Lastige controller onderbouwt klacht onvoldoende
Een registeraccountant heeft bij de controle van een overheidsinstantie niets misdaan, ook al meent een senior controller allerlei fouten te zien.
Accountantskamer
- Zaaknummers:
- 24/3430 en 25/205 Wtra AK
- Datum uitspraak:
- 11 april 2025
- Oordeel:
- ongegrond
- Maatregel:
- geen
- Status:
- nog niet definitief
- Vindplaats:
- ECLI:NL:TACAKN:2025:21
Lex van Almelo
Belangrijkste feiten
Een senior financieel controller/adviseur werkt van 1 mei 2023 tot 1 mei 2024 bij een overheidsinstantie, die twee fondsen beheert. De senior werkt primair voor één fonds; een collega voor het andere. De jaarrekening 2022 en financiële rechtmatigheidsverantwoording 2022 van het fonds van de senior worden gecontroleerd door een controleteam, waarin een registeraccountant senior manager is, maar niet de tekenend accountant.
De uitgangspunten voor de verantwoording en controle zijn vastgelegd in het Verantwoordings- en controleprotocol Financieel Jaarverslag. De senior controller stelt voor de controle een memo op over de wettelijke aansprakelijkheid en stuurt die in december 2023 naar de accountant. De accountant overlegt dezelfde dag met de senior controller en diens collega van het andere fonds over het memo dat op sommige onderdelen afwijkt van het protocol. Het memo moet namelijk inzicht geven in:
- alle zorgaanspraken die onder het fonds van de senior controller vallen;
- hoeveel die aanspraken bedragen;
- hoe die zorgaanspraken aansluiten op de totale stroom zorgaanspraken in de financiële rechtmatigheidsverantwoording en de gerapporteerde rechtmatigheidsbevindingen door de ketenpartners.
De accountant stelt vast dat niet alle zorgaanspraken die onder het fonds vallen aan de orde komen in het memo. Het memo sluit ook niet aan op de definitieve rapportage van de overheidsinstantie, getiteld 'De kosten van onze langdurige zorg in 2022, onderdeel van het samenvattende rapport [wettelijke aansprakelijkheid] 2022-2023'. Het memo sluit wel aan met het 'Toezichtrapport (…) over de uitvoering van de wettelijke taken door het CAK, verantwoordingsjaar 2022'.
De senior controller stuurt een aangepast concept van het memo per e-mail naar de accountant en zijn collega bij het andere fonds. Ook dit concept voldoet niet. Zo is de volledige stroom zorgaanspraken er niet in verwerkt en ontbreekt - in afwijking van het protocol - het gehanteerde normen- en toetsingskader in de rechtmatigheidsbeoordeling. De collega van het andere fonds past het memo aan en stuurt het de volgende dag naar de accountant met de senior controller in de cc. Dit verbeterde memo voldoet wel, vermeldt de naam van de senior controller als auteur en is gedateerd op 5 en 6 december 2023.
De senior controller beklaagt zich hier intern over en wendt zich – als die klacht ongegrond wordt verklaard – tot de Nationale ombudsman. Het kantoor van de accountant geeft op 20 december 2023 een goedkeurende controleverklaring af bij het Financieel jaarverslag 2022 van het fonds van de senior controller. Drie maanden na zijn ontslag dient deze een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.
Klacht
De accountant heeft:
- bij zijn controlewerkzaamheden opzettelijk een vervalst document geaccepteerd;
- ten onrechte geen onderzoek uitgevoerd naar de intimidatie en dreiging met ontslag van de senior controller, nadat deze als melder of klokkenluider een klacht indiende tegen een collega en zijn manager;
- de senior controller onder druk gezet om de geconstateerde "fouten/anomalieën, feitelijke onjuistheden, inconsistenties en incoherenties" te aanvaarden bij de controle 2022 van het fonds;
- de vastgestelde werkverdeling tussen de senior controller en zijn collega geschonden;
- ten onrechte extra werkzaamheden aan de overheidsinstantie gefactureerd.
