Tuchtrecht

Juridische strijd ondermijnt controleverklaring

Een registeraccountant had moeten onderzoeken of het bestuur van een controlecliënt wel bevoegd was besluiten te nemen nu daarover twijfel bestond in juridische procedures.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/2091 Wtra AK
Datum uitspraak:
10 maart 2017
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
deels vernietigd, CBb 21 december 2017, 17/362 en 17/425
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2017:19, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Twee werknemers hebben pensioenrechten op basis van een reglement dat is opgenomen in de cao Centraal Instituut 1982. De cao-partners zijn een stichting, de Dienstenbond FNV, de Dienstenbond CNV en de Unie. Het pensioenrecht is verzekerd bij Nationale Nederlanden en wordt jaarlijks door het Toeslagfonds geïndexeerd in de vorm van toeslagen. Het fonds is opgericht door bovengenoemde pensioenstichting. Een accountantskantoor levert sinds de oprichting van het fonds de huisaccountant aan het fonds c.q. de stichting.

Een vereniging is ontevreden over de uitgekeerde toeslagen en procedeert bij de rechtbank Amsterdam over de samenstelling van het fonds/stichtingsbestuur en de bevoegdheid om gelden te onttrekken aan het fonds. Deze procedure wordt in 2003 gestaakt. Eén van de werknemers eist in een nieuwe procedure tegen het fonds dat het fonds het pensioenreglement volgt en met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007 de maximale toeslag toekent.

In deze procedure hekelt de werknemer de zijns inziens onjuiste samenstelling van het bestuur van het Toeslagfonds. De rechtbank zegt echter dat de procedure niet gaat over de samenstelling van het bestuur. In hoger beroep doet het gerechtshof ook geen uitspraak over de samenstelling en bevoegdheen van het bestuur.*

Een registeraccountant verstrekt een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2012 van het fonds. In het jaarverslag van het fonds betreurt het bestuur onder meer dat het in het verslagjaar opnieuw het vermogen van de stichting niet heeft kunnen onderbrengen bij de verzekeraar, omdat het bestuur verlamd wordt door de juridische procedures.

De rechtbank veroordeelt het bestuur over 2009 en 2012 de maximale indexatie uit te betalen aan de werknemer en alle deelnemers in het fonds. De rechter stelt de indexatie voor 2009 op 1,3 procent en de (extra) indexatie voor 2012 respectievelijk 2013 op 1 procent. Dit vonnis wordt in hoger beroep bevestigd. De werknemer is hier echter niet tevreden mee en procedeert nog even door. Het gerechtshof geeft hem niet de geëiste verklaring voor recht.

De accountant geeft in 2014 en 2015 goedkeurende verklaringen af bij de jaarrekeningen 2013 en 2014 van het fonds.

De werknemers dienen een klacht tegen hem in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

a. in zijn controleverklaring niet genoteerd dat het bestuur van het fonds in 2012 volledig bestond uit onbevoegde bestuursleden en dat er ook een bestuurszetel was toegewezen aan de administrateur, die tevens financieel directeur was van de stichting; ook heeft de accountant de gevolgen en risico’s van deze situatie niet toegelicht;

b. in de controleverklaringen materiële misleidende onjuistheden opgenomen, terwijl zulke onjuistheden ook te vinden zijn in de jaarrekening 2012, 2013 en 2014.

De werknemers eisen dat de accountant de controleverklaringen intrekt en vervangt door controleverklaringen die:

  • overeenstemmen met de feiten;
  • berusten op deugdelijke grondslag;
  • een toelichting bevatten over de consequenties en risico’s van bestuursbesluiten en rechtshandelingen die zijn genomen respectievelijk verricht door onbevoegde bestuurders.

Oordeel

Klachtonderdeel a is gegrond; klachtonderdeel b is niet onderbouwd en dus ongegrond. Over de eis nieuwe controleverklaringen te verstrekken, kan de tuchtrechter geen uitspraak doen.

Ad a

De accountant veronderstelt kennelijk dat hij de juridische procedures alleen maar hoefde te melden in de jaarverslagen 2012, 2013 en 2014. In paragraaf 9 van NV COS 501 (Controle-informatie - Specifieke overwegingen voor geselecteerde items) staat dat de accountant controlewerkzaamheden zo moet opzetten en uitvoeren dat hij het risico onderkent dat de rechtszaken en claims, waarbij de organisatie betrokken is, kunnen leiden tot een afwijking van materieel belang.

De onbevoegdheid van een bestuur is onmiskenbaar zo’n risico. Dus alleen al het feit dat de bevoegdheid wordt bestreden in verschillende nog lopende procedures had voor de accountant aanleiding moeten zijn om zich daarover een oordeel te vormen. De accountant heeft op de zitting erkend dat hij al in 2011 wist dat de bevoegdheid van het bestuur in twijfel werd getrokken. Bovendien wist hij tijdens de controle van de jaarrekening 2012 dat er juridische procedures liepen waarin nog een uitspraak moest worden gedaan.

De accountant voert aan dat hij:

  • hierover gesprekken heeft gevoerd met het bestuur;
  • de notulen van bestuursvergaderingen en de stukken van de diverse civiele procedures heeft ingezien;
  • het bestuur schriftelijk heeft laten bevestigen dat het bestuur niet bekend was met werkelijke of mogelijke overtredingen van wet- en regelgeving, waarmee rekening moest worden gehouden bij het opstellen van de jaarrekening;
  • op basis van een en ander bij zijn onderzoek geen risico op afwijkingen heeft gevonden die het gevolg zijn van een vermeend onbevoegd of onjuist samengesteld bestuur.

Hoewel hij dat op grond van paragraaf 28 van NV COS 330 (De wijzen van inspelen door de accountant op ingeschatte risico’s) had moeten doen, heeft de accountant dit niet vastgelegd. Maar ook als hij heeft gedaan wat hij beweert, heeft hij onvoldoende onderzocht of het bestuur bevoegd was en rechtsgeldige besluiten kon nemen.

Om de risico’s van een eventuele onbevoegdheid van het bestuur te beoordelen, is juridische kennis vereist. Daarom had de accountant voor de controle van de jaarrekeningen 2012 en 2014 een juridisch deskundige moeten vragen naar zijn mening over de onbevoegdheid en de te verwachten uitkomst van deze procedures. Temeer omdat de rechters nog geen inhoudelijk oordeel hadden gegeven over de vraag of het Toeslagfonds op dit punt voldoet aan de statutaire bepalingen.

Omdat de accountant te weinig onderzoek heeft gedaan en geen juridisch advies heeft ingewonnen, heeft hij in strijd gehandeld met bovengenoemde standaarden en de fundamentele beginselen geschonden van professioneel gedrag respectievelijk van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Maatregel

Waarschuwing.

* Aanvankelijk schreven wij hier abusievelijk dat het gerechtshof in hoger beroep had gezegd dat het bestuur statutair gezien niet correct was samengesteld en alle bestuursbesluiten sinds 1 januari 1996 onrechtmatig zijn.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.