Magazine

Witwassen en terrorismefinanciering

De strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering heeft een nieuwe specialiteit gebaard, de CAMS. Accountants spelen een belangrijke rol.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2003

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Willem Verhoog

Sinds 11 september 2001 is er veel veranderd in de wereld. Ook de accountant is daar niet onberoerd onder gebleven, zeker niet toen bekend werd dat terroristen hun aanslagen financieren via ondoorgrondelijke wegen.

De strijd tegen terrorisme is er niet alleen een van soldaten en politiemensen, maar ook van accountants: boekenonderzoeken moeten duidelijk maken hoe geld- en dienstenstromen lopen. Toch is terrorismebestrijding niet de hoofddoelstelling geweest van de groep deskundigen die in 2001 besloot ACAMS op te richten, Association of Certified Anti-Money Laundering Specialists. Wie tot deze vereniging wil behoren, zal een examen moeten afleggen om te bewijzen dat hij over voldoende expertise beschikt om beslagen ten ijs te komen in de strijd tegen het witwassen van crimineel geld en het inzetten van ‘schoon’ geld in malafide praktijken. En wie slaagt, mag zich tooien met de kwalificatie CAMS (Certified Anti Money laundering Specialist) achter de naam.

1.500 Miljard dollar

Op 12 oktober 2003 organiseert VERA het seminar ‘Fraude, meldplicht en witwassen’. De vraag wat de relatie is tussen ACAMS en dit seminar laat zich het best beantwoorden door de managing director van deze vereniging, Saskia Rietbroek, en Jos de Wit, groep compliance officer ING Groep vanuit Amsterdam, tevens enig Europees lid van de ACAMS advisory board.

Jos de Wit: “Tijdens het VERA-seminar wordt de opleiding tot CAMS nader geïntroduceerd. Het is een vakgebied geworden waarin niet alleen accountants, maar ook deskundigen uit andere disciplines zich bewegen. ‘Vakliteratuur’ over witwassen en financiering van criminele praktijken als terrorisme en dergelijke is er praktisch niet. Om dergelijke kennis op te doen en uit te dragen, te vergroten en te optimaliseren zal men naar organisaties als ACAMS toe moeten. Deze vereniging heeft een aantal deskundigen gevraagd een boek te schrijven waarin de materie wordt behandeld. Ook is hun gevraagd een examentraining te ontwikkelen waarin kennis kan worden opgebouwd. In principe gaat het om de financiële bestrijding van criminaliteit.

Witwassen is een middel om ‘crimineel geld’ aan te wenden voor ‘legale’ doeleinden. De accountant stapt in als het gaat om het achterhalen van geldstromen die een criminele ‘kleur’ hebben. Mijn aftrap tijdens sessies als het VERA-seminar is dan ook altijd: ‘Noem eens een voorbeeld van witwassen in uw eigen werk- of woonomgeving?’ Al snel blijkt dan dat men niet of nauwelijks een idee heeft waarover ik het heb. Niettemin spreek ik over een praktijk waarin 1.500 miljard dollar per jaar omgaat.”

Al Capone

Welke nationaliteit hebben de leden van ACAMS? Saskia Rietbroek: “Ongeveer 1.300, verspreid over 55 landen. Het grootste deel komt uit de Verenigde Staten, zo’n 65 procent. Het is een internationale organisatie. Witwassen is namelijk een praktijk die alle grenzen overschrijdt. En als je niet samenwerkt met andere landen in het uitwisselen van informatie, kun je deze misdaad nooit bestrijden.”

