Tuchtrecht

Jaarrekening niet gepubliceerd uit vrees voor gedoe

Een registeraccountant publiceert de jaarrekening van haar persoonlijke bv’s niet om een klant geen aanleiding te geven om haar zakelijk lastig te vallen. Dat is echter geen excuus.

Accountantskamer

Zaaknummers:
22/1860 Wtra AK
Datum uitspraak:
07 april 2023
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACKN:2023:30

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant is met twee persoonlijke bv’s lid van een accountantsmaatschap. De maatschap wordt ontbonden en gaat op in een ander kantoor. Dit andere kantoor voert werkzaamheden uit voor twee bv’s van een klant. Het heeft daarom 6.248,05 euro tegoed. Volgens het eerste kantoor krijgt de accountant hierdoor een vordering van 2.440.660 euro op het andere kantoor.

De bv’s van de klant betalen het andere kantoor 6.248,05 euro. Het eerste kantoor beweert echter dat de vorderingen van het andere kantoor op de bv’s van de klant aan het eerste kantoor zijn verpand tot zekerheid voor de vordering die dit kantoor heeft op het andere kantoor. De klant is hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Het andere accountantskantoor gaat echter failliet en de curator bestrijdt de vordering van het eerste kantoor op het tweede.

De Rechtbank Gelderland wijst de vordering van 6.428,05 euro van het eerste kantoor af. In hoger beroep wijst het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de vordering uit hoofde van het pandrecht toe, met als gevolg dat de bv’s van de klant opnieuw 6.248,05 euro moeten betalen, maar nu aan het eerste kantoor. Vanwege het faillissement krijgt de klant de eerder betaalde 6248,05 euro echter niet terug.

De klant dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant:

a. wist of hoorde te weten dat de vordering van het eerste kantoor op het andere kantoor als gevolg van excessief en onrechtmatig declareren veel te hoog was, maar heeft er desondanks mee ingestemd dat de verpande vorderingen werd geïnd;

b. heeft er niet voor gezorgd dat de jaarrekeningen van haar persoonlijke bv’s op tijd zijn gepubliceerd.

Oordeel

Klachtonderdeel b is gegrond.

Ad a Excessief declareren

Dit klachtonderdeel is te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk. “Voor de volledigheid” zegt de Accountantskamer er inhoudelijk toch iets over. In het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarnaar de klager verwijst, zegt het hof dat het geding niet gaat om de precieze vaststelling van wat het eerste kantoor (nog) te vorderen heeft van het andere. Het hof veronderstelt dat een bedrag van 1.226.929 euro - ongeveer de helft van de totale vordering van zo’n 2,4 miljoen euro - niet vaststaat. Het hof komt tot de conclusie dat wel voldoende vaststaat dat het eerste kantoor nog 835.626 euro krijgt, wat meer is dan de 737.000 euro die het heeft geïncasseerd.

Volgens het hof is het pandrecht op de vorderingen van het andere kantoor – zoals de vorderingen op de klager – daarom in stand gebleven. Uit het arrest kan alleen worden afgeleid dat de vordering van het eerste kantoor op het andere kantoor in elk geval 835.626 euro bedraagt en dat het pandrecht niet is vervallen, maar niet dat het eerste kantoor excessief en onrechtmatig heeft gedeclareerd. Daarom kan het de accountant niet worden verweten dat het eerste kantoor de vorderingen op de bv’s van de klager heeft geïncasseerd.

Ad b Publicatie jaarrekeningen

De accountant heeft erkend dat diverse jaarrekeningen van haar bv’s niet (tijdig) zijn gepubliceerd. De nog niet gepubliceerde jaarrekeningen heeft zij naar aanleiding van de klacht alsnog gepubliceerd. De verklaring voor dit verzuim is dat de klant in de gepubliceerde jaarrekeningen wellicht aanleiding zou hebben gezien haar zakelijk lastig te vallen. Toen de klant later naar het buitenland vertrok, is zij vergeten de jaarrekeningen alsnog te publiceren.

Volgens de Accountantskamer is het wettelijk voorgeschreven om de jaarrekeningen op tijd te publiceren. Overtreding van dit voorschrift is een economisch delict, zie artikel 1 sub 4 van de WED. De afwikkeling van de maatschap ging voor de accountant gepaard met zakelijke en emotionele verwikkelingen. Zij wilde het risico op (nadere) acties tegen haar verminderen door de publicaties uit te stellen. Hoewel dit motief geen rechtvaardiging vormt, houdt de Accountantskamer er rekening mee bij de maatregel. In het voordeel van de accountant speelt verder mee dat de jaarrekeningen alsnog zijn gepubliceerd.

Maatregel

Waarschuwing.

Annotatie Lex van Almelo

De afwikkeling van een maatschap die opgaat in een ander accountantskantoor levert een registeraccountant zakelijke en emotionele stress op. Ook al omdat de overgang ertoe leidt dat één van haar klanten vanwege een pandrecht twee keer een bedrag van ruim zes mille moet betalen: de eerste keer aan het andere kantoor. Omdat dit kantoor failliet gaat en de afgewikkelde maatschap een pandrecht heeft op de vorderingen van dat kantoor op zijn cliënten, moet de klant het bedrag nogmaals betalen, maar nu aan de maatschap.

Volgens de boze klant had de accountant het incasseren van de “excessieve en onrechtmatige” declaratie moeten verhinderen. Hij toont echter niet aan dat de declaratie excessief en onrechtmatig was.

De tweede pijl op zijn boog treft wel doel: de accountant heeft de jaarrekeningen van haar persoonlijke bv’s (waarmee zij lid was van de maatschap) niet gepubliceerd. Het verwijt oogt wat gezocht, maar de jaarrekening niet publiceren is nu eenmaal een economisch delict. Dat de accountant de boze klant geen ammunitie in handen wilde geven door haar jaarrekeningen openbaar te maken, is geen rechtvaardiging voor dit delict.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.