Tuchtrecht

Terecht geen conclusie wegens twijfels aan continuïteit

Een registeraccountant heeft terecht een beoordelingsverklaring afgegeven zonder conclusie, gezien de mogelijke twijfels aan de continuïteit van een groeps-bv.

Accountantskamer

Zaaknummers:
19/252 en 19/253 Wtra AK
Datum uitspraak:
25 oktober 2019
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
bevestigd, CBb 20 april 2021, 19/1863 en 19/1865
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2019:71, ECLI:NL:CBB:2021:431

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een dga is via zijn holding eigenaar van een moeder-bv met verschillende dochter-bv's. Een registeraccountant controleert de jaarrekening 2010 van de moeder en geeft daarbij in 2012 een verklaring met oordeelsonthouding af. Hij kan namelijk niet voldoende geschikte controle-informatie krijgen en wijst op een onzekerheid van materiëel belang in verband met de continuïteit van de onderneming. Om dezelfde reden geeft hij begin 2013 een beoordelingsverklaring af bij de jaarrekening 2011, waarin hij zich onthoudt van een conclusie.

In februari 2011 heeft de dga een testament laten opmaken, waarbij hij zijn echtgenote zijn onroerend goed nalaat. Zijn vier kinderen erven 99,9 procent van de rest van zijn vermogen dat vooral bestaat uit aandelen in de holding. Twee van de vier kinderen krijgen het gevoel dat er iets niet in orde is met de jaarrekeningen van de moeder-bv en schakelen professionele hulp in. Daarna rijst het sterke vermoeden dat de werkzaamheden van de controlerend accountant tekortschoten. De twee dienen een klacht tegen de controlerend accountant in en tegen de registeraccountant die destijds manager van de controle-opdrachten was.

Klacht

De accountants hebben:

  1. het verschil in het eigen vermogen en het resultaat volgens de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van de moeder-bv over 2010 en 2011 niet toegelicht;
  2. in de toelichting op de jaarrekeningen ten onrechte vermeld dat het eigen vermogen op basis van veronderstelde continuïteit nagenoeg gelijk is aan het eigen vermogen op basis van liquidatie;
  3. ten onrechte niet toegelicht waarom de latente belastingverplichting in 2011 verdwenen lijkt te zijn;
  4. ten onrechte geen toelichtingen op posten in de jaarrekeningen 2010 en 2011 opgenomen, waaronder 'overige vorderingen', mutaties in deelnemingen, waarde vervoermiddelen, belastinglatentie, leaseverplichtingen en verloop van zekerheden;
  5. ten onrechte geen waarschuwing afgegeven in verband met het risico op faillissement van een dochter-bv, het risico van een nieuw bestuur van de moeder-bv en het risico van de verhuizing van een andere dochter-bv in 2012;
  6. ten onrechte niet toegelicht dat de onzekerheid over de continuïteit van de andere dochter-bv de continuïteit van de holding in gevaar bracht;
  7. ten onrechte niet aangegeven dat de vorderingen op enkele bedrijven en de deelneming oninbaar waren en hiervoor geen voorzieningen getroffen;
  8. ten onrechte niet aangegeven dat de jaarrekeningen geen getrouw beeld geven op enkele onderdelen.

Oordeel

De klacht is te laat ingediend voor zover die gaat over de jaarrekening 2010 van de moeder-bv. De klacht over de jaarrekening 2011 is ongegrond, omdat die onvoldoende is onderbouwd. Hieronder staan we alleen stil bij de klachtonderdelen over de continuïteit (5 en 6).

In de beoordelingsverklaring vestigen de accountants de aandacht op de continuïteitsparagraaf in de toelichting. Daarin wordt uiteengezet dat de continuïteit van de deelneming onzeker is. Volgens hen wijzen deze condities op het bestaan van een onzekerheid van materiëel belang die zou kunnen leiden tot gerede twijfel over de continuïteitsveronderstelling van deze dochter-bv.

Er is dus wel degelijk een waarschuwing afgegeven in verband met de continuïteit. Waarom de accountants in de jaarrekening 2011 hadden moeten waarschuwen voor het nieuwe bestuur van de moeder-bv of de voorgenomen verhuizing van de andere dochter-bv in 2012 hebben de klagers niet voldoende toegelicht. De accountants hebben uitdrukkelijk aangegeven dat er een materiële onzekerheid was die twijfels kon oproepen aan de continuïteitsveronderstelling van de dochter-bv.

Zij hebben ook voldoende toegelicht waarom deze onzekerheid de continuïteit van de holding niet in gevaar bracht. Zo was de moeder-bv niet aansprakelijk was voor de schulden van deze dochter. Verder zouden de schulden van de dochter aan derden zo nodig worden overgenomen en worden omgezet in agioreserve. Daarom was op de enkelvoudige balans van de moeder-bv een voorziening opgenomen van 543.096 euro. Dat de onzekere toekomst van de dochter-bv ook de toekomst van de moeder-bv in gevaar bracht, hebben de klagende erfgenamen onvoldoende onderbouwd.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

De continuïteitsparagraaf is een punt van aandacht voor de beroepsgroep, omdat er nogal wat bedrijven zijn die omvallen, nadat de accountant de jaarrekening had goedgekeurd. In dit geval laat de accountant in zijn beoordelingverklaring de conclusie achterwege, omdat er een onzekerheid bestaat van materieel belang, die gerede twijfel kon oproepen over de continuïteit. De controlerend accountant wijst uitdrukkelijk op deze onzekerheid in zijn beoordelingsverklaring en heeft dus gehandeld comm'il faut.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.