Opinie

Technische oplossing voor signaleren systeemrisico's bestaat al

Tijdens een recent seminar over financieel toezicht, noemde Dick Korf het een ‘sleutelrol' voor de beroepsorganisatie om een manier te vinden waarop accountants hun individuele bevindingen bij financiële instellingen op handzame wijze kunnen combineren tot collectieve informatie voor de toezichthouder.

Dit werd ter plekke onderschreven door Arnold Schilder, Nic van der Ende, Hans Schoen en andere aanwezigen.

Een en ander sluit aan bij het project Kennis Delen, waar het NIVRA al enige tijd aan werkt. Dit project beoogt de bij individuele accountants aanwezige kennis zodanig te bundelen en in kaart te brengen dat latente risico's per bedrijfstak herkenbaar zijn voor signalering in de praktijk. NIVRA-voorzitter Jan Helderman sprak in dit verband van een ‘gouden kans' en refereerde ook in een radiointerview aan dit waardevolle initiatief.

Refererend aan Limperg sprak Douglas Carmichael, de eerste Chief Auditor van de Public Company Accounting Oversight Board, in een lezing getiteld ‘The PCAOB and the Social Responsibility of the Independent Auditor' over de "dynamic theory that connects society's need for reliable financial information to the ability of auditing methods to meet this need".

Aangezien maatschappelijke behoeften in de tijd veranderen, betekent dit dat ook auditmethoden zullen moeten veranderen en verbeteren.

Nu wil het geval dat de technische oplossing voor de gewenste (en al eerder door Jules Muis bepleite) transformatie van individuele micro-observaties tot algemene macro-observatie, al bestaat. Die oplossing kent al jarenlang brede toepassing bij fysieke en logistieke producten en diensten en is gebaseerd op barcodes en tracking-and-tracing software.

Voor een effectieve en efficiënte signalering van systeemrisico's is een soortgelijk overzicht van XBRL-tagged financiële producten in een standaard software-applicatie, een conditio sine qua non.

Dit kwam aan de orde tijdens het Limperg Symposium on Statistical Auditing 2009 en is op deze site al gesignaleerd door Marc van Hilvoorde.

Rick Bookstaber, als econoom gepromoveerd aan MIT en afkomstig van Wall Street, onderscheidt drie sleutelindicatoren voor systeemrisico:

1. Gedrang in markten: veel speculanten trekken naar dezelfde handel, waardoor de prijzen worden opgedreven.

2. Hot spots van hoge leverage: de ratio tussen geleend geld en eigen geld..

3. Verbindingen tussen markten in geval van een crisis.

Deze indicatoren komen fraai in beeld in een zogenoemde Rosling visualisatie. Daarin is elke markt weergegeven als een bubble, waarbij geldwaarde de diameter bepaalt, de x-as de leverage aangeeft en de y-as de mate van gedrang in markten. De onderlinge verbindingen tussen markten is zichtbaar door gewogen lijnen tussen de bubbles.

Waarom zouden we deze weergave niet gebruiken voor het monitoren van systeemrisico's?

De drie genoemde macro-indicatoren komen tot stand door aggregatie van de relevante micro-data op het niveau van individuele bedrijven (zie hiervoor onder meer Bookstaber's voordracht  voor de Senate Banking Committee op 19 juni 2008, pagina's 3-4):

  • welke bedrijven leunen zwaar op geleend geld, wat bezitten ze, wat zijn ze schuldig aan wie?
  • wie staan er onder druk om te liquideren?
  • wat bezitten ze nog meer (dat bij liquidatie snel is te verkopen voor niet al te lage prijs)?

Bij het vergaren van deze gegevens speelt de auditor een cruciale rol. De auditor is immers bij uitstek in de positie om te beoordelen of de interne controlemaatregelen en prikkels toereikend zijn voor betrouwbare gegevens.

Om systeemrisico's effectief te monitoren zijn accountants dan alert op perverse prikkels en signalen die het zicht op derivaten bemoeilijken, zoals: belastingvermijding, het innemen van binnen de beleggingsovereenkomst niet toegestane posities, speculatie of het verhullen van risicovolle activiteiten (zie Bookstaber's Senate Testimony on Derivatives in 2009, pagina 2).

Waarom laten we de auditor niet aangeven wie diverse derivaten gebruikt, en voor welk doel? Wie anders kunnen we beschouwen als voldoende competent en onafhankelijk om te bepalen of organisaties over-leveraged zijn of bezig met het verhullen van risico's?

Zoals Bookstaber het ooit formuleerde: "The audit profession is knee-deep in the data, but does not have the means to collate and aggregate it." Door het op nieuwe wijze combineren en configureren van bestaande technologie is dit echter vlot te realiseren.

Waarom zetten we nu niet de stap naar een situatie waarbij de Fed en andere centrale banken meer gaan vertrouwen op het werk van interne en externe auditors bij de financiële instellingen? En waarom gieten we dat niet meteen in een moderne ‘architectuur', die op een slimme manier gebruikmaakt van bestaande technologie?

Met andere woorden: Waarom geven we de accountant niet de taak om de interne controlemaatregelen voor het XBRL rapportagekanaal - de information supply chain, zo u wilt - tussen bedrijf en een nieuw systemic risk agency van de overheid te certificeren? Zodat een continue gegevensstroom ontstaat - onderworpen aan audits, steekproeven en monitoring - met automatische aggregatie tot systeemrisico-indicatoren?

Zodra een bubble in de Rosling big picture dan het kwadrant binnengaat van hoge leverage en sterk handelsgedrang, is dat het startsein voor een just-in-time bijeenkomst waarin de betrokken financiële instellingen, de nationale centrale banken en de auditors pro-actief bespreken welke maatregelen in stelling te brengen.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Philip Elsas is oprichter en director van ComputationalAuditing.com. Hij startte zijn bedrijf in 2003 in Nederland en woont en werkt sinds 2006 in Canada.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.