Tuchtrecht

'Poortwachter' vraagt ten onrechte coronasteun aan

De eigenaar van een accountantskantoor vraagt ten onrechte coronasteun aan, nadat een partner bij diens vertrek tegen betaling 150 klanten heeft meegenomen.

Accountantskamer

Zaaknummers:
22/928 Wtra AK
Datum uitspraak:
24 februari 2023
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
tijdelijke doorhaling voor één maand
Status:
beroep aangetekend
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2023:11

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent RB is als partner verbonden aan het accountantskantoor van een registeraccountant en heeft een aandelenbelang van 20 procent in het kantoor. De twee verschillen van inzicht en overleggen hoe de AA na tweeëntwintig jaar kan vertrekken. Eind januari 2021 sluiten zij hierover een vaststellingsovereenkomst. De AA koopt voor acht ton alle belastende bedingen af en mag zijn klantenportefeuille meenemen naar zijn nieuwe kantoor. De AA vertrekt, samen met drie medewerkers en ongeveer 150 klanten.

De RA doet voor zijn accountantskantoor een beroep op de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW). In totaal ontvangt het kantoor 135.737 euro aan voorschotten. Daarnaast ontvangt het kantoor 42.194,87 euro op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL).

De AA en de RA kunnen het niet eens worden over de waardering van het aandelenbelang van de AA en schakelen in mei 2021 een waarderingsdeskundige in, die op basis van de Discounted cashflow-methode (DCF) tot een bindend oordeel moet komen. Volgens de opdrachtbevestiging is 1 januari de peildatum voor de waardering. Ontwikkelingen na deze datum hoeft de deskundige niet mee te nemen in de waarde.

Halverwege 2021 levert de RA de waarderingsdeskundige een prognose aan, waarin de ontvangen NOW- en TVL-uitkeringen niet zijn opgenomen. De deskundige betrekt die alsnog in de waardering.

De AA dient een klacht tegen de RA in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

a. in strijd met de doelstelling een beroep gedaan op coronasteunmaatregelen;

b. een onjuiste voorstelling van zaken gegeven bij de waardering van de aandelen van klager.

Oordeel

De klacht is deels gegrond.

Geen misbruik tuchtrecht

De accountant heeft de NOW- en TVL-uitkeringen niet op basis van een opdracht aangevraagd, maar als ondernemer voor zijn eigen kantoor. Ook hierbij gaat het om een professionele dienst, omdat hij zijn vakbekwaamheid als accountant heeft aangewend bij het indienen van de aanvragen.

De RA voert aan dat de klacht:

  • uitsluitend is ingegeven door de ontevredenheid over de gevolgen van de beëindigde samenwerking;
  • de klacht tegenstrijdig is: aan de ene kant vindt de AA dat de RA geen aanspraak had mogen maken op NOW- en TVL-uitkeringen, maar aan de andere kant vindt hij dat de ontvangen uitkeringen wel moeten worden meegenomen in de waardering van zijn aandelen.

Dat de klager bij deze tuchtprocedure (mogelijk) ook een eigen belang heeft dat niet samenvalt met de doelstelling van de tuchtrechtspraak betekent volgens de Accountantskamer op zichzelf nog niet dat de klager het tuchtrecht misbruikt. De klacht is gewoon ontvankelijk.

Ad a Coronafraude

De RA bestrijdt dat zijn kantoor ten onrechte NOW- en TVL-uitkeringen heeft aangevraagd. In zijn ogen is het niet aan de Accountantskamer, maar aan het UWV en de RVO om te bepalen of deze uitkeringen terecht zijn aangevraagd. Voor het omzetverlies dat samenhangt met het vertrek van de AA heeft hij naar zijn zeggen geen NOW-uitkering aangevraagd. Na overleg met het UWV heeft hij een deel van de aanvragen ingetrokken en is een deel toegekend.

De RA wil niet meer zeggen over de aangevraagde NOW- en TVL-uitkeringen, omdat dit concurrentiegevoelige en vertrouwelijke informatie is. De AA moet daar geen weet van krijgen, omdat beiden een civielrechtelijke procedure voeren over de vaststellingsovereenkomst. De AA zou de prijsgegeven informatie gebruiken in die procedure.

De Accountantskamer is het met de RA eens dat de tuchtrechter niet moet beoordelen of het accountantskantoor in aanmerking komt voor NOW- en/of TVL-uitkeringen. De Accountantskamer kan echter wel beoordelen of de RA bij het aanvragen van deze uitkeringen in overeenstemming heeft gehandeld met de VGBA. Bij die beoordeling kijkt de tuchtrechter naar de specifieke rol die accountants hebben in verband met hun poortwachtersfunctie en de frauderisico’s van coronaregelingen. Op de website van de NBA staat hierover:

“In deze periode rekent de maatschappij er op dat accountants, misschien meer dan ooit, blijven zorgen voor betrouwbare informatie. Het economisch verkeer en de solidariteit onderling is erbij gebaat dat beschikbare regelingen eerlijk worden gebruikt op basis van betrouwbare informatie. Het is de taak van alle accountants om hieraan bij te dragen, zowel in de rol van externe accountant, interne accountant, overheidsaccountant en accountant in business.”