Wat betekent witwassen voor een accountant? De Wit: “Witwassen bestaat al heel lang. Grote bekendheid kreeg het in de jaren dertig van de vorige eeuw, toen alleen accountants in staat bleken gangsterbaas Al Capone te pakken: op het witwassen van crimineel geld. Na 11 september 2001 heeft witwassen en alles wat daarbij hoort bijzonder veel aandacht gekregen, omdat bleek dat zulke technieken eigenlijk ook door terroristen worden gebruikt ter financiering van hun activiteiten. Overheden kwamen al snel tot de conclusie dat er weinig tegen gedaan kon worden als niet financiële dienstverleners, zoals banken en verzekeraars, en dienstverleners als notarissen, accountants, juristen en dergelijke ‘facilitators’ zouden worden ingeschakeld. Duidelijk is wel geworden dat men het zulke dienstverleners zwaar aanrekent als zij in gebreke blijven - dus niet zien dat geld wordt witgewassen - of zelfs meewerken aan witwastransacties of -operaties.”

Wet Mot

Rietbroek: “Twee jaar geleden is er in de Verenigde Staten een initiatief geweest om advocaten, accountants en andere onafhankelijke professionals onder de Bank Secrecy Act te brengen. Die regelt de antiwitwasbepalingen. Dat is nog niet rond. Er is veel tegenstand geweest, voornamelijk van de American Bar Association, de Amerikaanse Orde van Advocaten. De verplichting bestaat dus nog niet: noch voor advocaten, noch voor accountants.

Dat betekent natuurlijk niet dat ze ongestraft mogen meewerken aan illegale transacties. Ze vallen net als iedere andere burger onder de commune strafrechtspleging, zoals ook tijdens de Enron-affaire is gebleken. Maar ze hebben nog niet de verplichting ongebruikelijke transacties te melden. Er is dus nog niet zoiets als een Amerikaanse Wet MOT.”

De Wit: “Terwijl die wet in Nederland zelfs geldt voor handelaren in grote waarden, zoals antiquairs en kunsthandelaars. De Nederlandse accountants en hun Europese collega’s moeten wel op de hoogte zijn van de achtergronden van witwaspraktijken, omdat zij zelfs met strafrechtelijke vervolging geconfronteerd kunnen worden als zij in gebreke zijn gebleven. Vandaar dat het lidmaatschap van een organisatie als ACAMS heel nuttig kan zijn voor een accountant.”

Wat is precies de relatie tussen witwassen en terrorismefinanciering?

Rietbroek: “Terrorismefinanciering is het spiegelbeeld van witwassen. ‘Schoon’ geld wordt gebruikt voor illegale praktijken. Wat gebeurt, is dat geld dat geschonken is aan liefdadigheidsorganisaties en goede doelen, wordt gebruikt voor (bijvoorbeeld) terroristische activiteiten. In de VS valt het financieren van terrorisme onder de antiwitwaswetten.

De methoden die witwassers en terrorismefinanciers gebruiken, lijken wel veel op elkaar. Het gaat erom sporen uit te wissen. Geld wordt van het ene naar het andere land gesluisd om zoveel mogelijk dwaalsporen uit te zetten. Opvallend is dat men er niet voor terugdeinst vrij grote charitatieve instellingen daarvoor te misbruiken. Het is dan aan de accountant van zo’n instelling om na te gaan of het geld wel wordt aangewend waarvoor het is bedoeld. En wee de accountant die heeft genegeerd dat dergelijke gelden zijn gebruikt om terroristische aanslagen mee te financieren! Dat is echt het eind van zijn carrière.”

Escalatie

De Wit: “In het verschil tussen witwassen en financiering van terrorisme valt het op dat een witwasser er juist van droomt zoveel mogelijk transparant te zijn om zijn ‘vuile’ geld als ‘schoon’ te presenteren. Hij wil ook best keurig zijn belasting betalen. Daarvoor zijn bedrijven en organisaties nodig die met accountantsverklaringen en dergelijke de indruk wekken dat de transacties kristalhelder en zuiver op de graat zijn. Maar komt het uit dat de accountant ten onrechte zijn handtekening onder zo’n verklaring heeft gezet, dan is het afgelopen. Zeker na alle boekhoudschandalen van de laatste tijd wordt er extra scherp gelet op de accountant. Wat dat betreft komt de advocatuur beter weg: advocaten behoeven het niet te melden als zij strafrechtelijk bij een klant betrokken zijn. Maar goed, de positie van de advocaat is nu eenmaal een andere dan die van de accountant, die absoluut onafhankelijk moet blijven van zijn opdrachtgever. Dus de reputatie en de integriteit van de accountant staan al gauw op het spel.”

