Tuchtrecht

Gegevens voor ib- en ob-aangiften niet geverifieerd

Bij de aangiften inkomsten- en omzetbelasting is een accountant-administratieconsulent er zonder meer van uitgegaan dat de omzet en de zakelijkheid van verbouwingskosten die zijn klanten doorgaven juist waren.

Accountantskamer

Zaaknummers:
18/736 Wtra AK
Datum uitspraak:
22 februari 2019
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2019:14

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een man werkt in loondienst en heeft daarnaast een praktijk voor klinische psychologie en psychotherapie. Zijn vrouw geeft managementadvies en verzorgt coaching en trainingen, zowel op locatie als aan huis. Sinds 2009 stelt een accountant-administratieconsulent voor hen de jaarrekeningen samen en verzorgt deze de aangiften inkomstenbelasting.

In 2015 doet de Belastingdienst een boekenonderzoek naar de ingediende aangiften inkomstenbelasting 2010 tot en met 2013 van het echtpaar en de aangifte omzetbelasting 2013 van de vrouw. Na de bespreking van het conceptrapport van de controlerend belastingambtenaar gaan het echtpaar en de accountant uit elkaar.

In de definitieve rapporten concludeert de controlerend belastingambtenaar dat:

  • niet de volledige omzet is aangegeven;
  • een deel van de opgegeven kosten voor eten en drinken niet zakelijk is;
  • de zakelijke consumpties thuis niet kunnen worden afgetrokken;
  • de opgevoerde kosten voor de opera en een seizoenskaart niet kunnen worden afgetrokken;
  • ten onrechte alle kosten inclusief omzetbelasting in mindering zijn gebracht op het resultaat;
  • het echtpaar niet aanmerking komt voor de meewerkaftrek;
  • de winstberekening daarom wordt gecorrigeerd;
  • de inkomstenbelasting wordt gecorrigeerd omdat er te veel reiskosten en ten onrechte lijfrentepremies zijn afgetrokken;
  • de omzetbelasting wordt gecorrigeerd omdat er minder voorbelasting voor een verbouwing en autokosten kan worden afgetrokken.

De Belastingdienst legt de psycholoog en de consultant hogere definitieve aanslagen op, terwijl de vrouw ook een naheffingsaanslag krijgt in verband met de omzetbelasting over 2013 en beiden een vergrijpboete moeten betalen.

Het echtpaar dient een klacht tegen de accountant in bij de Klachtencommissie van de NBA. De Klachtencommissie adviseert de twee naar de Accountantskamer te stappen omdat zij bij wijze van genoegdoening een maatregel tegen de accountant wensen.

Klacht

De accountant heeft:

a. het vertrouwen van de klagers ernstig beschaamd door frauduleus te handelen bij de belastingaangiften, met alle nadelige financiële gevolgen van dien;

b. zich niet voorbereid op het gesprek met de belastingcontroleur, tegenover wie hij zich arrogant gedroeg; bij een later gesprek met de klagers was de accountant zelfs dronken.

Oordeel

Klachtonderdeel a is deels gegrond en grotendeels niet-ontvankelijk; klachtonderdeel b is ongegrond want onvoldoende onderbouwd.

Ontvankelijkheid

De feiten van vóór 20 april 2012 vallen buiten de zesjaarstermijn en de klachten daarover zijn dus niet-ontvankelijk.

De driejaarstermijn is gaan lopen op het moment dat de klagers hebben geconstateerd of redelijkerwijs hebben kunnen constateren dat het handelen of nalaten van de accountant in strijd is met beroepsregels of met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Het gaat dus niet zozeer om het constateren van de feiten als wel om het (kunnen) vermoeden dat het handelen of nalaten tuchtrechtelijk verwijtbaar is of kan zijn. Voor zo’n vermoeden hoeft de klager niet precies te weten welke regel(s) de accountant heeft overtreden.

De belastingcontroleur concludeert in zijn rapport dat de klagers in de aangiftes over 2013 de kosten voor enkele zakelijke etentjes hebben opgevoerd, terwijl niet aannemelijk was dat het inderdaad zakelijke etentjes waren. De etentjes werden gehouden in het weekend en stonden niet in de agenda’s van de klagers. De belastingcontroleur heeft verder vastgesteld dat enkele etentjes zowel door de psycholoog als door de consultant zijn opgegeven en beiden originele kassabonnen in de administratie hadden zitten. Volgens het rapport hebben de twee gezegd dat zij de restaurants vroegen om twee exemplaren van de bonnen.

Volgens de Accountantskamer had het voor klagers duidelijk moeten zijn dat:

  • zij alleen zakelijke kosten in hun aangiften konden opvoeren;
  • het niet conform de fiscale regels is om kassabonnen van één diner in tweevoud op te vragen en op te voeren in twee aangiftes.

