschrift. De NBA verklaart dit bezwaar tegen de brief in februari 2015 ongegrond.

De accountant gaat hiertegen in beroep bij het college.

Beroepsgronden

Op grond van de brief mocht de accountant erop vertrouwen dat hij na een half jaar vanzelf weer zou worden ingeschreven in het register.

Oordeel

Het beroep is gegrond en het bezwaar tegen de brief niet-ontvankelijk.

Het college verklaart het beroep gegrond, omdat de NBA het bezwaar niet had moeten behandelen. De brief is namelijk een feitelijke mededeling die niet gericht is op een rechtsgevolg en daarom geen besluit waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. Het college verklaart het bezwaar daarom alsnog niet-ontvankelijk.

Maatregel

De doorhaling blijft staan.

Annotatie Lex van Almelo

De doorgehaalde AA had moeten begrijpen dat de brief een verschrijving bevatte en kon er dus niet op vertrouwen dat hij weer vanzelf in het register belandde. Het valt hem echter te vergeven dat hij meende bezwaar te kunnen maken tegen de brief van de NBA. Voor een leek is het onderscheid tussen een gewone mededeling (niet gericht op een rechtsgevolg en dus geen bezwaar mogelijk) en een besluit (wel gericht op een rechtsgevolg en dus wel bezwaar mogelijk) onbegrijpelijk.

Op het eerste gezicht heeft het er de schijn van dat de rechtbank en het college ook moeite hadden met dit onderscheid. Want waarom stuur je een zaak door om uiteindelijk te besluiten dat die helemaal niet in behandeling genomen kan worden? De enige verklaring die ik kan bedenken is dat de gerechten de kwestie zo snel mogelijk op het bordje van een ander wilden leggen, omdat ze het al druk genoeg hadden.

Al met al hebben deze kwestie en deze gang van zaken de belastingbetaler handenvol geld gekost. Daarbij blijft het de vraag of de doorgehaalde accountant zijn praktijk nu wel laat toetsen en ooit nog de AA-titel zal dragen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.