En in het vervolg van de NBA-tekst staat:

“Blijf de professioneel-kritische accountant. Belangrijk is dat de accountant rolvast blijft vanuit de kernwaarden die voor de beroepsuitoefening zo belangrijk zijn: integriteit en vakbekwaamheid. Dat vraagt veel van accountants, ieder in de eigen beroepsuitoefening. Dit betekent op de juiste manier omgaan met frauderisico’s en misbruik van of overtreding van regels detecteren. Zowel voor organisaties als de accountant geldt dat het handelen altijd eerlijk, ethisch en uitlegbaar moet zijn. Zo niet dan wordt van de accountant een professioneel-kritische instelling verwacht om daarop door te pakken.”

De Accountantskamer meent dat de AA voldoende heeft onderbouwd dat de RA de NOW- en TVL-aanvragen ten onrechte heeft ingediend, door te verwijzen naar:

  • de omzetcijfers over 2020;
  • de overname van de klantenportefeuille;
  • de prognose voor 2021 die de RA heeft opgesteld.

In 2020 was de AA nog betrokken bij het kantoor en had hij zicht op de cijfers. Volgens de AA was de invloed van de coronamaatregelen op de omzet over 2020 zeer beperkt. In de cijfers over 2021 heeft de AA geen inzicht gekregen. Niettemin heeft hij het begin van een onderbouwing gegeven; onder de gegeven omstandigheden kon hij niet beter. Daarom moet de RA het standpunt van de AA gemotiveerd weerspreken en dat heeft hij niet gedaan.

De RA bestrijdt wel dat hij ten onrechte NOW-uitkeringen heeft aangevraagd, maar onderbouwt dat niet. Op de zitting heeft hij alleen enkele scenario’s geschetst waarin een beroep op NOW-uitkeringen gerechtvaardigd zou kunnen zijn. Hij heeft echter niet toegelicht welke scenario’s dan van toepassing zijn op zijn accountantskantoor.

Dat de RA geen informatie wil delen met de AA, omdat die tegen hem zou kunnen worden gebruikt in de civiele procedure, kan de Accountantskamer niet volgen. Deze civiele procedure gaat over het verbeuren van boetes omdat de RA de vaststellingsovereenkomst niet is nagekomen. De RA heeft alle informatie over de aangevraagde NOW-uitkeringen en kan de bewering van de klager dus eenvoudig weerleggen met feiten. Van de RA kan dan ook meer openheid van zaken worden verwacht. Vooral ook omdat:

  • hij op de zitting is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn proceshouding;
  • hem is gezegd dat de voorzitter op grond van artikel 29a Wtra kan bepalen dat de gegeven inlichtingen uitsluitend ter kennisneming van partijen staan en de AA die niet mag verstrekken aan anderen.

Bij gebrek aan verweer gaat de Accountantskamer ervan uit dat de RA niet voldeed aan de voorwaarden van de NOW en dus ten onrechte NOW-uitkeringen heeft aangevraagd. Zijn verklaring dat hij een deel van de aanvragen later heeft ingetrokken, leidt niet tot een ander oordeel. De RA weigert namelijk te zeggen om wat voor een bedrag het daarbij gaat en geeft alleen aan dat het meer is dan tien euro.

Omdat de RA zich niet deugdelijk verweert, neemt de Accountantskamer aan dat de RA voor zijn eigen onderneming ten onrechte aanspraak heeft gemaakt op NOW-uitkeringen. Daardoor heeft deze in strijd gehandeld met zowel het fundamentele beginsel van integriteit als dat van professionaliteit. Dat laatste omdat hij ook het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht. Van de accountant wordt in verband met de coronasteunmaatregelen namelijk juist verwacht dat deze bijdraagt aan een eerlijk gebruik van de beschikbare regelingen.

De klacht over de onterechte aanvraag van een TVL-uitkering is onvoldoende onderbouwd.

Ad b Waardering aandelenbelang

In de prognose voor 2021 heeft de RA de ontvangen NOW- en TVL-uitkeringen niet opgenomen. Volgens de klager leidt dat tot een te lage waardering van de aandelen en een onjuiste voorstelling van zaken. De AA vindt dat niet-integer.