Volgens het echtpaar heeft de accountant hen hiertoe aangezet, maar de accountant bestrijdt dit. Hoe het ook zij, de twee hadden zich meteen bewust moeten zijn dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar was. Deze verwijten zijn dus ingediend buiten de driejaarstermijn.

Dit geldt ook voor de verwerking als zakelijke kosten van het abonnement op het Muziektheater en de seizoenskaart van een andere hobby. Volgens de accountant heeft de man deze kosten opgevoerd, omdat hij zijn vrouw heeft gefêteerd op “uitjes” naar de hobby en de opera, omdat zij werkzaamheden voor zijn onderneming had verricht. De accountant erkent dat hij dit destijds heeft geadviseerd aan de man. De belastingcontroleur gaf meteen al aan dat het niet aannemelijk was dat de fiscus de aftrek hiervan zou accepteren, omdat uitjes als deze gebruikelijk zijn tussen echtgenoten.

Van de kleine consumpties thuis, de reiskosten, de lijfrentes, de kosten van de auto, de omzet van de man en de voorbelasting wegens de verbouwing hoefden de klagers volgens de Accountantskamer niet te begrijpen dat die wellicht niet correct waren verwerkt. Op dit punt is de klacht daarom wel ontvankelijk.

Opletten bij aangifte

De accountant die namens een cliënt een belastingaangifte indient - of onder wiens verantwoordelijkheid dit gebeurt - moet nagaan of hierbij is voldaan aan de wettelijke regels. Verder moet de accountant volgens het integriteitsbeginsel uit de VGBA vermijden dat hij in verband wordt gebracht met informatie die naar zijn oordeel een bewering bevat die materieel onjuist of misleidend is.

Ook de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid spelen mee als de accountant aangifte doet en namens een cliënt vraagt om teruggave van aanzienlijke btw-bedragen. Hoe meer de cliënt kan terugkrijgen des te oplettender moet de accountant zijn.

In dit geval speelt ook mee dat de klagers naar eigen zeggen steeds hebben geprobeerd de aangiften op de gunstigste manier te doen. Dat is ook besproken met de accountant.

Consumpties thuis

De klacht over de kosten van kleine consumpties thuis, die het echtpaar heeft opgevoerd, is dat de accountant ten onrechte te hoge bedragen heeft aangegeven. Volgens de accountant heeft hij deze kosten besproken met beide cliënten, die dat niet weerspreken. De twee hebben dus niet onderbouwd dat de accountant moest weten dat de opgevoerde bedragen te hoog waren.

Reiskosten

Volgens de klagers zijn er te veel reiskosten opgevoerd, omdat de accountant hun niet heeft gewezen op de noodzaak van een OV-verklaring van de werkgever van de man. De accountant zegt daarentegen dat hij de man daar steeds op heeft gewezen en dat de OV-verklaring herhaaldelijk is besproken. Dat blijkt ook uit een checklist van de accountant.

Het is misgegaan omdat de werkgever geen OV-verklaring wilde afgeven, omdat de man zijn reishistorie niet kon overleggen. De accountant wist dit niet en wist ook niet dat de man van zijn werkgever een reiskostenvergoeding ontving.

Volgens de Accountantskamer heeft de klager de accountant niet juist en volledig geïnformeerd, zodat deze onjuistheden in de aangifte hem niet kunnen worden verweten.

Lijfrentepremie

De belastinginspecteur heeft ook de aftrek van lijfrentepremie gecorrigeerd. Volgens de klagers heeft de accountant de aangifte op dit punt niet gecontroleerd. In de ogen van de Accountantskamer heeft de accountant echter onderbouwd dat hij het echtpaar heeft gewezen op de verschillende fiscale consequenties van een lijfrente en een kapitaalverzekering. Ook heeft hij hen aangeboden uit te zoeken welke verzekering zij hadden. Het echtpaar heeft de accountant toen laten weten dat het om lijfrentes gaat en de accountant heeft dit zo verwerkt in de aangiftes.

Autokosten

Bij de vrouw is de voorbelasting in verband met autokosten gecorrigeerd, omdat de auto op naam stond van haar man en zijzelf geen auto heeft. Het verwijt dat de accountant deze kosten ten onrechte heeft opgevoerd is niet terecht. De accountant heeft uitgelegd waarom hij het zakelijke gebruik anders ziet dan de belastingcontroleur en heeft beargumenteerd aangegeven hoe hij is gekomen tot de aangegeven voorbelasting. Dat fiscus de aangifte op dit punt heeft gecorrigeerd wil volgens de Accountantskamer niet zonder meer zeggen dat de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klagers hebben dit verwijt onvoldoende onderbouwd.

Omzetgegevens

De klagers verwijten de accountant verder dat hij zonder controle de gegevens uit de administratie heeft overgenomen. Uit het rapport van de Belastingdienst blijkt dat voor de man in 2013 4.517,95 euro te weinig omzet is opgegeven. De man leverde de omzetgegevens aan in een overzicht dat hij zelf had gemaakt op basis van de bedragen die in de factureringssystemen stonden.