Oordeel
De klacht is ongegrond.
Ad a en d Geen vervalst document/werkverdeling
Volgens de klager heeft hij het uiteindelijke memo niet geschreven, terwijl hij wel als auteur wordt genoemd, terwijl de datum van het memo niet 5, maar 6 december moet zijn.
De Accountantskamer overweegt dat de klager op 5 december de laatste hand aan het memo heeft gelegd en dat zijn collega het heeft aangepast, omdat de klager er niet in was geslaagd het memo op te stellen conform het toepasselijke protocol. Zo ontbraken sommige geldstromen en het gehanteerde normen- en toetsingskader voor de rechtmatigheidsbeoordeling. De collega heeft de verbeterde versie op 6 december 2023 gemaild aan de accountant en de klager daarbij in de cc gezet. Dat de senior controller wordt vermeld als auteur is geen valsheid in geschrift. De klager heeft het memo geconcipieerd en zijn collega heeft de laatste aanpassingen doorgevoerd.
De senior controller heeft in ieder geval op 5 december 2023 gewerkt aan het memo. De collega kan het hebben aangepast op 5 december 2023 en het op 6 december hebben verzonden. Beide data staan in het memo, dus ook op dit punt is het document niet vals. Overigens was het niet de taak van de accountant om de naam en datum te controleren alvorens het te aanvaarden als controledocument, mede omdat het memo het logisch gevolg was van het overleg met de senior controller en diens collega.
Als de accountant de werkverdeling tussen de klager en zijn collega al heeft geschonden, dan kan dat hem niet worden verweten, omdat de manager over de werkverdeling ging.
Ad b Onderzoek intimidatie
Volgens de accountant wist hij tot april 2024 niets van het arbeidsconflict tussen de klager en de overheidsinstantie. Toen hij er kennis van nam, heeft hij de manager van de klager gebeld en de e-mail over het conflict doorgestuurd naar zijn eigen leidinggevende. Het conflict bleek geen verband te houden met de controle. Door na te gaan of dit wel het geval was, heeft de accountant voldoende gedaan; hij hoefde zich er niet inhoudelijk mee te bemoeien.
Ad c Geen druk uitgeoefend
Volgens de klager is er sprake van een fout, omdat de post "[wettelijke aansprakelijkheid] pgb via de overheidsinstantie aan de SVB" ten onrechte als een indirecte geldstroom is aangemerkt in plaats van als directe geldstroom. Het gaat om de betaling van transitievergoedingen en loon bij ziekte ad 4,7 miljoen euro in 2022. De SVB vergoedt deze kosten aan de pgb-houder, waarna de SVB die in rekening brengt aan de overheidsinstantie. Bij een directe geldstroom wordt de verantwoordingsrapportage voorzien van een controleverklaring van de Audit Dienst SVB.
Volgens de accountant is de post met ingang van 2020 – in afwijking van voorafgaande jaren – aangemerkt als een indirecte geldstroom. In een memo over de Transitiekosten en loondoorbetaling bij ziekte PGB-SVB staat hierover dat:
- de overheidsinstantie ook heeft gerapporteerd over transitiekosten en loondoorbetaling bij ziekte-PGB door de SVB;
- de kosten worden afgedekt door verantwoordingen van de SVB met een controleverklaring van de IAD van de SVB;
- uit nadere informatie van de afdeling Fondsen blijkt dat de ADR van SZW functioneel toezicht houdt op de werkzaamheden van de IAD;
- de overheidsinstantie daarom niet meer rapporteert over deze geldstromen.
In de toelichting op de jaarrekening in het Financieel Jaarverslag 2022 van het fonds van de senior controller staat dat:
- er pgb-aanspraken zijn voor 4,7 miljoen euro (2021: 4,9 miljoen euro) die de SVB direct via de overheidsinstantie in rekening brengt bij het fonds;
- het gaat om kosten die niet verwerkt kunnen worden in de pgb-tarieven van de zorgkantoren, maar waarvan het niet redelijk is dat de pgb-houder die zelf betaalt;
- het gaat om loondoorbetalingen bij ziekte en transitiegelden op basis van het werkgeverschap van de pgb-houders;
- de verplichting hiervoor in 2022 5,0 miljoen euro bedraagt en in 2021 5,1 miljoen euro bedroeg.