Volgens de RA is hij in zijn prognose uitgegaan van 1 januari 2021 als peildatum. Volgens de afspraken in de opdrachtbevestiging was dit ook de bedoeling. Op dat moment had hij nog geen aanvragen ingediend voor NOW- en TVL-uitkeringen. Uiteindelijk heeft de waarderingsdeskundige besloten dat de uitkeringen wel in de prognose moesten worden opgenomen. Volgens de RA betekent dit echter niet dat hij heeft geprobeerd een onjuiste voorstelling van zaken te geven. De discussie over het al dan niet opnemen van de uitkeringen in de prognose moet worden gezien in het licht van de onderhandelingen met de AA over diens vertrek.

Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer mag een accountant in een zakelijk conflict een verdedigbaar civielrechtelijk standpunt aan zijn wederpartij en derden kenbaar maken, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. Daarvan kan onder meer sprake zijn als de accountant:

  • bewust een onjuist of misleidend standpunt inneemt of heeft ingenomen; of
  • dit niet bewust heeft gedaan, maar het de accountant wel sterk kan worden verweten dat het standpunt onjuist of misleidend was.

De Accountantskamer vindt het standpunt van de RA verdedigbaar. In de opdrachtovereenkomst staat inderdaad dat 1 januari 2021 de peildatum is en dat ontwikkelingen nadien niet worden betrokken in de waardevaststelling.

Dat de waarderingsdeskundige uiteindelijk heeft geoordeeld dat de NOW- en TVL-uitkeringen toch moeten worden meegenomen in de waardevaststelling, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat de RA bewust een onjuist of misleidend standpunt heeft ingenomen.

Maatregel

Tijdelijke doorhaling voor één maand. De accountant heeft in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit. Aangenomen moet worden dat de accountant ten onrechte, op niet-integere wijze uitkeringen heeft aangevraagd op grond van de NOW en daarmee het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht. Meegewogen zijn:

  • het maatschappelijk belang bij een eerlijk gebruik van de coronasteunmaatregelen;
  • de specifieke rol die de accountant daarbij heeft;
  • dat de accountant geen enkele openheid van zaken heeft willen geven – ook niet nadat hij is gewezen op de mogelijkheid om aan de voorzitter van de Accountantskamer te vragen dat de gedeelde informatie binnenskamers moet blijven.

Annotatie Lex van Almelo

Een AA is partner bij het accountantskantoor van een RA. Na een verschil van inzicht wil de AA weg. Hij bakkeleit met de RA over een vertrekregeling. Nadat een externe waarderingsdeskundige de waarde heeft bepaald van de aandelen die de AA heeft in het kantoor (20 procent) spreken de AA en de RA onder meer af dat de AA de RA acht ton betaalt en voor dat bedrag zijn klantenportefeuille kan meenemen. Daarna gaan 150 klanten en drie medewerkers over naar het nieuwe kantoor van de AA. Daarmee is de kous niet af. Omdat de RA zich volgens de AA niet houdt aan de afspraken, voeren zij een gerechtelijke procedure.

De RA probeert het omzetverlies door het klantenvertrek – zo’n zeven ton - te compenseren met NOW- en TVL-aanvragen. Het kantoor ontvangt 135.737 euro aan NOW-voorschotten en 42.194,87 euro op grond van de TVL. De AA vindt de aanvragen onjuist, maar wil aan de andere kant wel dat de ontvangen steun meetelt in de waarde van zijn aandelen. Dat geeft de klacht over onterechte steunaanvragen iets hypocriets. Maar motieven doen er in de accountantstuchtrechtspraak niet toe.

De AA maakt aannemelijk dat de aanvragen inderdaad ten onrechte zijn ingediend en het kantoor alleen te lijden had onder zijn vertrek en niet onder coronamaatregelen. Omdat de RA zich niet inhoudelijk verweert tegen de zo goed mogelijk onderbouwde aantijgingen gaat de Accountantskamer ervan uit dat de aanvragen inderdaad onterecht waren. De tuchtrechter tilt zwaar aan dit vergrijp, omdat de accountant bij de NOW en TVL nu juist een rol als poortwachter heeft: voorkomen dat klanten onterecht een uitkering aanvragen.

De Accountantskamer maakt ook korte metten met de weigering inhoudelijk verweer te voeren en vragen over de aanvragen te beantwoorden. De beklaagde zegt dat hij geen vertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie wil prijsgeven, omdat de klager die kan gebruiken in de civielrechtelijke procedure. De Accountantskamer vindt dat onzin. Ten eerste omdat die procedure over iets heel anders gaat. Ten tweede omdat de voorzitter hem erop heeft gewezen dat deze desgevraagd kan bepalen dat de gedeelde informatie niet buiten de zittingszaal van de Accountantskamer mag worden gebruikt.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.