Opinie

Accountants, kom uit de schuttersputjes!

Bijna tien jaar geleden behandelde ik als lid van de Tweede Kamer voor de PvdA de Wet Toezicht Accountantsorganisaties. Het resultaat van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) op een verbeterde wettelijke controle was onvoldoende.

Een paar schandalen later (accountants noemen dat incidenten) werd een nieuwe poging gedaan te komen tot verbetering, onder andere met de instelling van zogenaamde Commissies Publiek Belang. Opnieuw zette het onvoldoende zoden aan de dijk.

De sector heeft nu een laatste herkansing gekregen met het rapport 'In het Publiek Belang'. Afgelopen oktober oordeelde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) redelijk positief over de voortgang. Maar uitspraken van accountants, die ik regelmatig hoorde gedurende het jaartje dat ik bij de NBA werkte als programmamanager 'In het Publiek Belang', stemmen niet gerust.

Te vaak hoorde ik accountants zeggen 'de controlerend accountant is geen opsporingsambtenaar', 'de samenleving begrijpt onvoldoende wat de taak van de accountant is' en 'wie betaalt, bepaalt'.
Bovendien, als (controlerend!) accountants het over 'de klant' hebben, blijkt dat ze daarmee nog altijd de opdracht-gevende onderneming bedoelen, niet het maatschappelijk verkeer.

Om vertrouwen te herwinnen is (herstel van) kwaliteit van de controleverklaring een noodzakelijke, maar tegelijk onvoldoende voorwaarde. De verwachtingen van de samenleving zijn hoger dan een goede wettelijke controle van de jaarrekening. Die verwachtingskloof kan niet alleen gedicht worden door 'het nog eens uit te leggen' maar vergt dat de accountant uit het schuttersputje kruipt en de uitdaging aanneemt.

Een belangrijke bijdrage aan herstel van vertrouwen is verbreding van de verklaring die de accountant bij de jaarstukken geeft: naar jaarrekening plus jaarverslag. Het is duidelijk dat de verwachtingen van investeerders en andere stakeholders over de rol van de accountant zijn veranderd rondom onderwerpen zoals de strategie van de onderneming, risicomanagement (inclusief frauderisico's), maatschappelijk verantwoord ondernemen  en de continuïteitsanalyse.

Idealiter gaat de accountant niet zelf al deze onderwerpen onderzoeken, maar baseert hij zich op de tekst van de onderneming en doet op basis van een non-financial audit uitspraken over de robuustheid en betrouwbaarheid van die uitspraken. De onderneming rapporteert, en de accountant controleert of dat rapport een getrouw beeld geeft.
Maar vooralsnog zijn ondernemingen niet (of onvoldoende) verplicht zelf over deze onderwerpen te rapporteren. Die (bij voorkeur wettelijke) verplichting moet er wel komen, op de voet gevolgd  door de bredere assurance door de accountant.

Echter, accountants moeten niet gaan zitten afwachten, maar zelf initiatief nemen. Geef aan welke mate van assurance de accountant op de verschillende onderdelen van het jaarverslag kan geven en laat ook zien waar die assurance onvolledig is omdat de onderneming zelf niet effectief rapporteert. Dat zal de gewenste verandering in gang zetten.

De voor herstel van vertrouwen misschien wel belangrijkste noodzakelijke verandering is een adequate melding van (vermoedens van) fraude en ongebruikelijke transacties. Fraudes bij  Landis, Ballast Nedam, Econcern, Van der Hoop, slachterij Weyl, SBM, Imtech, tekortkomingen in zaken rond DSB, Vestia, DE en Innoconcepts en recente uitspraken van de Accountantskamer in Zwolle geven voldoende aanleiding om te veronderstellen dat het 'lek nog niet boven' is.
In een binnenkort te publiceren discussienotitie van de NBA heb ik aangegeven dat verbeteringen nodig zijn op verschillende niveaus, zowel in de (inter-)nationale wet- en regelgeving, de primaire verantwoordelijkheid van de ondernemingen als verbetering van de samenwerking in de keten. Maar ook hier moet de accountant zelf initiatief nemen en van achter de verdedigingslinie 'de accountant is geen opsporingsambtenaar' vandaan komen.

Tijdens de sessie over fraude op de recente Accountantsdag kwamen er op het verhaal van Marcel Pheijffer, Fred Teeven en curator Rutger Schimmelpenninck uit de zaal drie reacties van accountants.
De eerste was van iemand die zei dat hij tijdens zijn opleiding geleerd had dat het niet de verantwoordelijkheid van de accountant is fraude te ontdekken. Ik zou zeggen: 'diploma inleveren'.
De tweede spreker gaf aan dat hij wel eens een ernstig vermoeden van fraude had gehad, maar daar niets mee kon doen omdat er sprake was van 'samenspanning' door directieleden. Ik zou zeggen: 'niets doen is geen optie'.
De derde accountant die de vloer nam, gaf aan niets te hebben gedaan aan een bepaalde fraude met statiegelden of doppen in een detailhandelsbedrijf omdat het niet materieel zou zijn. Ik zou zeggen: 'structurele overtreding van voor de onderneming relevante wet- en regelgeving is per definitie materieel'.

En de andere circa vierhonderd aanwezige accountants dan? Die zwegen. Of fluisteren me in de wandelgangen in de oren dat ze ook meerdere keren hebben afgezien van een Wwft-melding in het belang van het behoud van die 'klant'.
Helaas heb ik in tien maanden NBA-dienstverband veel van dit soort verhalen gehoord en veel accountants horen zwijgen. De effectieve melding van (vermoedens van) fraude, overtredingen van relevante wet- en regelgeving, strafbare feiten en ongebruikelijke transacties is bij uitstek een (wettelijke) taak van de accountant in het publiek belang.

Alle maatregelen uit ‘In het Publiek Belang’ samen helpen de accountantsorganisaties om 'het huis op orde' te krijgen. Maar voor herstel van vertrouwen is veel, veel meer nodig. De accountant zal uit de schuttersputjes moeten komen en de samenleving, de stakeholders van ondernemingen een forse stap tegemoet moeten komen om dat gewenste herstel van vertrouwen te verdienen.
Dat zeg ik als oud-politicus, als voormalig beheerder van aandeelhoudersrechten op een aandelenportefeuille van Nederlandse pensioenfondsen van € 25 miljard, als afscheid nemend programma manager van de NBA en als directeur van de door de VN gesteunde organisatie voor verantwoord beleggen, de PRI, met 1.400 ondertekenaars wereldwijd en € 60.000 miljard assets under management, waar ik met ingang van 2016 in Londen aan het werk ga.

Ik zal de voortgang van de invoering van de maatregelen uit 'In het Publiek Belang', zowel bij oob- als niet-oob-accountantsorganisaties, met belangstelling volgen. Reikhalzend kijk ik uit naar het moment dat de sector 'incident-arm' zal zijn.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Kris Douma is oud-lid Tweede Kamer, voormalig director UN Principles for Responsible Investment en thans onder andere director corporate engagement bij Sustainalytics en toezichthouder NV schade en Oxfam Novib. In 2015 was hij als programmamanager bij de NBA actief rondom kwaliteitsverbetering.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.