Rietbroek: “Wat niet wegneemt dat van de accountant betrokkenheid bij staatsbelangen wordt verwacht. Accountants kunnen een belangrijke rol spelen in de strijd tegen het terrorisme. Als terroristen hun kapitaal verliezen, tref je ze namelijk het hardst. Een bijkomend probleem is alleen dat de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering steeds harder en ingewikkelder wordt. De wetten zijn steeds strikter geworden en dus moeten er steeds slimmere manieren worden bedacht om die te omzeilen. De gemiddelde opsporingsambtenaar is er niet toe uitgerust om op dat niveau te opereren. Dus moeten er specialisten worden ingezet. Maar de tegenpartij zit ook niet stil en heeft inmiddels ook haar specialisten ingehuurd. Kortom, de strijd escaleert in expertiseniveaus. Zowel overheden als accountantskantoren zullen dus over CAMS-specialisten moeten beschikken om een antwoord te kunnen geven op de bedreigingen die op ons af komen.”

Professionalisme

Uit welke beroepsgroepen bestaat het ledenbestand van ACAMS?

Rietbroek: “Wij hebben leden die werkzaam zijn bij accountants- en advocatenkantoren, banken, juweliers, universiteiten, wisselkantoren en dergelijke. Anderen treden als zelfstandig consultant op of zijn aan een adviesbureau verbonden. Zo’n 45 procent van onze leden werkt bij een bank. En het zijn lang niet allemaal accountants.”

Ik voorzie wel dat met name accountants dit beroep kunnen professionaliseren. Dat komt ten goede aan de werkgever. Die kan er dan namelijk op wijzen dat zijn CAMS-medewerkers bepaalde kennis in huis hebben en dat hij daardoor betere kwaliteit dienstverlening kan leveren en garanderen. Het is een nachtmerrie voor een organisatie als met grote koppen op de voorpagina’s staat dat zij bewust of onbewust betrokken is geweest bij een witwasschandaal. Helemaal voorkomen kun je dat natuurlijk nooit, maar met de CAMS-opleiding sta je wel wat sterker.”

CAMS en (voortgezette) educatie

Hoe wordt en blijft iemand CAMS?
Saskia Rietbroek: “Wie het CAMS-examen wil halen, moet kennis nemen van de problematiek in al haar facetten. Dus niet alleen de bancaire. Je moet iets weten van de rol van de accountant, je moet een goed antiwitwasprogramma ontwikkelen, op de hoogte zijn van internationale standaarden, zoals die van de Financial Action Task Force (FATF). Je moet weten hoe je moet samenwerken met de autoriteiten als je een probleemsituatie herkent. Het examen bestaat uit honderd meerkeuzevragen en slaag je, dan mag je de CAMS-titel voeren.

Die geldt in principe voor drie jaar. Gedurende die tijd moet je je bijscholen: seminars en conferenties bijwonen, zitting nemen in bepaalde commissies in onze organisatie enz. Als je twintig punten behaalt, mag je de titel voor weer drie jaren voeren. Het is dus niet zo dat je na je examen voor de rest van je leven ‘certified’ bent. Evenmin doen we aan eretitels: zonder examen de titel krijgen, omdat je bijvoorbeeld bij de oprichting betrokken bent geweest of hebt meegewerkt aan de totstandkoming van verplichte literatuur. Iedereen die de titel wil voeren, moet examen doen, omdat het anders erg subjectief wordt en de geloofwaardigheid van de opleiding wordt aangetast.”

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.