De klagers hadden geen boekhoudpakket. Het enige dat de accountant had, was het overzicht van een cliënt van de psycholoog. Hij heeft ten onrechte niet geverifieerd waarom de omzetopgave uit dat overzicht duizend euro lager was dan de opgave van de cliënt zelf. Dat de man de omzet heeft toegerekend aan verschillende jaren heeft de accountant onvoldoende onderbouwd.

De Accountantskamer vindt het de accountant tuchtrechtelijk aan te rekenen dat hij de opgave door de man niet voldoende heeft geverifieerd aan de hand van bijvoorbeeld de onderliggende facturen, gegevens uit de factureringssystemen en/of de bankontvangsten van de man.

Verbouwing

Ook de aangegeven voorbelasting verbouwingskosten is gecorrigeerd. Die aangifte hangt samen met de verbouwing van de privéwoning van het echtpaar voor zakelijk gebruik: de vrouw wilde workshops gaan geven. De accountant heeft 70 procent van de voorbelasting op de verbouwingskosten afgetrokken in de aangifte. De belastingcontroleur vindt 10 procent aftrek het maximum.

Het verweer van de accountant komt erop neer dat de vrouw hem had verteld dat het geven van workshops zo belangrijk was in de onderneming dat 70 procent alleszins gerechtvaardigd leek. Dat de belastingcontroleur daar anders tegenaan kijkt, wijt de accountant aan een verschil in informatiepositie en het feit dat klagers die 10 procent uiteindelijk hebben geaccepteerd. Helemaal precies weet de accountant het niet, omdat hij toen al niet meer bij klagers betrokken was.

Op de zitting heeft de accountant desgevraagd gezegd dat hij ervan uitging dat de vrouw haar activiteiten echt in 2013 was begonnen met het bedrijfje, maar is dat niet nagegaan. Bij het indienen van de aangifte heeft hij onvoldoende geverifieerd of de opgevoerde 70 procent op dat moment (nog) aannemelijk was en de aangifte dus juist was. Volgens de Accountantskamer had hij op zijn minst moeten nagaan of de vrouw inderdaad dat jaar was begonnen met haar activiteiten.

Maatregel

Waarschuwing. Bij de aangiften inkomstenbelasting is de accountant zonder meer afgegaan op de omzet die de man heeft opgegeven en op de zakelijkheid van de verbouwingskosten volgens de vrouw. Daarbij heeft hij de juistheid en aannemelijkheid van enkele opgaves onvoldoende geverifieerd en in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Annotatie Lex van Almelo

Een echtpaar wil zo min mogelijk belasting betalen en overlegt daarover met de accountant die hun jaarrekeningen samenstelt en de ib- en ob-aangiften verzorgt. Ze voeren culturele abonnementen, seizoenskaarten, etentjes (en vragen daarbij steeds om twee kassabonnen), kleine consumpties thuis, lijfrentepremies en reiskosten ten onrechte op als zakelijke kosten. Ook trekken zij te veel btw af voor een privéverbouwing en een auto van de zaak. De Belastingdienst pikt dat niet, zo kondigt de belastingcontroleur al aan na een boekenonderzoek. Naheffingen en vergrijpboetes volgen.

Het echtpaar wijt dit aan de accountant en wil bloed zien. Daarom stuurde de Klachtencommissie van de NBA de twee door naar de Accountantskamer. Daar blijft het letsel beperkt, omdat de klagers te laat zijn komen aanzetten met het grootste deel van de verwijten.

Het meest pikante deel van de klacht - het advies van de accountant om het abonnement voor het muziektheater en de seizoenkaart voor (vermoedelijk) de favoriete voetbalclub af te trekken als zakelijke kosten – wordt daarom niet inhoudelijk behandeld. De klacht hierover is verjaard, omdat de klagers zelf ook hadden moeten beseffen dat dit soort uitjes gebruikelijk is voor echtgenoten. Je kunt de kosten van ‘fêteren’ niet aftrekken als je vrouw wat werk heeft gedaan voor jouw praktijk.

De accountant wordt afgerekend op de omzet van de psycholoog en de btw-aftrek door de consultant voor de verbouwing van het huis. De accountant heeft de opgegeven omzet klakkeloos overgenomen in de ib- en ob-aangiften plaats van deze te verifiëren. En hij is evenmin nagegaan of de vrouw inderdaad was begonnen met haar praktijk.

De accountant die verantwoordelijk is voor de belastingaangiften van de cliënt moet zorgen dat die aangiften voldoen aan de eisen van de wet. Als het om teruggaven gaat, moet de accountant beter opletten naarmate de cliënt meer terug verwacht.

De uitspraak lijkt mij juist en rechtvaardig. Maar de klacht steekt, omdat de klagers aan de ene kant zeggen dat zij volledig vertrouwden op de accountant, maar de accountant anderzijds niet volledig hebben geïnformeerd.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.