De klager heeft dit onderbouwde verweer niet weerlegd en dus niet aannemelijk gemaakt dat hier een fout is gemaakt. Los daarvan lag de materialiteitsgrens in deze controle op 286 miljoen euro en de uitvoeringsmaterialiteit op 186 miljoen euro. Het controleteam heeft de pgb-stroom van 4,7 miljoen euro daarom in de planningsfase terecht aangemerkt als niet-materieel.
Ad e Facturering extra werkzaamheden
In zijn beoordelingsgesprek hoorde de klager dat het accountantskantoor een factuur heeft gestuurd voor extra werkzaamheden, die verband hielden met zijn opstelling. De klager vindt dit niet terecht, omdat hij juist de fouten uit het verleden onder de aandacht heeft gebracht, die de accountant had moeten herstellen. Daarom is het niet terecht dat het kantoor extra kosten in rekening brengt. De accountant vindt dat dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de facturering een zaak is van de eindverantwoordelijk accountant.
De Accountantskamer verwerpt dit verweer. Als een accountant niet feitelijk en/of vaktechnisch betrokken is bij een handelen of nalaten dan is de klacht ontvankelijk, maar kan die worden afgewezen. In dit geval leidt het verweer van de accountant tot afwijzing van de klacht, omdat de facturering inderdaad behoort tot het domein van de eindverantwoordelijke accountant. Overigens heeft de klager niet betwist dat de eindverantwoordelijke accountant de factuur voor extra werkzaamheden heeft afgestemd met het bestuur van de overheidsinstantie.
Maatregel
Geen.
Annotatie Lex van Almelo
Een senior controller/adviseur met vier titels (drs, ing., EMPC en CPC) is verantwoordelijk voor één van de twee fondsen die vallen onder een overheidsinstantie. Hij heeft een arbeidsconflict met zijn werkgever en vertrekt na een jaar. Toen een accountantskantoor de jaarrekening kwam controleren, stelde de controller daarvoor een memo op. Volgens de accountant sloot dat memo niet aan op de voorschriften uit het verantwoordings- en controleprotocol. Toen de controller het memo aanpaste, voldeed het nog steeds niet aan de eisen. Zo waren nog steeds sommige zorgaanspraken niet verwerkt, stond niet vermeld welk normen- en toetsingskader voor de rechtmatigheidsbeoordeling werd gehanteerd en sloot het memo niet aan op de definitieve rapportage van de overheidsinstantie.
Na overleg met de controller en diens collega bij het andere fonds zorgde de collega dat het memo wel in orde was en stuurde deze het een dag later naar de accountant. Daarbij werd de oorspronkelijke controller als auteur vermeld. De controller meende nog meer fouten te zien en bezorgde het controleteam al met al extra werk. Drie maanden na zijn ontslag dient hij een klacht in. De accountant zou niet alleen allerlei vermeende fouten hebben laten zitten, maar ook de extra werkzaamheden, die interne klachten van de controller opleverden, hebben gefactureerd, wat de accountant komt te staan op een extra verwijt. Nadat de klager zijn day in court heeft gehad, verklaart de Accountantskamer alle verwijten ongegrond. De klager heeft ook een klacht ingediend bij de Nationale ombudsman, maar de afloop daarvan is niet bekend.
Als er een les te trekken valt uit de uitspraak van de Accountantskamer is het deze: wanneer een accountant feitelijk of vaktechnisch niet betrokken is bij een verweten gedraging (hier: de factuur voor extra werkzaamheden en de werkverdeling bij de opdrachtgever) dan is dat klachtonderdeel wel ontvankelijk, maar wordt het ongegrond verklaard. Praktisch gesproken betekent dit dat je je wel moet verweren tegen het onterechte verwijt.